Operation Manual

en programmeer een vrije mixer “K1->K1”. Vervolgens wisselt u naar de kolom met het schakelaarsymbool en
wijst u aan deze mixer de door u gewenste “omschakelaar” toe, het liefst één van de door de GRAUPNER-
servicedienst ingebouwde knuppelschakelaars (zie aanhangsel); dit doet u door, na het activeren van de
schakelaartoewijzing door een kort indrukken van het draaielement, deze schakelaar van “vooruit” naar
“achteruit”, dus in de richting van uw lichaam te bewegen.
Bij een ingeschakelde mixer wisselt u via de -> toets naar de tweede display-bladzijde en stelt u daar eerst een
symmetrische mixerwaarde van –100% in.
Vervolgens wisselt u met het draaielement naar sto onder “offs.”, schuift de K1-knuppel tot aan de aanslag naar
voren en drukt dan kort op het draaielement … De waarde onder “offs.” wisselt daarop van 0% naar ca.+100%
en de grafische weergave van de mixer rechts verandert dienovereenkomstig.
Wanneer u nu met esc naar de basis-aanduiding terugkeert en hier door kort het draaielement in te drukken het
menu ….
“servo-aanduiding” (bladzijde 54)
oproept, kunt u direct het effect van de instellingen tot nu toe controleren: bij een uitgeschakelde mixer volgt de
balkenaanduiding van kanaal 1 de K1-knuppel. Bij een ingeschakelde mixer blijft deze daarentegen – zoals
afgebeeld – bij ca. –100%.
aanwijzing:
Wanneer u deze test uitvoert met een ingeschakelde ontvangstinstallatie en een ingebouwde aandrijving, moet u
er in ieder geval op letten, dat u alleen omschakelt in de positie “motor UIT”! Anders bestaat het gevaar, dat de
aandrijving door het plotselinge inschakelen sterk belast en misschien zelfs beschadigd raakt.
Om de programmering af te sluiten, zet u de gekozen “omschakelaar” weer in de positie “motor AAN”, dus
“naar voren”; u wisselt terug naar het multi-functie-menu en vanuit daar naar het menu …
“vleugelmixers” (bladzijde 69)
Hier stelt u – indien u dat in het kader van de algemene modelprogrammering niet al had gedaan – in de regel
“rem1 -> 5rolroer” de gewenste uitslag van de rolroeren bij het bedienen van de K1-knuppel ( “rem”) naar
boven in en wijst u in de kolom met het schakelaarsymbool na een kort indrukken van het draaielement de
gewenste “omschakelaar” toe, door deze ook weer van “voren” naar “achteren” te zetten.
Indien uw model ook welfkleppen heeft, en u daarom in de regel “rolr./welfkl.” van het menu “basis-
instellingen model” “2rolr 2welfkl” heeft geselecteerd, zet u de zojuist omgezette “omschakelaar” weer naar
voren en wisselt u met het ingedrukte draaielement naar de regel “rem1->6welfkl.”. Hier stelt u dan de gewenste
uitslag van de welfkleppen bij het bedienen van de K1-knuppel naar beneden in (deze configuratie heet
“kraaienpositie“ of “butterfly”, zie ook bladzijde 98) en wijst u ook de voor het omschakelen gebruikte externe
schakelaar toe.
Wanneer u nu nog eenmaal naar het menu “servo-aanduiding” wisselt en alleen de K1-knuppel beweegt, zult u
vaststellen, dat óf de balkaanduiding van kanaal 1 op ca. –100% blijft staan en de aanduidingen van kanaal 2 + 5,
en eventueel 6 + 7 de stuurknuppel volgen, óf omgekeerd, dat de laatstgenoemde op ca. 0% blijven staan en
alleen de aanduiding van kanaal 1 beweegt.