Operation Manual

Indien het model geen rolroeren heeft of beide roeren met maar één centrale servo worden aangestuurd, laat u de
desbetreffende ontvangeruitgangen onbezet. De bijbehorende programmeerstappen, die de rolroeren betreffen,
slaat u in dit geval over.
De onderstaande beschrijving heeft betrekking op de belangrijkste functies van zowel de Systeem-rotatie als ook
van de Instel-rotatie. Let u er op, dat met name de mixwaarden per model kunnen variëren.
Controleert u vóór de start in ieder geval alle instellingen, om fouten bij het programmeren uit te sluiten.
standaard model met twee rolroerservo’s
aan de zenderkant benodigde toebehoren bij gebruik van de “landingshulp”
draaimodule Best.-nr. 4170 of: schakelmodule Best.-nr. 4171 (naar keuze) externe schakelaar Best.-nr. 4160 of 4160.1
ontvangertoewijzing
rolroer rechts
richtingsroer
hoogteroer
rolroer links
( motordrossel of regelaar)
richtingsroer (Rudder) hoogteroer (Elevator) rolroer links (Aileron)
rolroer rechts (Aileron) ( motordrossel of regelaar)
inschakelen van de
Systeem-rotatie
om de basis-instellingen te programmeren bladzijde
Beide wip-toetsen naar beneden duwen (=
ENTER
)en tegelijkertijd de zender aanzetten. 17
De Systeem-rotatie kan alleen bij het inschakelen van de zender geactiveerd worden, zodat
tijdens het vliegen niet per ongeluk b.v. de modelgeheugenplaats veranderd kan worden.
modelkeuze
Kies met INC / DEC een vrije modelgeheugenplaats 1 tot 8 uit, b.v. “2”. Via CH wordt 17
gedurende korte tijd de actuele modelnaam (hier: “2” = modelgeheugenplaats, “FL”= modeltype
Unifly) aangeduid.
Reset
Vóór het invoeren van nieuwe data geselecteerde modelgeheugen terugzetten naar de 18
standaardwaarden.
modeltype
Voor het uitgekozen modelgeheugen “2” het modeltype via
INC
of
DEC
uitkiezen, hier: “FL” 18
(Unifly). Nieuw gekozen modeltype wordt pas via
ENTER
of
MODE
overgenomen. Via
CLEAR
komt u (zonder gegevens te verliezen) naar het actuele type terug, wanneer het nieuwe modeltype
nog niet bevestigd is.
stuurtoewijzing 1…4
“1”: gas / rolroer op de rechter stuurknuppel, hoogte / richting op de linker stuurknuppel. De 19
toewijzing van de ontvangeruitgangen blijft hierbij onveranderd. De toewijzing van de beide
stuurknuppels is een kwestie van gewoonte.
modelnaam
Via
CH
de juiste positie kiezen. Via
INC / DEC
alfanumeriek teken selecteren.
CLEAR
18
overschrijft de nieuwe modelnaam door het actuele modelnummer en het actuele modeltype
weer te geven ( hier: “2FL”).
terugkeren naar de normale bedrijfsaanduiding
Verlaten van de Systeem-rotatie via
ENTER
. In de aanduiding verschijnt de nieuw
geprogrammeerde modelnaam “ABC”.