User manual
nu aan de knop van de proportionele draaiknop. Na een korte tijd verschijnt in het inverse veld de aanduiding
“stuurel.7”:
Ing. 5 GL ---- 0%
Ing. 6 GL ---- 0%
Ing. 7 GL ---- 0%
Ing. 8 GL St7 0%
Type Offset
Omdat de aandrijving meestal onafhankelijk van de eventueel actieve vliegfase ter beschikking moet staan laat u
echter de kolom “Type” – zoals hierboven al eerder vermeld – op de standaardwaarde “GL” staan.
De eventueel noodzakelijke aanpassing van de bij de motorregelaar horende stuuruitslagen kan in de kolom “-
uitslag+” worden ingevoerd, die u via de pijltoetsen naar rechts, over de kolom “Offset” heen, bereikt.
Ing. 5 +100% +100%
Ing. 6 +100% +100%
Ing. 7 +100% +100%
Ing. 8 +100% +100%
- weg +
Wanneer u nu door gelijktijdig aantippen van de toetsen ◄► van de linker touch-toets naar de
“Servoaanduiding” gaat en de draaiknop bedient, ziet u de balk van kanaal 8 van de ene kant naar de andere
kant en terug “wandelen”.
Wanneer u echter later – in de praktijk – het proportionele stuurelement te snel verdraait kan de daardoor
veroorzaakte abrupte motorstart de hele aandrijflijn sterk belasten, zodat u in ieder geval in de kolom “tijd” door
het invoeren van een waarde zulke gevallen kunt voorkomen.
Wissel daarom met één van de pijltoetsen nogmaals naar rechts, naar de kolom “Tijd” en breng daarna het
gekozen stuurelement in de richting “volgas”, zodat het markeringskader maar één waardenveld omsluit. Stel nu
een waarde van minimaal 1 s in, …
Ing. 5 0.0 0.0
Ing. 6 0.0 0.0
Ing. 7 0.0 0.0
Ing. 8 0.0 1.0
- tijd +
… zodat het bij een te snelle beweging van het proportionele stuurelement naar de richting “AAN” het er wat
langzamer aan toe gaat, waarvan u zich na een opnieuw wisselen naar de “Servoaanduiding” direct kunt
overtuigen.
Aanwijzing:
Aan de “UIT”-kant wordt geen vertraging ingevoerd, zodat de aandrijving op elk moment en direct kan worden
uitgezet. Dit belast de aandrijving ook niet, omdat deze dan slechts “uitdraait”.
Zou u in de menu’s “Faseninstelling” en “Fasentoewijzing” vliegfasen gedefinieerd hebben, dan moeten
de hierboven beschreven instellingen in elke actieve vliegfase op dezelfde manier worden doorgevoerd.
Anders vraagt u zich waarschijnlijk af, waarom na een wisselen van fase de motor op halve kracht begint te
lopen maar niet reageert op de draaiknop …
De instelling van de bij de motorregelaar passende stuuruitslagen en –richting wordt normaal gesproken in het
menu “Instelling stuurelement” in de kolom “-weg+” ingevoerd. Alternatief kunnen deze instellingen ook in het
menu …
“Servo-instelling” (bladzijde 90)
S4 => 0% 100% 100%
S5 => 0% 100% 100%
S6 => 0% 100% 100%
S7 => 0% 100% 100%
S8 => 0% 100% 100%
omk midden - weg +
… worden doorgevoerd.
Voorbeeld 2
Gebruik van één van de beide 3-standen-schakelaars CTRL 9 of 10
Deze variant realiseert een 3-staps-toerenregeling, b.v. motor UIT, “halve” en volle kracht. Aan de ontvangerkant
is een motorregelaar (vaartregelaar) nodig.
De benodigde instellingen zijn in principe dezelfde als de onder voorbeeld 1 beschreven instellingen. Daarom
gelden ook dezelfde aanmerkingen en aanbevelingen.
Afgezien van de onder voorbeeld 1 traploze en in voorbeeld 1 drietraps motorsturing heeft de keuze van één van
de beide typen stuurelement alleen effect op de soort sturing van de klokken, zie bladzijde 252.