User manual
Mixerfuncties
Hieronder worden de verschillende opties van het menupunt “Vleugelmixers”, apart voor 1-, 2- en multikleppen-
modellen besproken. Eerst echter enkele opmerkingen over de differentiatie van rolroeren en welfkleppen:
Rolr-diff. resp. diff. (rolroer-differentiatie)
VLEUGELMIXERS
Rem-instellingen =>
Rolr.-diff. 0%
RO -> RI 0%
HO -> RO 0% 0%
<<normaal>>
▲RO▼ +100%
RO-tr. +100%
Diff. 0%
WK-pos. 0%
<<normaal>>
RO
Bij het naar beneden uitslaande roer van een rolroeruitslag ontstaat een grotere weerstand dan bij het even ver
naar boven uitslaande roer. Daaruit resulteert o.a. een draaimoment om de hoogte-as met als gevolg een
“uitdraaien” uit de vliegrichting, zodat dit ongewenste neveneffect ook wel bekend staat als “negatief
draaimoment”. Dit effect doet zich bij zweefvliegtuigen met een hoge vleugelslankheid sterker gelden dan bij bv.
motorvliegtuigen met hun duidelijk kortere hevelarmen, en moet normaal gesproken gecompenseerd worden door
een gelijktijdige en tegengestelde uitslag van het richtingsroer. Dit veroorzaakt echter weer extra luchtweerstand
en verslechtert de vliegprestaties nog meer.
De rolroerdifferentiatie heeft als effect, wanneer voor ieder rolroer een aparte servo is ingebouwd, dat het naar
beneden uitslaande rolroer een kleinere uitslag heeft dan het naar boven uitslaande rolroer. Het (ongewenste)
negatieve draaimoment wordt daardoor verkleind resp. opgeheven. Voorwaarde is echter wel, dat ieder rolroer
wordt aangestuurd door een aparte servo, die daarom ook meteen in de vleugel kan worden ingebouwd. Door de
kortere aansturingen ontstaat er een reproduceerbare en spelingvrijere aansturing van het rolroer.
0% (normaal)
50% (gedifferentieerd)
100% (split)
Deze elektronische differentiatie, die tegenwoordig gebruikelijk is, heeft in tegenstelling tot mechanische
oplossingen, die meestal al bij de bouw van het model moeten worden ingesteld en vaak bij sterke differentiatie
snel tot een grote hoeveelheid speling in de aansturing leiden, grote voordelen.
Zo kan bv. de mate van differentiatie op elk moment veranderd worden, in het meest extreme geval kan de
rolroeruitslag naar beneden in de zogenaamde “Split”-positie zelfs helemaal onderdrukt worden. Op deze manier
wordt niet alleen het negatieve draaimoment, maar kan er zelfs een positief draaimoment ontstaan, zodat bij een
rolroeruitslag een draaien om de hoogte-as in de richting van de bocht ontstaat. Vooral bij grote
zweefvliegtuigmodellen kunnen op deze manier “nette” bochten met alleen de rolroeren worden gevlogen, wat
normaal gesproken niet zonder meer mogelijk is.
Het instelbereik van – 100% tot + 100% maakt het mogelijk om onafhankelijk van de draairichtingen van de
rolroerservo de juiste differentiatie in te stellen. “0%” komt overeen met de normale aansturing, d.w.z. geen
differentiatie en “-100%” resp. “+100%” met de Split-functie.
Lage absolute waarden zijn bij kunstvlucht nodig, om er voor te zorgen dat het model bij een rolroeruitslag exact
om de lengteas draait. Middelmatige waarden van ca. –50% resp. +50% zijn typisch voor het ondersteunen van
bochten in de thermiek. De split-positie (-100%, +100%) wordt vaak bij hellingvliegen toegepast, wanneer
uitsluitend met de rolroeren bochten gevlogen moeten worden.
Gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet in het actieve (inverse)
veld een veranderde waarde terug naar 0%.
Opmerking:
Negatieve waarden zijn bij een juiste bezetting van de kanalen meestal niet nodig.