Operation Manual
Tuimelschijftype
Mixer voor diverse tuimelschijf-aansturingen
Voor de aansturing van de tuimelschijf bestaan vier verschillende programma’s:
“N”: (Normal) De tuimelschijf wordt via de rol- en nick-servo gekanteld, maar ze is niet axiaal verschuifbaar.
de pitch-sturing vindt plaats door een aparte servo. Ook helicopters, waarbij het mixen van collectieve
en cyclische pitch mechanisch plaatsvindt, horen bij het type “N”.
“2”: De tuimelschijf wordt voor de pitch-sturing door twee rol-servo’s axiaal verschoven. De nick-servo
wordt door een mechanische compensatie-wip ontkoppeld (oorspronkelijke HEIM-mechaniek).
“3”: Symmetrische driepuntsaansturing van de tuimelschijf via drie, elk om 120 graden versprongen
aanstuurpunten, waaraan vooraan een nick-servo en twee rol-servo’s links en rechts verbonden zijn.
Voor de pitch-sturing verschuiven alle drie servo’s de tuimelschijf axiaal.
“3”: Zoals hiervoor, maar nick-servo achteraan aangebracht.
De keuze vindt plaats met de code ‘SWA” via
INC / DEC. CLEAR
zet de keuze terug naar “N”.
tuimelschijftype “N” tuimelschijftype “2”
Heli 1 servo Heli 2 servo’s
tuimelschijftype “3” tuimelschijftype “3”
Heli 3 servo’s (2 rol) Heli 3 servo’s (2 rol)
Algemene opmerkingen bij de afstemming van gas en pitch
De afstemming van gas en pitch, dus de prestatie-curve van de motor met de collectieve pitch, is de belangrijkste
instelprocedure bij het helicoptermodel Doel van deze afstemming is het, een constant toerental van de
hoofdrotor over het hele bereik van de collectieve bladverstelling tijdens het vliegen te bereiken en er voor te
zorgen, dat het hover-punt van de helicopter zo precies mogelijk bij de middenstelling van de gas- / pitchknuppel
ligt.
Voor een aparte nauwkeurige afstelling van de gas- en pitchservo’s moet als eerste de stuurstang van de gasservo
mechanisch worden bijgesteld. In het bijzonder moet u er op letten, dat de gasservo bij geopende en gesloten
carburateur niet mechanisch vastloopt, om de servo niet onnodig te belasten.
De trimhevel van stuurfunctie 1beïnvloedt zowel de gasservo als de pitch-sturing. Deze trimhevel moet tijdens
het vliegen helemaal naar boven staan (resp. naar beneden bij richtingsomkeer van de gas- / pitchstuurknuppel in
de Systeem-rotatie). De carburateur resp. de gasstuurstang moet zodanig worden afgesteld, dat bij volgaspositie
van de gas- / pitchstuurknuppel de carburateur net helemaal open is; bij stationairpositie van de stuurknuppel kan
de motor via de trimhevel uitgezet worden. Via de mechanische afstelling van de pitch moet het hover-punt zo
correct mogelijk worden ingesteld, wat met behulp van de desbetreffende aanwijzingen bij de
helicopterbouwdoos geen grote problemen kan opleveren. Stijgt het model bij middenstelling van de
pitchstuurknuppel op en hovert het bij het juiste motortoerental, dan is de instelling correct. Mocht dit niet het
geval zijn, dan moet u als volgt te werk gaan:
Het model komt pas los, wanneer de pitch-stuurknuppel boven de middenpositie komt
1. Bij te laag motortoerental: oplossing: carburateur via middenverstelling “SB TRIM” van de gasservo
verder openen. Daarna via de servouitslag-instelling de uitslag richting
volgas dusdanig verkleinen, dat de carburateur weliswaar helemaal open kan,
maar de servo niet mechanisch vastloopt.
2. Bij te hoog motortoerental: oplossing: blad-instelhoek tijdens het vliegen bijvoorbeeld via een aan CH6
aangesloten draaimodule verhogen en aansluitend de stuurstang van de
tuimelschijf naar de bladverstelhevels overeenkomstig veranderen.
Het model komt al los, wanneer de pitch-stuurknuppel nog onder de middenpositie is
1. Bij te hoog motortoerental: oplossing: carburateur via middenverstelling “SB TRIM” van de gasservo
verder sluiten. Daarna via de servouitslag-instelling de uitslag richting
volgas dusdanig afstellen, dat de carburateur weer helemaal open kan, maar
de servo niet mechanisch vastloopt.
2. Bij te hoog motortoerental: oplossing: blad-instelhoek tijdens het vliegen via de aan CH6 aangesloten
draaimodule verkleinen en aansluitend de stuurstang van de tuimelschijf naar
de bladverstelhevels overeenkomstig veranderen.










