Operation Manual

rolroeren naar boven uit. Omgekeerd worden bij “gas geven” de rolroer-landingskleppen ingedraaid, om een
plotseling weg stijgen van het model te voorkomen.
Om het model bij uitgedraaide rolroer-landingskleppen niet te laten stijgen, moet er een beetje “down”-
hoogteroer bij worden gemixt.
Zet dus voor deze beide taken de twee op het volgende display getoonde lineaire mixers:
Het activeren van de mixers vindt plaats via één en dezelfde externe schakelaar, b.v. schakelaar nr. “3”, die aan
de beide mixers toegewezen moet zijn.
Wissel met de rechter tiptoets naar *** en druk de ENTER- of de SELECT-toets om de desbetreffende
mixpercentages op de tweede bladzijde van het display in te stellen. In beide gevallen blijft het
mixerneutraalpunt liggen in het midden van de K1-knuppel.
Beweeg daarom de K1-stuurknuppel naar het stationaire bereik en vul na selectie van het ASY-veld de volgende
waarden in voor:
MIX 1: -60% … -80% en
MIX 2: -5% … -10%.
Voorbeeld MIX 1 :
Daarmee is de basis-instelling voor een F3A-model afgesloten.
Compensatie van modelspecifieke fouten
Helaas komt het maar al te vaak voor, dat kleinere modelspecifieke “fouten” via de mixers van een
computerzender gecompenseerd moeten worden. Voordat u zich bezighoudt met deze instellingen, moet u er
voor zorgen, dat het model correct gebouwd is, optimaal aan de dwars- en lengteas uitgewogen is en dat de
motor-zijstelling en –domping kloppen.
1. Beïnvloeden van de lengte- en dwarsas door het richtingsroer
Het komt vaak voor, dat bij het bedienen van het richtingsroer ook het gedrag om de lengte- en dwars-as wordt
beïnvloed. Dit is vooral storend bij de meskant-vlucht, waarbij de lift van het model bij een uitgeslagen
richtingsroer alleen door de romp wordt opgewekt. Daarbij kan het komen tot een wegdraaien van het model en
het model kan van richting veranderen, alsof men met rol- resp. hoogteroer stuurt. Er moet eventueel dus een
correctie om de dwars-as (hoogteroer) en/of om de lengte-as (rolroer) plaatsvinden.
Dit is ook via “vrije mixers” van de mx-16s makkelijk in te stellen. Draait b.v. het model bij naar rechts
uitgeslagen richtingsroer in de meskant-vlucht om de lengte-as naar rechts weg, dan laat men het rolroer via de
mixer licht naar links uitslaan. Op dezelfde manier gaat u te werk bij richtingsveranderingen om de dwars-as,
met een mixer op het hoogteroer:
a) correctie om de dwars-as (hoogteroer)
MIX “SR HR”
Instelling ASYmmetrisch. De bijbehorende waarden tijdens het vliegen bepalen.
b) correctie om de lengte-as (rolroer)
MIX “SR QR”
Instelling ASYmmetrisch. De bijbehorende waarden tijdens het vliegen bepalen.
Meestal zijn hier relatief kleine mixwaarden voldoende, die onder de 10% liggen, maar per model kunnen
verschillen.
2. Verticaal omhoog- en omlaagvliegen
Sommige modellen hebben de neiging, om in verticale passages van de ideale lijn af te wijken. Daarvoor is een
middenpositie van het hoogteroer nodig, die afhangt van de positie van de gasstuurknuppel. Vangt het model b.v.
zich in een verticale daling bij een gedrosselde motor vanzelf af, dan moet er bij deze gaspositie wat “down”-
hoogteroer bijgemixt worden.