User manual

Het door de leerling te sturen model moet verder compleet, d.w.z. met al zijn functies inclusief de trimming en
eventueel bijbehorende mixerfuncties, in een modelgeheugenplaats van de leraar-zender MX-20 HoTT
geprogrammeerd, omdat deze ook tijdens het leerlingvliegen het model uiteindelijk stuurt; ook de HoTT-ontvanger
van het model moet aan de leraarzender “gebonden” zijn.
De leraar-zender MX-20 HoTT MOET EERST AANGEZET EN DAARNA PAS DE VERBINDINGSKABEL
WORDEN VASTGESTOKEN.
Anders heeft u geen mogelijkheid, om de HF-module te activeren.
De leraarzender MX-20 HoTT kan verbonden worden met iedere geschikte leerlingzender, ook met zender
vande “klassieke” 35-/40-MHz-band. In zoverre de aansluiting aan de leerlingkant echter NIET via een
tweepolige DSC-bus plaatsvindt, maar bijvoorbeeld aan een driepolige leraar-leerling-aansluiting uit het
assortiment van Graupner is het een voorwaarde voor een correcte verbinding met een leerlingzender dat,
onafhankelijk van de bij de leraarzender gebruikte modulatiesoort, in de leerlingzender ALTIJD de
modulatiesoort PPM (18 resp. 24) is ingesteld.
Instelling leerlingzender
Het door de leerling te besturen model moet compleet, d.w.z. met alle functies inclusief de trimming en eventuele
mixerfuncties zowel in een geheugenplaats van de leraar- als ook van de leerlingzender geprogrammeerd
en de HoTT-ontvanger van het desbetreffende model aan de leraarzender “gebonden” zijn. In principe kan
echter een leerlingzender MX-20 HoTT ook aan een leraarzender van de “klassieke” 35/40 MHz-soort gekoppeld
zijn.
Als leerlingzender kan in principe ook bijna elke andere zender uit het voormalige en huidige Graupner-
programma met minstens 4 stuurfuncties gebruikt worden. Meer informatie hierover vindt u in de hoofdcatalogus
FS en op Internet onder www.graupner.de
.
De leerlingzender moet eventueel worden voorzien van de desbetreffende aansluitmodule voor leerlingzenders.
Deze moet volgens de bijgevoegde handleiding op de zenderprint worden aangesloten. Informatie wat betreft de
benodigde leerling-module vindt u in de Graupner-hoofdcatalogus FS en op Internet onder www.graupner.de
.
De verbinding naar de leraarzender vindt plaats via de bijbehorende kabel, zie volgende dubbele bladzijde.
De stuurfuncties van de leerlingzender MOETEN zonder tussenschakeling van welke mixers dan ook
direct op de stuurkanalen, d.w.z. de ontvangeruitgangen, effect hebben!
Bij zenders van de “mc” of “mx“-serie kunt u het beste een vrij modelgeheugen van het benodigde modeltype (
“vleugel” of “heli”) activeren, van de modelnaam “leerling” voorzien en de stuurtoewijzing (mode 1 … 4) en “gas
min naar voren/achteren” aanpassen aan de gewoonten van de leerling. Alle andere instellingen worden in de
basis-instelling gelaten! Bij het modeltype “heli” wordt ook nog de gas-/pitchrichting en de stationairtrimming in de
leerlingzender eventueel aangepast. Alle andere instellingen alsmede mix- en koppelfuncties vinden uitsluitend in
de leraarzender plaats en worden ook vanuit deze naar het model overgedragen.
Bij de zenders van het type “D” en “FM” moet ook nog de servo-draairichting worden gecheckt en eventueel
worden aangepast door het omsteken van de desbetreffende kabels. Alle mixers moeten ook worden
uitgeschakeld resp. op “nul” worden gezet.
Bij de toewijzing van de stuurfuncties moet de gebruikelijke volgorde worden aangehouden:
kanaal functie
1 motordrossel/pitch
2 rolroer/rollen
3 hoogteroer/nicken
4 richtingsroer/hekrotor
In zoverre u naast de functies van de beide kruisknuppels (1 … 4) nog meer stuurfuncties aan de leerlingzender
wilt overgeven, moeten in het menu “Instelling stuurelement” van de leerling-zender aan die ingangen, die
overeenkomen met de vrij gegeven stuurelement-nummers 5 … 12 van de leraarzender, tenslotte nog
bedieningselementen worden toegewezen.
Belangrijk:
Wanneer u aan de leerlingkant vergeten zou om een stuurelement toe te wijzen, dan blijft bij het
overgeven van de stuurfunctie de desbetreffende servo(‘s) in de middenpositie staan.
Volledig afhankelijk van de soort HF-verbinding tussen de leraarzender en het model moet de
leerlingzender altijd in de PPM-modus staan.
Moet aan de leerling-kant de zender via een DSC-bus aangesloten zijn, dan laat u de aan-/uit-
schakelaar van de leerlingzender ALTIJD op “UIT”, want alleen in deze positie vindt er ook na het
bevestigen van de DSC-kabel geen HF-afstraling plaats vanuit de zendermodule van de leerlingzender.