Operation Manual
helicoptermodellen
De voortschrijdende ontwikkeling van de modelhelicopter en de bijbehorende componenten zoals autopiloot
(gyro), toerentalregelaar, rotorbladen enz. maakt het tegenwoordig mogelijk, een helicopter in 3D-kunstvlucht te
beheersen. Voor de beginner daarentegen zijn een klein aantal instellingen voldoende om met de hovertraining te
kunnen beginnen, om zo langzamerhand steeds meer opties van de mc-19 te kunnen toepassen.
Met het programma van de mc-19 kunnen alle gangbare helicopters met 1...4 servo’s voor de pitchsturing
worden gevlogen.
U kunt beschikken over 2 vliegfasen en autorotatie binnen een modelgeheugen.
Drie klokken zijn voortdurend zichtbaar in de basisaanduiding.
De digitale trimming wordt vliegfasenspecifiek overgenomen in het geheugen. Met een druk op de knop kan de
stationairpositie van de K1-trimming teruggevonden worden.
“Dual Rate”en “Exponential” voor rol, nick en hekrotor zijn koppelbaar en kunnen in iedere vliegfase in twee
varianten geprogrammeerd worden.
De aan CH5 … 10 aangesloten stuurelementen kunnen in het menu “instellingen stuurelement” bijna geheel
willekeurig aan de ingangen 5 … 12 worden toegewezen.
Voor pitch, gas en hekrotormixer zijn er in het menu “helimixers” afhankelijk van de vliegfase 3-punts-curven
voor niet-lineair verloop, evenals voor roll en nick twee aparte tuimelschijfmixers. Onafhankelijk hiervan kan -
in tegenstelling tot de vliegtuigmodellen- in iedere vliegfase de stuurcurve van de kanaal-1-stuurknuppel met 3
punten gefixeerd worden. De beginner zal eerst slechts het hoverpunt bij middenstelling van de stuurknuppel
willen aanpassen.
Naast 3 vrij toewijsbare en ook aan- of uitschakelbare lineaire mixers kunt u in het menu “helimixers” over de
volgende voorgeprogrammeerde mixers beschikken:
1. kanaal 1 -> pitch (met 3-punts-curve)
2. kanaal 1 -> gas (met 3-punts-curve)
3. kanaal 1 -> hekrotor (met 3-punts-curve)
4. kanaal 1 -> gyro (met 3-punts-curve)
De functie gaslimiet (ingang 12 in het menu “instellingen stuurelement”)maakt het mogelijk om de motor in
iedere vliegfase te starten. Standaard is de aan CH7 op de zenderprint aangesloten schuifregelaar toegewezen aan
ingang 12. Deze stuurfunctie legt de maximale positie van de gasservo vast. Daardoor kan de motor in het
stationaire bereik aangestuurd worden door het proportionele stuurelement. Wordt dit proportionele stuurelement
verschoven richting volgas, dan worden de gascurven effectief.
pitch-curve kanaal 1-hekrotor
kanaal 1-gas
kanaal 1-hekrotor
ontvangerbezetting:
aanwijzing voor degenen, die overstappen vanaf oudere GRAUPNER-besturingen:
Anders dan bij de vroegere ontvangerbezetting zijn de servo-aansluiting 1 (pitch-servo) en servo-aansluiting 6
(gas-servo) verwisseld.
De servo’s moeten op deze manier aan de uitgangen van de ontvanger worden aangesloten:
speciale functie
(toerentalregeling)










