User manual

HR WK Deze mixer neemt de rolroeren (RO) en welfkleppen (WK) bij een bedienen van het hoogteroer
mee.
De mixrichting moet zo worden gekozen, dat bij hoogteroer “up” alle kleppen naar beneden en
omgekeerd bij hoogteroer “down” naar boven uitslaan. Het mixpercentage ligt normaal
gesproken bij enkele tientallen procenten.
Nu wisselt u binnen het “Vleugelmixers”-menu naar de “Reminstellingen”
REMINSTELLINGEN
Butt. +44% +66%
D.red. +77% +55%
HO-curve =>
Aanwijzing:
Het menu “Reminstellingen” is “uit”-geschakeld wanneer in het menu “Modeltype”, bladzijde 82 “Motor aan K1
voor/achteren” en in de kolom “Motor” van het menu “Faseninstelling”, bladzijde 128 voor de actueel actieve
vliegfase "ja" i“ ingevoerd. Wissel dus eventueel van vliegfase.
Butt. Hierboven hebben we de K1-knuppel voor de remkleppensturing vastgelegd. Hier bepaalt u,
met welk percentage de RO en WK bij bedienen van de K1-knuppel meegenomen moeten
worden, en wel op een zodanige manier, dat beide rolroerkleppen “ietsje” naar boven en de
beide welfkleppen zo ver mogelijk naar beneden uitslaan.
Een aantippen van de toetsen ◄► van de linker touch-toets brengt u naar het menu
“servoaanduiding”, dat u de servo-bewegingen laat zien en met nam, dat boven de ingestelde
rem-Offset van 90%, zie verder hierboven, tot aan de einduitslag het K1-stuurelement geen
invloed heeft op de kleppen (“loos bereik” van de K1-knuppel).
D.red In de regel “Differentiatie-reductie” moet u de al eerder in de regel “Rolroerdifferentiatie”
ingestelde waarde invoeren, om deze bij het remmen weer ongedaan te maken.
HR-curve In deze regel stelt u eventueel nog een correctiewaarde voor het hoogteroer in, zie bladzijde
162.
Indien nodig moet u nog eens alle kleppen-uitslagen controleren en via het menu “Servoinstelling” de neutrale
positie, de uitslagen en de uitslagbegrenzing afstellen.
Mogelijkerwijze is het nu ook tijd, om de eerste vliegpogingen te doen, wanneer alle globale instellingen – dat wil
zeggen, alle vliegfasen-onafhankelijke instellingen – afgesloten zijn.
Hieronder worden nu twee extra vliegfasen aangemaakt, die elk een iets andere positie van de kleppen
vereisen.
Wissel daarom naar het menu …
“Faseninstelling” (bladzijde 128)
… en activeer met een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets de toewijzing van
fasennamen in de kolom “naam”:
Fa 1
Fa 2
Fa 3
Fa 4
Fa 5
Naam Faseklok
Nu geeft u aan de fase 1 – de normale fase -, dat is ook degene, die de huidige instellingen bevat, de naam
“normaal”, die u met de pijltoetsen uitkiest.
Fase 2 krijgt de naam “thermiek” en fase 3 de naam “speed”. Sluit de invoer door een kort aantippen van de
centrale ESC-toets van de linker touch-toets af:
Fa 1 normaal
Fa 2 thermiek
Fa 3 speed
Fa 4
Fa 5
Naam Faseklok
Breng nu het markeringskader via de kolom “Faseklok” naar rechts, naar de kolom “Om.tijd” en stel daar een
omschakeltijd vanuit een willekeurige andere fase naar de desbetreffende fase in, om een abrupt wisselen van
fase, d.w.z. een het plotselinge verspringen van kleppenposities, te vermijden. Probeer verschillende
omschakeltijden uit. In dit voorbeeld zijn we telkens van 1 s uitgegaan: