Operation Manual
10 MIX DIF
rolroer-differentiatie
De rolroer-differentiatie, d.w.z. ongelijke positieve en negatieve uitslag van de beide rolroer-servo’s, kan van normaal (0%)
tot Split (100%) worden ingesteld.
Bij foutieve rolroer-differentiatie zie aanwijzing op bladzijde 37.
geïnitialiseerde standaardwaarde: 0%
0% normaal 50% differential 100% split
0% normaal 50% differential 100% split
11
MIX FA0/1
welfklep-rolroer (Flap- Aileron)
Bij bedienen van de Flap-draaimodule (CH6) kunnen beide rolroerservo’s parallel aan (Flaperon) of tegengesteld met
(Butterfly-stelling) de profielverstelling individueel van 0…±125% versteld worden. Via een externe schakelaar (bus 3) kan
tussen twee instellingen worden omgeschakeld. Let er op, dat de schakelaar 3 ook de mixer “MIX C” schakelt.
omschakeling tussen de instellingen “FA1” en “FA0”
OFFSET-instelling: INC of DEC indrukken en daarbij de draai- of schakelmodule aan CH6 in gewenste positie brengen.
Offsets van de mixprogramma’s 9 en 11 worden wederzijds overgenomen en gelden voor beide mixer-instellingen “FA1” en
“FA0”.
12
MIX S-F
remklep-spoiler (Spoiler-Flap)
Bij het bedienen van de stuurfunctie 1 kunnen de welfklepservo’s voor de landing individueel van 0…
±
125% versteld
worden. In combinatie met de mixers 9 en 10 wordt het hoogteroer bijgetrimd en de rolroeren afhankelijk van de mixrichting
in dezelfde richting of tegengesteld uitgedraaid.
instelling mixpercentage
OFFSET-instelling: INC of DEC indrukken en daarbij de stuurknuppel 1 in de gewenste positie brengen.
13
MIX VTL
V-staartmixer (V-Tail)
Koppeling vande beide aan de ontvangeruitgangen 3 + 4 aangesloten servo’s voor hoogte- en richtingsroerbesturing. De
mixverhouding van de beide servo’s is via de DUAL-RATE-stuurfuncties 3 en 4 instelbaar. Bij foutieve draairichting van de
hoogteroerservo’s zie aanwijzing op bladzijde 40.
mixer UIT mixer AAN
7
MIX A, B, C
vrij programmeerbare mixers
Zowel het mixprogramma (servo-functies 1…7) als ook het mixpercentage ( 0 tot ±125%) kunnen individueel gekozen
worden. De mixers kunnen voortdurend op “ON” staan of via externe schakelaars aan- en uitgezet worden.
Opmerkingen:
Bij het modeltype “FL” is onafhankelijk van de keuze van speciale kant-en-klare mixers de stuurfunctie 2 softwarematig verbonden met het
stuurkanaal 5. In verbinding met een vrij programmeerbare mixer moet u er op letten, dat mixfuncties elkaar dan overlappen, zie bladzijde
27.
mixer externe schakelaar letten op dubbele bezetting
C aan bus 3 mixer ‘FE1/ 0”en “FA1/ 0”
B aan bus 4
A aan bus 5
geïnitialiseerde standaardwaarde A11, B11 resp. C11
INC instelling
DEC mixpercentage
OFFSET:
INC of DEC indrukken en daarbij het desbetreffende stuurelement in de gewenste positie brengen,
echter eerst stuurfunctie en –kanaal vastleggen.
vastleggen stuurfunctie Voorb.: mixer 2-3
vastleggen stuurkanaal (servo-functie)
keuze: mixer voortdurend AAN (ON) of schakelbaar via externe schakelaar (hier 5)










