User manual
▲RO▼ +90%
RO-tr. +90%
Diff. +33%
WK-pos. -7%
▲WK▲ +33% +33%
HO->WK 0% 0%
<<thermiek>>
RO2
▲RO▼ +77%
RO-tr. +77%
Diff. 0%
WK-pos. -9%
▲WK▲ +100% +100%
HO->WK 0% 0%
<<thermiek>>
WK
▲RO▼ +55%
RO-tr. +55%
Diff. 0%
WK-pos. -12%
▲WK▲ +100% +100%
HO->WK 0% 0%
<<thermiek>>
WK2
Niet alleen de beide welfkleppenparen (servo’s 6 + 7 en 9 + 10) maar ook de rolroeren (servo’s 2 + 5 en 11 + 12)
worden nu volgens het mixpercentage als welfkleppen meegenomen - normaal gesproken tegengesteld aan het
hoogteroer.
Reminstellingen
Aanwijzing:
Het menu “Reminstellingen” is “uit”-geschakeld, wanneer in het menu “Modeltype”, bladzijde 82, “Motor aan K1
voren/achter” en in de kolom “Motor” van het menu “Faseninstelling”, bladzijde 128 voor de actuele vliegfase
“ja” is ingevoerd. Wissel dus eventueel van vliegfase.
In het ook vliegfasen-specifieke ondermenu “Reminstellingen” van het menu “Vleugelmixers” kunt u instellen,
dat de rolroerparen 2 + 5 en 11 + 12 naar boven en de welfkleppenparen “WK” (6 + 7) en “WK2” (9 + 10) naar
beneden uitslaan, terwijl parallel daaraan eventueel het hoogteroer bijgetrimd wordt, zie bladzijde 162.
Om er voor te zorgen dat het remsysteem volgens uw wensen op de K1-stuurknuppel reageert, moet het
mixerneutraalpunt (Offset) aan het remsysteem aangepast worden.
Dit vindt plaats in het menu …
“Modeltype” (bladzijde 82)
Na keuze van de regel “Remoffs.” wordt de K1-stuurknuppel in de positie gebracht, vanaf waar de mixer moet
“aangrijpen” – normaal gesproken kort voor de voorste aanslag - en na selectie van het desbetreffende
waardenveld wordt dit aangrijpingspunt door een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-
toets bevestigd.
Wordt nu de K1-stuurknuppel over dit punt heen naar de piloot toe bewogen, dan worden alle mixers volgens hun
desbetreffende mixpercentage meegenomen. Onder dit punt blijft de mixer inactief, waardoor ook de keuze van
een “loos bereik” mogelijk is.
Als het model ook nog remkleppen resp. stoorkleppen heeft en uw ontvanger nog over een vrije uitgang 1
beschikt, kunt u deze ook via de k1-stuurknuppel aansturen, door de stoorkleppenservo gewoon aan uitgang 1
aan te sluiten. Wanneer u echter de linker en rechter stoorklep niet samen, maar elk met een eigen servo
aanstuurt, kunt u nog beschikken over ontvangeruitgang 8 om de tweede stoorkleppenservo aan te sluiten. In dit
geval programmeert u de verbinding naar de tweede stoorkleppenservo zoals beschreven in het onderdeel
“Parallel lopende servo’s” op bladzijde 254.
Reductie van de rolroer- en welfkleppendifferentiatie
Voor het verbeteren van het rolroereffect in de kraai-/Butterfly-positie moet een eventueel geprogrammeerde
rolroer-differentiatie automatisch teniet worden gedaan. Gebruik hiervoor de “Differentiatie-reductie” in de
“Reminstellingen” van het menu “Vleugelmixers”, die de mate van rolroer-differentiatie in een in te stellen
mate continu weer verkleint, wanneer u met de K1-stuurknuppel de roeren in de kraai-/Butterfly-positie brengt. Zie
hiervoor vanaf bladzijde 162.