User manual
In de autorotatie-vliegfase wordt deze mixer automatisch uitgeschakeld .
Verbergen van het autopiloot- (gyro-) effect
Nick -> gas 0%
Nick -> hek 0%
Gyroverb. 0%
TS-verdraaiing 0
TS-begr. UIT
<<normaal>> SEL
Als eerste moet gezegd worden, dat deze functie bij de tegenwoordig in omloop zijnde Gyro-systemen
normaal gesproken niet mag worden gebruikt. Let u in ieder geval op de bijgeleverde handleiding, omdat
u anders riskeert dat uw heli onbestuurbaar wordt. Toch is dit menu aanwezig, om aan alle gewoonten en
eisen recht te doen.
Met dit programmaonderdeel kan het effect van de autopiloot (“gyro”) afhankelijk van de bediening van de
hekrotorstuurknuppel worden aangepast, wanneer een systeem wordt gebruikt, waarbij het effect van de
autopiloot via een apart kanaal – bij de Graupner-radiobesturingssystemen kanaal 7 - vanaf de zender kan
worden ingesteld. De gyro-reductie reduceert het effect van de autopiloot bij een toenemende uitslag van de
hekrotorstuurknuppel lineair volgens de ingestelde waarde. Zonder deze functie, bij een ingestelde waarde van
0%, is het gyro-effect onafhankelijk van de knuppeluitslag constant.
Het effect van de autopiloot kan echter via een in de regel “Gyro 7 ” in het menu “Instelling stuurelement”,
bladzijde 103 toegewezen stuurelement, bv. één van de proportionele draaiknoppen CTRL 7 of 8 ook nog
traploos tussen minimaal en maximaal worden gevarieerd: het effect is maximaal bij een volledige uitslag van het
proportionele stuurelement en minimaal bij een uitslag naar de andere kant van dit stuurelement.
Softwarematig is het natuurlijk mogelijk, om het effectbereik via de instellingen van dit stuurelement naar beide
kanten te beperken.
Afhankelijk van de positie van het zijdelingse proportionele stuurelement bedraagt het gyro-effect bij een volledige
uitslag van de hekrotorstuurknuppel:
“momentele positie van de schuif min waarde van de gyro-reductie”
Bevindt het stuurelement zich in de neutrale positie, dan reduceert het gyro-effect zich bij een gyro-reductie van
100% bij een toenemende hekrotoruitslag tot nul en voor waarden tussen 100% en de maximale waarde van
199% kan een volledige gyro-reductie – afhankelijk van de positie van het stuurelement – al vóór de volledige
uitslag van de hekrotor worden bereikt, zie afbeelding volgende bladzijde.
Bij de Graupner/JR-gyro NEJ-120BB, Best.-nr. 3277 wordt zowel de onderste als ook de bovenste waarde via
een draairegelaar ingesteld: regelaar 1 stelt het minimale gyro-effect bij de onderste positie van het proportionele
stuurelement in, regelaar 2 het maximale effect in bovenste eindpositie van het stuurelement; de omschakeling
tussen de beide waarden vindt ongeveer in het midden van de uitslag van het stuurelement plaats.
De gyrosystemen PIEZO 900, PIEZO 2000 en PIEZO 3000 hebben daarentegen een proportionele, traploze
instelling van het autopiloot-effect; zie de voorbeelddiagrammen verder hieronder.
De vliegfasenspecifieke –statische- instelbaarheid van het gyro-effect biedt u de mogelijkheid om bijvoorbeeld
normale, langzame vluchten met een maximale stabilisatie te vliegen, en bij snelle rondvluchten en kunstvlucht
het gyro-effect te verkleinen.
Voorbeelden van verschillende gyro-instellingen en aanwijzingen bij het instellen
1. lineaire gyro-reductie: 0 tot 199%. In de middenpositie van de hekrotorstuurknuppel beschikt u over de via het
gekozen stuurelement ingestelde gyro-effect. Deze kan via één van de proportionele draaiknoppen traploos van
nul (“min”) tot aan het maximum (“max”) worden ingesteld, in zoverre de uitslag van het stuurelement niet
verkleind is. Het daadwerkelijke effect van de autopiloot kan men bij een volledige hekrotoruitslag als volgt
berekenen:
“Momentele positie van het gyro-stuurelement min de waarde voor de autopiloot-reductie”,
d.w.z. bij 0% gyro-reductie blijft het effect bij een bedienen van de hekrotorstuurknuppel constant, bij 50% wordt
deze waarde verkleind tot de helft, wanneer het gekozen stuurelement, zoals hier getoond, tot +50% van de
stuuruitslag wordt verschoven en pas bij >150% is deze waarde bij deze positie van de schuif al vóór een
volledige uitslag van de hekrotor gereduceerd tot nul.