Operation Manual
vleugel-programma’s
Delta en Flaperon
Deze code bevat twee speciale mixers, die via INC / DEC ingeschakeld kunnen worden.
vleugelprogramma (Wing) kiezen
Delta
Flaperon
1. Bij Delta-modellen “DLT” worden de functies rol- en hoogteroer gemixt, waarbij de servo’s aan de
ontvangeruitgangen 2 en 3 (motordrossel aan 1, richtingsroer aan 4) aangesloten moeten worden.
Aanwijzingen bij de instelling:
• Draairichting en servo-midden bladzijde 24: afhankelijk van de montage van de servo’s moet eerst de
draairichting en de neutraalpositie via de desbetreffende codes afgesteld worden.
• Mixverhouding: de mixverhouding wordt via de code “Dual-Rate” (stuurfunctie CH2 voor richtingsroer-
uitslag en CH3 voor hoogteroer-uitslag, zie bladzijde 21) ingesteld.
2. rolroer- / welfkleppen-mixer: “FPR” staat voor Flaperon en schakelt twee aan ontvangeruitgangen 2 en 6
aangesloten servo’s als:
• rolroer, wanneer de stuurknuppel voor stuurfunctie 2 wordt bewogen
• welfklep, wanneer het stuurelement voor stuurfunctie 6 wordt bewogen.
Aanwijzingen bij de instelling:
• Draairichting en servo-midden bladzijde 24: afhankelijk van de montage van de servo’s moet eerst de
draairichting en de neutraalpositie via de desbetreffende codes afgesteld worden.
• Mixverhouding: het mixpercentage van de rolroersturing – stuurfunctie 2 – kan via “DUAL-RATE” en
“EXPONENTIAL” aangepast worden. CH2 heeft dan effect op de uitgangen 2 en 6 samen!
• Het mixpercentage van de welfkleppensturing kan via de servouitslag- instelling CH6 (bladzijde 25) worden
aangepast.
In beide gevallen moet het stuurelement CH6 in de desbetreffende eindpositie worden gebracht, om de per kant
verschillende instelling te kunnen afstellen.
Aanwijzing:
Afhankelijk van de inbouw van de servo’s en roeraansturingen kan het bij het programmeren van Delta-
modellen voorkomen, dat de draairichting van de servo’s onjuist is. De onderstaande tabel geeft aanwijzingen
om dit te kunnen verhelpen.
servo met onjuiste draairichting oplossing
rolroer ompolen met servo-omkeer
hoogteroer servo-aansluiting 2 + 3 verwisselen
Voorbeeld programmering modeltype ACROBATIC – NAUTIC – CAR “AC”
Met name het programma “AC” is voor scheeps- en automodellen bedoeld, omdat in tegenstelling tot de
modeltypen Unifly “FL” en met name Helicopter “HE” de ontvangeruitgangen softwarematig niet onderling
gekoppeld zijn. Iedere ontvangeruitgang kan vanuit de zender gezien apart worden aangestuurd. Toch heeft u via
de drie vrij programmeerbare mixers “A”, “B” en “C” op elk moment de mogelijkheid, twee uitgangen met
elkaar te koppelen, b.v. wanneer de besturing van een modelauto of de trimkleppensturing van een scheepsmodel
via twee aparte servo’s plaatsvindt.
Tip:
Natuurlijk kunt u ook in het modeltype Unifly auto’s en schepen besturen: hier is de koppeling van de
ontvangeruitgangen 2 + 5 van de rolroersturing als trimkleppensturing erg makkelijk. Met name de
differentiatie-mixer “MIX DIF”(bladzijde 37) kunt u hierbij gebruiken.
Wanneer de in totaal 7 servo-aansluitingen van de mc-12 niet voldoende zijn, kunt u voor met name de
functionele modelbouw (trucks en schepen) nog beschikken over 1/5 K NAUTIC-Multi-Split-modulen (Best.-nr.
4138
). In de zender kunnen twee modulen ingebouwd worden. Elke module breidt een proportioneel stuurkanaal










