Operation Manual

Wilt u daarentegen met een helikopter beginnen, dan kiest u met de toetsen of van de linker of rechter vier-
weg-toets één van de met “**vrij**” betitelde geheugenplaatsen en drukt u kort de centrale SET-toets van de
rechter vier-weg-toets in ter bevestiging. U wordt hierna gevraagd om het modeltype, dus “vliegtuigmodel” of
“helikoptermodel” vast te leggen. Kies met de toetsen of van de linker of rechter vier-weg-toets het
symbool uit en druk de centrale SET-toets van de rechter vier-weg-toets inn ter bevestiging. Daardoor wordt het
gekozen modelgeheugen geinitialiseerd met het geselecteerde modeltype en kunt u nu uw model in dit
geheugen gaan programmeren.
Een wissel naar een ander modeltype is nu alleen nog mogelijk door de geheugenplaats eerst te wissen (menu
“modelgeheugen”, bladzijde 61).
Aanwijzingen:
Moet het modelgeheugen gewist worden, dat nu in de basisaanduiding zichtbaar is, dan moet direct na het
wissen één van de beide modeltypen “vleugel” of “heli” worden gekozen. Deze keuze kunt u niet ontlopen door
de zender uit te zetten. U kunt wel de ongewenst bezette modelgeheugenplaats vanuit een ander
modelgeheugen weer wissen. Wordt daarentegen een niet actieve geheugenplaats gewist, dan verschijnt
daarna in de modelkeuze “** vrij**”.
Na het aanmaken van het uitgekozen modelgeheugen met het gewenste modeltype wisselt de aanduiding naar
het basisdisplay van het nieuw aangemaakte modelgeheugen. Tegelijkertijd verschijnt gedurende enkele
seconden de waarschuwing…
BIND. N/A
OK
… als aanwijzing dat er nog geen binding met een ontvanger is. Door een kort indrukken van de centrale SET-
toets van de rechter vier-weg-toets komt u direct bij de bijbehorende optie. Meer informatie over het binden van
een ontvanger vindt u op bladzijde 70/71 resp.79.
Onder de hierboven beschreven waarschuwing “BIND. N/A” verschijnt ook enkele seconden de waarschuwing..
Fail Safe
instellen!
… als aanwijzing dat er nog geen Fail-Safe-instellingen zijn. Meer informatie hierover vindt u op bladzijde 125.
Verschijnt er op het display de waarschuwings-aanduiding …
Gas te
hoog!
… beweeg dan de gasstuurknuppel resp. bij een helimodel de limiter, standaard het draaielement CTRL 7 in
de richting van stationair. Het verschijnen van deze waarschuwing is ook afhankelijk van de bij “motor” resp.
“pitch min.” in het menu”basisinstelling” bladzijde 65 resp. 76 gekozen instellingen. Kies “geen” resp.
“geen/inv” wanneer u geen motor toepast resp. de in andere gevallen verborgen mixer “rem NN”van het
menu “vleugelmixers” nodig heeft.
Werden er al modelgeheugens in de zender bezet, dan verschijnt er in de ondermenu’s van het menu
“modelgeheugen” een pictogram van het gekozen modeltype gevolgd door een lege regel resp. de in het
menu “basisinst.” (bladzijde 65 resp. 73) ingevoerde modelnaam, evenals de code van de ontvanger,
wanneer deze gebonden is.
Bij een te lage accuspanning is een modelwissel uit veiligheidsoverwegingen niet mogelijk. Op het display
verschijnt de melding:
Momenteel niet mog.
spanning te laag
In principe zijn er nu nog vier verschillende mogelijkheden, om de vier stuurfuncties rolroer, hoogteroer,
richtingsroer en gas resp. remkleppen bij een vleugelmodel of roll, nick, hekrotor en gas/pitch bij een
helikoptermodel aan de beide stuurknuppels toe te wijzen. Welke van de vier mogelijkheden wordt gekozen,
hangt af van de individuele gewoonte van de piloot. Deze functie stelt u in de regel “stuurtoewijzing”
(stuurmode) voor het actuele modelgeheugen in het menu “basisinst.” (bladzijde 65 resp. 73) in:
mod naam < >
stuurtoew 1
motor aan K1 geen
K8 vertraagd ja
staart normaal