User manual

Algemene opmerkingen bij de vrij programmeerbare mixers
Op de voorafgaande bladzijden zijn in het kader van de beschrijving van de beide menu’s “Vleugelmixers” en
“Helikoptermix” een heel aantal kant-en-klare mixers beschreven. De principes van de bediening en de
betekenis werden u bovendien op bladzijde 145 al uit de doeken gedaan. Hieronder volgt algemenere informatie
over de zogenaamde “vrije mixers”:
De MX-20 HoTT biedt in elke modelgeheugenplaats een aantal vrij programmeerbare mixers, waarbij u de ingang
en uitgang alsmede het mixpercentage naar eigen goeddunken kunt definiëren, en wel:
8 lineaire mixers met de nummers M1 tot M8
4 kurvenmixers met de nummers K9 tot K12.
Deze in totaal 12 mixers zijn zeker in de meeste gevallen voldoende , in ieder geval wanneer u de mogelijkheden
van de voorgeprogrammeerde koppelfuncties toepast. In het menu “MIX act. / fase”, bladzijde 192, heeft u de
mogelijkheid om willekeurig ieder van deze 12 mixers vliegfasen-afhankelijk te activeren resp. te deactiveren.
Bij de “vrije mixers” wordt als ingangssignaal het aan een willekeurige stuurfunctie (1 tot 12) aanliggende of bij
een zogenaamd “schakelkanaal”, zie verder hieronder, het signaal van een willekeurige schakelaar gebruikt. Het
op het stuurkanaal liggende en aan de mixeringang toegevoerde signaal wordt door het desbetreffende
stuurelement en door de bijbehorende karakteristiek van dit stuurelement, zoals deze bv. in de menu’s “Dual
Rate / Expo”, “Kanaal 1 curve” en Iinstelling stuurelement” zijn vastgelegd, bepaald.
De mixeruitgang heeft effect op een vrij te kiezen stuurkanaal ( 1 tot –afhankelijk van het type ontvanger – max.
12) die, voordat hij het signaal naar de servo verstuurt, alleen nog door het menu “Servo-instelling”, dus de
functie servo-omkeer, neutraalpunt-verschuiving , servo-uitslag en servo-uitslagbegrenzing en eventueel
“Zenderuitgang” kan worden beïnvloed.
Een stuurfunctie mag tegelijkertijd voor willekeurig veel mixer-ingangen worden gebruikt, wanneer b.v. mixers
parallel geschakeld moeten worden.
Omgekeerd mogen ook willekeurig veel mixer-uitgangen op één en hetzelfde stuurkanaal effect hebben. Met
name in het laatste geval moet u er op letten, dat de desbetreffende servo ook dan niet mechanisch vastloopt,
wanneer meerdere mixersignalen bij elkaar worden opgeteld. Eventueel moet u voor de veiligheid in het menu
“Servo-instelling” een passende begrenzing van de uitslag instellen.
Voor complexere toepassingen kunnen mixers ook in serie worden geschakeld: in dit geval wordt als
ingangssignaal van de “in serie” geschakelde mixer niet het (van het stuurelement afkomstige) signaal aan de
“uitgang” van een stuurfunctie, maar het “verder daarachter”, aan de “ingang” van een stuurkanaal liggende
signaal(-mix) gebruikt. Voorbeelden volgen hieronder, bij de beschrijving van de vrije mixers.
Softwarematig is de vrij programmeerbare mixer eerst altijd ingeschakeld. Naar keuze kan aan de mixer echter
ook een AAN-/UIT-schakelaar worden toegewezen. Let u echter vanwege het grote aantal schakelbare functies
op een onbedoelde dubbele bezetting van een schakelaar.
De beide wezenlijke parameters van de mixers zijn
… het mixpercentage, dat bepaalt, in welke mate het ingangssignaal op het aan de uitgang van de mixer
aangesloten stuurkanaal effect heeft. Bij de lineaire mixers kan het mixpercentage symmetrisch of
asymmetrisch worden ingesteld en bij de curvenmixers ook nog via maximaal 6 punten naar eigen inzicht
worden geconfigureerd, om ook extreme niet-lineaire curven te kunnen realiseren.
… het neutraalpunt van een mixer, dat ook wordt aangeduid met “Offset”.
De Offset is dat punt op de stuuruitslag van een stuurelement (stuurknuppels, proportionele stuurelementen
CTRL 6 … 8 en SW 1 … 9) waarbij de mixer het aan zijn uitgang aangesloten stuurkanaal net niet
beïnvloedt. Normaal gesproken is dit de middenpositie van het stuurelement. De Offset kan naar een
willekeurige plaats van de stuuruitslag worden verschoven. Omdat de curvenmixers helemaal vrij kunnen
worden ingesteld, is een standaard-instelling van een mixer-neutraalpunt alleen bij de 8 lineaire mixers
zinvol.
Schakelkanaal “S” als mixer-ingang
Af en toe is echter slechts een constant stuursignaal als mixer-ingang nodig, om bv parallel aan de gesloten
sleepkoppeling het hoogteroer – helemaal onafhankelijk van de normale trimming - iets “up” te geven.
Via de zowel aan de sleepkoppeling als aan de mixer toegewezen schakelaar kan dan niet alleen de
eerstgenoemde worden geopend en gesloten, maar via het mixpercentage ook de gewenste trimimpuls aan het
hoogteroer worden toegediend. Om het verschil aan te duiden wordt deze stuurfunctie van de mixer-ingang in het
programma voorzien van de letter “S” van “schakelkanaal”.
Indien het bijbehorende “doelkanaal” niet ook nog via diens “normale” stuurelement wordt beïnvloed moet u in het
menu “Alleen mix kanaal”, bladzijde 193, dit stuurelement van de functie-ingang van het betreffende