Operation Manual

mc-19 programmeertechniek
voorbereidende maatregelen b.v. aan een vleugelmodel
Modellen programmeren in een mc-19 …
… is eenvoudiger, dan dat het op het eerste gezicht lijkt!
Voorwaarde voor een juiste en snelle programmering is echter, en dat geldt niet alleen voor de mc-19, maar in
principe voor alle programmeerbare zenders, de mechanisch correcte inbouw van alle radiobesturings-
componenten in het model! Uiterlijk bij het aansluiten van de aansturingen moet er daarom op gelet worden, dat
de servo’s zich elk in hun neutrale positie bevinden en hun roerhevels ook in de gewenste richting wijzen. Zo
niet, dan moet u de hevel losmaken en hem een tandje of een aantal tandjes verzetten en weer bevestigen. De
praktisch bij iedere moderne zender geboden mogelijkheid, om de neutraalpositie vande servo’s te beïnvloeden,
is bedoeld voor hun fijne afstelling. Grotere afwijkingen van “0” kunnen na de verdere signaalverwerking in de
zender leiden tot onverwachte asymmetrische uitslagen. Op dezelfde manier wordt een krom chassis van een
auto geen millimeter rechter, wanneer het stuurwiel op “rechtuit” wordt getrimd! Ook moeten de passende
uitslagen van de roeren door aanpassen van de aanstuurpunten en niet direct door een overmatig aanpassen van
de uitslag-instellingen via de zender worden bereikt. Hier geldt ook: instellingen van de uitslagen zijn er op de
eerste plaats voor bedoeld, om toleranties van de servo’s te compenseren en ze fijn af te stellen, en niet ter
compensatie van eigen slordigheden.
Worden er in een vleugelmodel twee aparte servo’s voorde rolroeren toegepast, dan kunnen de rolroeren,
aangestuurd via een bijbehorende mixer, ook als remkleppen omhoggezet worden – wat echter eerder bij een
zwever resp. motorzwever dan bij een motormodel zinvol is.
In zo’n geval moeten de roerhevels – uitgaand van de neutrale positie – een tandje verder naar voren verzet, dus
naar de neuslijst wijzend, worden bevestigd op de desbetreffende servo.
De door deze asymmetrische montage bereikte mechanische differentiatie houdt rekening met het feit, dat het
remeffect van de omhooggedraaide rolroeren groter wordt naarmate de uitslag toeneemt, en er daarom normaal
gesproken meer uitslag naar boven dan naar beneden nodig is.
Op dezelfde manier moet ook bij apart aangestuurde welfkleppenservo’s te werk worden gegaan, wanneer u deze
in een Butterfly-systeem wilt integreren. Omdat het remeffect van deze kleppenconfiguratie, dieook als “kraai-
positie” wordt aangeduid, minder door de omhoogedraaide rolroeren dan door de uitslag van de welfkleppen
naar beneden wordt beïnvloed, moeten de roerhevels in dit geval iets naar achteren , naar de eindlijst verzet,
worden ingebouwd. Daardoor ontstaat er dan meer uitslag naar beneden. Bij een dergelijke combinatie van
omlaaggedraaide welfkleppen en omhooggedraaide rolroeren moeten de laatstgenoemde niet al te veel omhoog
gezet worden, omdat ze in een dergelijk Butterfly-systeem meer een stabiliserende en sturende dan een rem-
functie hebben.
In dit verband nog een tip om het remeffect te kunnen “zien”: kleppen uitdraaien en precies vanaf de voorkant
naar de vleugel kijken. Hoe groter het geprojecteerde oppervlakte van de uitstaande roeren is, des te groter is de
remmende werking.
rolroer buiten
welfklep binnen
Een soortgelijke symmetrische montage van de roerhevels kan b.v. aan spreid- resp. landingskleppen ook in een
motormodel heel zinvol zijn.
Is een model zo ver klaargemaakt en mechanisch afgesteld, dan kan in principe met de programmering van de
zender worden begonnen. De volgende handleiding probeert daarbij, om van de praktijk uit te gaan, door eerst
alle algemene basis-instellingen te beschrijven en deze dan in de volgende stappen te verfijnen resp. te
specialiseren. Na de eerste vlucht en met het oog op het verdere invliegen van het model zullen sommige
instellingen misschien nog een bijstelling nodig hebben. Wanneer de piloot meer ervaring krijgt, kan ook de
wens ontstaan om instellingen uit te breiden resp. aan te vullen. Daarom wordt hier niet altijd de volgorde van de
opties aangehouden resp. wordt een bepaalde optie ook meerdere keren genoemd.
Uiterlijk nu, direct voor het begin van een modelprogrammering, moet u nadenken over een zinvolle toewijzing
van de stuurorganen.