User manual
Ook een hoge voorwaartse snelheid van het model resp. hoveren bij een sterke tegenwind kan er toe leiden dat
het stabiliserende effect van het kielvlak samen met de autopiloot tot een overreactie leidt, wat weer zichtbaar
wordt door een schommelen van de staart. Om in iedere situatie een optimale stabilisatie door de gyro te
bereiken, moet u de optie benutten om de gevoeligheid van de gyro via de zender met de proportionele draaiknop
CTRL 7 of 8 aan te passen.
Gaslimiet-functie
“Gasl.12”
Standaard is de ingang “Gasl.12” al toegewezen aan de links boven op de zender gemonteerde proportionele
draaiknop CTRL6:
Ing. 9 GL ----- 0%
Ing. 10 GL ----- 0%
Ing. 11 GL ----- 0%
Gasl.12 GL St.6 0%
<<normaal>>
Type Offset
Door deze toewijzing is het niet meer nodig om twee vliegfasen “met idle up” en “zonder idle up” te
programmeren, zoals u dat misschien gewend was bij andere besturingen, omdat het verhogen van het
systeemtoerental onder het hoverpunt bij het MX-20 HoTT-programma veel flexibeler en fijngevoeliger is dan bij
de zogenaamde “idle up”. Als u echter toch liever uw helikopter met “idle up” wilt programmeren, dan schakelt u
de hieronder beschreven functie “gaslimiet” uit, door de ingang “Gasl.12” op “vrij” te zetten.
Betekenis en toepassing van “gaslimiet”
Zoals al eerder bij de functie “gas” werd gezegd, wordt in tegenstelling tot een vleugelmodel bij een
helikoptermodel het vermogen van de motor niet direct met de K1-knuppel, maar slechts indirect via de in het
menu “Helikoptermix” ingestelde gascurve geregeld of – wanneer u in uw model een toerenregelaar gebruikt –
door deze.
Aanwijzing:
Voor verschillende vliegfasen kunt u via de programmering van vliegfasen natuurlijk ook individuele vliegfasen
instellen.
In de praktijk is het zo, dat echter zowel bij de traditionele motoraansturing als bij toepassing van een
toerenregelaar de motor van een helikopter bij “normaal” vliegen nooit in de buurt van het stationaire toerental
komt, en dat deze motor daarom normaal gesproken niet zonder meer gestart of goed afgesteld kan worden.
De functie “gaslimiet” lost dit probleem elegant op, doordat via een apart stuurelement – standaard de links boven
op de zender gemonteerde draaiknop CTRL 6 – de positie van de gasservo resp. de vermogensregeling van een
motorregelaar begrensd kan worden. Op deze manier is het mogelijk om met de gaslimiet-draaiknop het “gas”
ook tot aan de stationaire positie terug te nemen, waar dan de trimmer van de gas-/pitch-stuurknuppel de
controle overneemt, resp. om een elektro-aandrijving helemaal uit te zetten. Omgekeerd kan de gasservo resp.
de regelaar natuurlijk alleen dan de volgaspositie bereiken, wanneer met de gaslimiter ook de hele servo-uitslag
vrijgegeven is. De ingang “lim” is daarom in het helikopterprogramma voor de functie “gaslimiet” gereserveerd.
De instelling van de waarde aan de (rechter) plus-kant in de kolom “weg” moet in ieder geval zo groot worden
ingesteld, dat in de maximumpositie van de gaslimiter de via gascurven-instellingen haalbare volgaspositie niet
begrensd wordt – normaal gesproken zal dit een waarde tussen +100 en +125 % zijn.