Operation Manual
Algemene opmerkingen bij de vrij programmeerbare mixers
In de beide menu’s “vleugelmixers” en “helimixers” op de voorgaande bladzijden zijn een heel aantal kant-en-
klare mixers beschreven. De principes van de bediening en de betekenis werden u op bladzijde 69 al uit de
doeken gedaan. Hieronder volgt algemenere informatie over de “vrije mixers”.
De mc-19 biedt in elke modelgeheugenplaats 3 vrij programmeerbare lineaire mixers, waarbij u de ingang en
uitgang naar eigen goeddunken kunt definiëren:
Deze 3 mixers zijn zeker in de meeste gevallen voldoende , in ieder geval wanneer u bij vliegtende modellen de
mogelijkheden van de vleugel- resp. helimixers benut.
Aan de “vrije mixers” wordt als ingangssignaal een willkeurige stuurfunctie (1 tot 12) of via het zogenaamde
“schakelkanaal”, zie verder hieronder, een willekeurige externe schakelaar toegewezen. Het op het stuurkanaal
liggende en aan de mixeringang toegevoerde signaal wordt door het desbetreffende stuurelement en door de
bijbehorende karakteristiek van dit stuurelement, zoals deze b.v. in de menu’s “Dual Rate / Expo”, en
“instellingen stuurelement” zijn vastgelegd, bepaald.
De mixeruitgang heeft effect op een vrij te kiezen stuurkanaal ( 1 tot –afhankelijk van het type ontvanger – max.
12) die, voordat hij het signaal naar de servo verstuurt, alleen nog door het menu “servo-instellingen”, dus de
functie servo-omkeer, neutraalpunt-verschuiving en servo-uitslag kan worden beïnvloed.
Een stuurfunctie mag tegelijkertijd voor willkeurig veel mixer-ingangen worden gebruikt, wanneer b.v. mixers
parallel geschakeld moeten worden.
Omgekeerd mogen ook willekeurig veel mixer-uitgangen op één en hetzelfde stuurkanaal effect hebben.
Voorbeelden volgen hieronder, bij de beschrijving van de vrije mixers.
Softwarematig is de vrij programmeerbare mixer eerst altijd ingeschakeld. Naar keuze kan aan de mixer echter
ook een AAN-/UIT-schakelaar worden toegewezen. Let u echter vanwege het grote aantal schakelbare functies
op een onbedoelde dubbele bezetting van een schakelaar.
De beide wezenlijke parameters van de mixers zijn…
… het mixpercentage, dat bepaalt, in welke mate het ingangssignaal op het aan de uitgang van de mixer
aangesloten stuurkanaal effect heeft.
… het neutraalpunt van een mixer, dat ook wordt aangeduid met “Offset’. De Offset is dat punt op de
stuuruitslag van een stuurelement (stuurknuppels, draai- of schakelmodule), waarbij de mixer het aan zijn
uitgang aangesloten stuurkanaal net niet beïnvloed. Normaal gesproken is dit de middenpositie van het
stuurelement. De Offset kan naar een willkeurige plaats van de stuuruitslag worden verschoven.
schakelkanaal “S” als mixer-ingang
Vaak is echter slechts een constant stuursignaal als mixer-ingang nodig, om b.v bij een electrozwever zonder
stoorkleppen de electromotor aan het daardoor vrije kanaal 1 aan- en uit te kunnen zetten of een aan kanaal 12
aangesloten landingsgestel in- of uit te kunnen klappen. Via een toegewezen schakelaar kan dan tussen de twee
eindpunten van de mixer heen en weer worden geschakeld en via het mixpercentage dan bij de motorregelaar het
toerental resp. de servo-uitslag voor het landingsgestel ingesteld worden, alsof u een zijdelings proportioneel
stuurelement snel van de ene naar de andere kant zou bewegen. Om het verschil aan te duiden wordt deze
stuurfunctie van de mixer-ingang in het programma voorzien van de letter “S” van “schakelkanaal”. Wanneer de
desbetreffende mixeruitgang niet ook via het normale stuurelement moet worden beïnvloed, maakt u in het menu
“instellingen stuurelement”, bladzijde 56, dit stuurelement van het stuurkanaal van de mixeruitgang los door de
opdracht “vrij”. Ook hierbij zal in de nu volgende menubeschrijving een voorbeeld deze functie verduidelijken.










