User manual
Faseninstelling
Inrichten van vliegfasen
Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Faseninstelling” van het
multifunctie-menu:
Stuurelem.sch.
Faseninstelling
Fasentoewijzing
Fasentrim
Onvertr. kanalen
Klokken (Algemene)
Door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt.
Binnen een modelgeheugenplaats biedt de MX-20 HoTT de mogelijkheid, om maximaal 7 van elkaar afwijkende
instellingen voor verschillende vliegtoestanden, normaal gesproken aangeduid met “vliegfasen”, te
programmeren.
Afhankelijk van de instelling “gas min naar voren/achteren” of “geen” in de regel “Motor aan K1” van het menu
“Modeltype” kunt u op het display van uw zender na het oproepen van het menupunt “Faseninstelling” …
Fa 1
Fa 2
Fa 3
Fa 4
Fa 5
Naam faseklok
… rechts van de kolom “Faseklok” nog de kolom “Motor” en “om.tijd” (omschakeltijd) of alleen de kolom “om.tijd”
(omschakeltijd) voor uw instellingen oproepen.
Het inrichten van vliegfasen
Het inrichten van vliegfasen voor vliegtuigmodellen begint u bij dit menupunt, waarbij u de diverse fasen een
naam toekent en een tijdsvertraging meegeeft, om een (soepel) omschakelen naar deze vliegfase mogelijk te
maken, waarbij – afhankelijk van uw model en uw instellingen – langere omschakeltijden dan de standaard 0,1 s
raadzaam zijn. U kunt ook meer fasen van namen en een omschakeltijd voorzien dan dat u op het moment denkt
nodig te hebben, want welke van de “al aangemaakte” fasen u tenslotte activeert, beslist u pas in het menu
“Fasentoewijzing”, bladzijde 134 met het zetten van fasenschakelaars.
Of op het moment aan één van de fasen 1 … 7 al een schakelaar werd toegekend en hoe deze staat, is zichtbaar
in de rechter “status”-kolom:
teken opmerking
- Geen schakelaar toegekend
+ Fase via schakelaar op te roepen
* Kenmerkt de momenteel actieve fase
Aanwijzing:
Bij het programmeren van verschillende vliegfasen is de optie “Kopiëren vliegfasen” in het menu
“Kopiëren/wissen” handig. Eerst worden de parameters voor een bepaalde vliegfase vastgelegd en daarna naar
de volgende vliegfase gekopieerd, waar ze vervolgens naar behoefte kunnen worden aangepast.
Kolom “Naam”
Tip kort de centrale SET-toets van de rechter touch-toets aan en kies voor de benodigde vliegfase 1 tot max. 7
met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets de passende naam uit de lijst.
De volgorde van de fasen 1 tot max. 7 is totaal onbelangrijk en er mogen ook nummers worden overgeslagen.
Begin echter toch altijd met “fase 1”, de “normale fase”, die altijd actief is wanneer …
In het menu “Fasentoewijzing” geen fasenschakelaar is gezet, of
aan bepaalde schakelaar-combinaties geen fase werd toegekend.
De fasenaam “normaal” zou daarom voor de “fase 1” zeker zinvol kunnen zijn. De namen zelf hebben geen
enkele programmeer-technische betekenis, ze zijn alleen nodig om bij het verdere programmeren de
verschillende vliegfasen uit elkaar te kunnen houden en worden daarom in alle vliegfasen-afhankelijke menu’s en
ook in de basis-aanduiding van de zender op het display getoond.
Kolom “Faseklok”
Naast de standaardklokken van de basis-displayaanduiding kunt u beschikken over andere klokken, die in het
menu “Vliegfasenklok” (bladzijde 142) ingesteld kunnen worden.
Klok 1, klok 2, klok 3, ronde, tijd1, tijd2
De Vliegfasenklok “klok 1 … 3” en “tijd1” en “tijd2” lopen alleen in die vliegfase, waaraan ze in dit menu werden
toegewezen. In andere vliegfasen worden ze gestopt (en onzichtbaar gemaakt) en de toegewezen start-/stop-
schakelaar werkt niet.