User manual
Telemetrie
Via het “Telemetrie”-menu kunnen in realtime zender- en ontvangerdata en gegevens van optioneel aangesloten
telemetrie-sensoren, zie aanhangsel, opgeroepen en zichtbaar gemaakt worden.
De ontvangerdata worden via het in de HoTT-ontvanger geïntegreerde terugkoppelingskanaal naar de zender
overgebracht. Aan de ontvangers GR-12S HoTT (Best.-Nr. 33505), GR-12 HoTT (Best.-Nr. 33506), GR-16 HoTT
(Best.-Nr. 33508) en GR-24 HoTT (Best.-Nr. 33512) kan via de telemetrie-ingang telkens 1 sensor worden
aangesloten.
De mogelijkheid tot update van deze en toekomstige ontvangers door de gebruiker houdt de bijbehorende
“Telemetrie”-menu’s altijd op de nieuwste stand en zorgt ervoor, dat toekomstige functies of talen kunnen
worden toegepast.
Aanwijzing:
Na de registratie van uw product onder http://www.graupner.de/de/service/produktregistrierung
wordt u
automatisch via E-mail over updates geïnformeerd
Belangrijke aanwijzingen:
Deze handleiding bespreekt de functies die beschikbaar waren op het moment van de uitgave.
Zoals al eerder in het gedeelte “binden van meerdere ontvangers” op bladzijde 69 resp. 74 opgemerkt kunnen
er , indien gewenst, meerdere ontvangers per model gebonden worden. Bij een later gebruik is echter
alleen de ontvanger, die in de regel “TEL.ONTV.” van het “Telemetrie-menu” geactiveerd werd, in staat
om een telemetrie-verbinding met de zender op te bouwen! Dat betekent ook omgekeerd dat alleen de als
laatste gebonden ontvanger via het telemetrie-menu kan worden aangesproken! Eventueel moet dus de
volgorde van het binden worden veranderd, voordat er aan een bepaalde ontvanger instellingen doorgevoerd
kunnen worden.
Telemetrie
Tel. ontv. bind. 1
Instellen , weergeven
Sensor kiezen
Weergave HF status
Keuze aanzeggen
Let er bij het instellen van de radiobesturing altijd op, dat de zenderantenne altijd voldoende ver van
de ontvangerantennes verwijderd is! Anders riskeert u een gestoorde verbinding op het
terugkoppelingskanaal en daardoor een foutief gedrag.
Omdat de telemetriedata tussen zender en ontvanger maar na elk vierde datapakket worden uitgewisseld
heeft de dataoverdracht technisch gezien een bepaalde tijd nodig, zodat de reactie op bedieningstoetsen en
veranderingen van instellingen iets vertraagd plaatsvindt. Dit is dus geen mankement.
Programmeringen aan het model of aan sensoren mogen alleen plaatsvinden wanneer het model zich op de
grond bevindt. Voer de instellingen alleen door met een uitgeschakelde motor resp. losgemaakte aandrijfaccu!
Onbedoelde programmeringen kunnen anders niet worden uitgesloten. Een bv. per ongeluk geactiveerde
servotest zou eventueel het model kunnen laten neerstorten en tot schade of letsel kunnen leiden. Let ook op
de veiligheidsaanwijzingen op de bladzijden 4 … 7 van dit handboek en bij de verschillende aparte
handleidingen.
Alle instellingen (zoals Fail-Safe, omkeer servodraairichting, mixer- en curveninstellingen enz.), die u via het
menu “Telemetrie” programmeert worden uitsluitend in de ontvanger opgeslagen en eventueel bij het
ombouwen van de ontvanger in een ander model daarin meegenomen. Initialiseer uw HoTT-ontvanger
daarom voor de veiligheid opnieuw, wanneer u de ontvanger in een ander model wilt plaatsen, zie “Reset” op
bladzijde 43.
Programmeer daarom de omkeer van servodraairichtingen, servoweg, mixer- en curveninstellingen bij
voorkeur alleen via de MX-20-specifieke standaardmenu’s “servoinstelling”, bladzijde 90, “D/R Expo”,
bladzijde 108 resp. 112, “Kanaal 1 curve”, bladzijde 116 resp. 119 enz.. In andere gevallen overlappen de
instellingen elkaar, wat later bij gebruik in het gunstigste geval tot onoverzichtelijkheid, in het ongunstigste
geval tot problemen kan leiden.
Met de Channel-Mapping-functie van het in de zender MX-20HoTT geïntegreerde “Telemetrie”-menu kunnen
stuurfuncties ook willekeurig over meerdere ontvangers verdeeld worden of ook meerdere
ontvangeruitgangen van dezelfde stuurfunctie worden voorzien. Bijvoorbeeld om per rolroerhelft twee servo’s
in plaats van maar één enkele te gebruiken enz. Ook hierbij wordt dringend geadviseerd om bij het
programmeren altijd uiterst voorzichtig te werk te gaan.