Operation Manual
toetsen
CH + INC (=CLEAR).
Deze zogenaamde Reset-functie is beëindigd, zodra het modelnummer niet
meer knippert.
Nieuw geïnitialiseerde programmagegevens na Reset:
In het menu ‘Systeem-rotatie”:
Modelnaam = modelnummer en actueel modeltype
Drossel-stuurrichting = normaal (”NORM”)
Geen gegevensverandering in de Systeem-roatatie bij de volgende codes:
Modelnummer, stuurtoewijzing, modeltype
In het menu ‘Instel-rotatie”:
Dual-Rate: = 100%
Exponential = lineair (“LN”)
Reverse-functie = normaal (“NORM”)
Servo-uitslag-middenverstelling = 0
Servo-uitslag-verstelling = 100%
Mixwaarden = geïnitialiseerde standaardwaarden
Zolang het modelnummer knippert, is RESET nog niet uitgevoerd.
Modeltype
Unifly, Acrobatic-Nautic-Car, Helicopter
Het programma van de mc-12 onderscheidt in totaal drie verschillende modeltype-klassen. De keuze moet vóór
het nieuw programmeren van een model met het Instel-rotatie-menu, zie vanaf bladzijde 20, plaatsvinden, omdat
zo vastgelegd wordt, welke opties er via de bijbehorende “TYP”-code opgeroepen kunnen worden. Een
overzicht van de drie kant-en-klare Multifunctie-programma’s bevindt zich op bladzijde 31. Voor het besturen
van modelauto’s en –schepen kiest u het beste het type “AC”.
Kiest u het modeltype met
INC / DEC
uit. De modeltype-aanduiding knippert in het display. De overname vindt
echter pas plaats na het indrukken van de
MODE
-toets of bij het verlaten van de Systeem-rotatie met
ENTER
(= CH + DEC)
. De hoofdmenu’s in het Instel-rotatie-programma worden nu overeenkomstig aangepast. Alle
oorspronkelijke instelparameters van deze geheugenplaats gaan bij het wisselen van een modeltype verloren.
Kant-en-klare programma’s:
FL = Unifly beschrijving zie bladzijde 32
AC = Acrobatic-Nautic-Car beschrijving zie bladzijde 48
HE = helicopter beschrijving zie bladzijde 62
Stuurknuppel-toewijzing
Toewijzing vande stuurfuncties 1tot 4
In principe zijn er 4 verschillende mogelijkheden om de vier stuurfuncties rolroer, hoogteroer, richtingsroer en
gas rep. remkleppen bij een vliegtuigmodel en rollen, nicken, hekrotor en gas / pitch bij een helicoptermodel aan
de beide stuurknuppels toe te kennen. Welke van deze mogelijkheden wordt gebruikt, hangt af van de
individuele gewoonten van elke modelvlieger.
Kiest u via INC / DEC tussen de mogelijkheden 1 tot 4, zie onderstaande afbeeldingen.
De verandering van stuurknuppel-toewijzing – MODE “MOD” genoemd – heeft geen invloed op al eerder
ingevoerde programmeringen of de ontvanger-aansluitingen.
Stuurtoewijzing voor vliegtuigmodellen:
mode 1 gas rechts
hoogteroer motor volgas
richtingsr. richtingsr. rolroer rolroer
links rechts links rechts
hoogteroer motor stationair










