User manual
In de kolom “Om. tijd” (omschakeltijd) …
Fa 1 * normaal 4.0s
Fa 2 + thermiek 3.0s
Fa 3 + speed 2.0s
Fa 4 + start 1.0s
Fa 5 - 0.1s
Naam Om.tijd
… kan worden vastgelegd, binnen welke tijd bij een wissel van de ene naar (!) deze vliegfase er moet worden
“overlapt”, om een “soepele” overgang van de verschillende servo-posities mogelijk te maken. Zo wordt een
eventuele zware belasting van roeren resp. kleppen voorkomen. De “status”-kolom laat u door een ster “*” zien,
welke vliegfase op het moment actief is.
2e stap
Om tussen de verschillende vliegfasen te kunnen wisselen, is de toewijzing van één of meerdere schakelaars
nodig. Om tot maximaal 3 vliegfasen te kunnen omschakelen is één van de beide 3-weg-schakelaars (CTRL 9 of
10) het meest geschikt.
Elk van de beide schakelaar-eindposities wordt uitgaand van de middenpositie aan één van de
vliegfasenschakelaars A … F toegewezen. De toewijzing van de schakelaar vindt plaats in het menu …
“Fasentoewijzing” (bladzijde 134)
Eerst met het markeringskader “C” uitkiezen. Dan kort de centrale SET-toets van de rechter touch-toets
aantippen en de schakelaar vanuit de middelste positie naar een eindpositie brengen, bijvoorbeeld naar beneden:
FASENTOEWIJZING
Prior. combinatie
A B C D E F
6
<1 normaal >
Schakelaar weer terugbrengen naar de middenpositie, aansluitend “D” uitkiezen en na activeren van de
schakelaar-toewijzing de schakelaar in de andere eindpositie brengen, bijvoorbeeld naar boven:
FASENTOEWIJZING
Prior. combinatie
A B C D E F
6 7
<1 normaal >
De drie-standen-schakelaar is nu geprogrammeerd. Voor een eventuele vliegfase “start” zou u nu nog een andere
schakelaar kunnen toewijzen. In dit geval onder “A”, zodat vanuit elke andere vliegfase parallel aan het
inschakelen van de motor naar de fase “start” wordt geschakeld:
FASENTOEWIJZING
Prior. combinatie
A B C D E F
2 6 7
<1 normaal >
Daarna moeten de desbetreffende schakelaar-posities aan de bijbehorende vliegfasen(-namen) worden
toegewezen. Hoewelt u al namen heeft gegeven aan de vliegfasen, verschijnt er rechts op het display toch eerst
altijd de naam van fase <1 normaal>, zie voorgaande afbeeldingen.
Nu brengt u de drie-standen-schakelaar eerst in de ene eindpositie, bijvoorbeeld naar boven, en wisselt u op het
display het markeringskader naar rechts, naar het waardenveld voor de vliegfasen-namen. Tip kort op de centrale
SET-toets van de rechter touch-toets om het invoerveld te activeren en kies de voor deze schakelaarpositie
gewenste vliegfase, in dit voorbeeld <2 thermiek> met de pijltoetsen:
FASENTOEWIJZING
Prior. combinatie
A B C D E F
2 6 7
<2 thermiek >
Op precies dezelfde manier gaat u te werk bij de andere eindpositie van de schakelaar, die de aanduiding <3
speed> heeft gekregen.
Eventueel zet u nog schakelaar 2 om en wijst u aan deze schakelaarcombinatie de naam <4 start> toe. Door een
kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets sluit u de toewijzing van de namen af.
De vóór de toewijzing van de fasenschakelaars gemaakte vliegfasen-afhankelijke instellingen bevinden zich nu in
de vliegfase <1 normaal>. Dat is de fase, die bij een geopende <start>-schakelaar in de middenpositie van de
drie-standen-schakelaar wordt opgeroepen.