User manual

Dual Rate / Expo
Omschakelbare stuurkarakteristiek voor rol, nick en hekrotor
Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Dual Rate / Expo” van het
multifunctie-menu:
Servoinstelling
Knuppelinstell.
Inst. stuurelem
Dual Rate / Expo
Kanaal 1 curve
Schak.aanduid.
Door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menu:
Rol ----- 100%
Nick ----- 100%
Hek ----- 100%
DUAL
SEL
De Dual-Rate/Expo-functie maakt een omschakelen resp. beïnvloeden van de stuuruitslagen en -karakteristieken
voor rol, nick en hekrotor mogelijk, d.w.z. de stuurfuncties 2 … 4 via schakelaars.
Een individuele curvenkarakteristiek van de stuurfunctie 1 (motor/pitch) kan in het menu “Kanaal 1 curve” zie
bladzijde 119, of voor gas en pitch apart in het menu Helikoptermix”, zie vanaf bladzijde 165, via maximaal 6
apart te programmeren punten worden ingesteld.
Dual Rate heeft een soortgelijk effect als de stuurelement-instelling in het menu “Instelling stuurelement”, dus
direct op de bijbehorende stuurfunctie, onafhankelijk daarvan, of deze één servo of via willekeurige complexe
koppel- en mixfuncties meerdere servo’s aanstuurt. De stuuruitslagen zijn per schakelaarpositie en vliegfase
tussen 0 en 125% van de normale stuuruitslag instelbaar.
Expo maakt voor waarden groter dan 0% een fijngevoelig sturen van het model rond de middenpositie van de
desbetreffende stuurfunctie (rol, nick en hekrotor) mogelijk, zonder de volledige uitslag bij een volledige
stuurknuppeluitslag te hoeven missen. Omgekeerd wordt voor waarden kleiner dan 0% het effect van het
stuurelement rondom de middenpositie vergroot, en in de richting van de volledige uitslag weer verkleind. De
waarde van de “progressie” kan dus van – 100% tot + 100% worden ingesteld, waarbij 0 % overeenkomt met de
normale, lineaire stuurkarakteristiek.
Een verdere toepassing vloeit voort uit het gebruik van de tegenwoordig vaak gebruikte draaiservo’s: de
roeraansturing verloopt namelijk niet-lineair, d.w.z. met een toenemende draaihoek van de stuurschijf resp. van
de servohevel wordt de roeraansturing via de stuurstang - afhankelijk daarvan, hoe ver naar buiten de
stuurstang aan de servohevel is bevestigd – steeds kleiner. Met Expo-waarden groter dan 0% kan dit effect
worden tegengegaan, zodat bij een groter wordende knuppeluitslag de draaihoek meer dan proportioneel
toeneemt. Ook de Expo-instelling heeft direct betrekking op de bijbehorende stuurfunctie, onafhankelijk van het
feit of deze effect heeft op één servo of via willekeurige koppel- en mixfuncties op meerdere servo’s.
De Expo-functie kan net als de Dual-Rate-functie tijdens het vliegen worden omgeschakeld, wanneer aan deze
functie een schakelaar werd toegewezen. U bent helemaal vrij in de keuze van de schakelaar. Daardoor bestaat
ook de mogelijkheid, om Dual Rate en Expo via één enkele schakelaar met elkaar te verbinden, wat vooral bij
snelle modellen een groot voordeel kan zijn.
Op het display worden de curvenkarakteristieken direct zichtbaar gemaakt. De gestippelde verticale lijn beweegt
na keuze van de bijbehorende regel synchroon met de desbetreffende stuurknuppel, om het verloop van de curve
beter te kunnen beoordelen.
Vliegfase-afhankelijke Dual-Rate- en Expo-instellingen
Wanneer u in het menu “Faseninstelling” en “Fasentoewijzing vliegfasen heeft aangemaakt en van een
passende naam heeft voorzien verschijnt deze naam in het display links onderaan, bv. “normaal”. Bedient u dus
eventueel de bijbehorende schakelaar om tussen de verschillende vliegfasen om te schakelen.
Principes van de bediening
1. Schakel naar de gewenste vliegfase en kies dan de gewenste regel “rol”, “nick” of “hek” met de
pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets.
2. Met de pijltoetsen ◄► van de linker of rechter touch-toets de rechter kolom of de nog niet zichtbare
kolom voor de Expo-waarden, zie bladzijde 27, selecteren..
3. De centrale SET-toets van de rechter touch-toets aanraken. Het bijbehorende invoerveld wordt invers
afgebeeld.
4. Met de pijltoetsen van de rechter touch-toets de gewenste waarde invoeren.
5. De centrale SET-toets van de rechter touch-toets aanraken, om de invoer af te sluiten.
6. Gelijktijdig aanraken van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet eventueel
gewijzigde waarden weer terug naar de standaardwaarden.