33124.MX-20 HoTT.3.
Algemene aanwijzingen Inhoudsopgave Aanwijzingen m.b.t.
DSC-uitgang Motor-stop Helikoptermodel Modelnaam Stuurtoewijzing Gebonden ontvanger Binden van ontvangers Ontvangeruitgang HF-module Reikwijdtetest DSC-uitgang Autorotatie Auto.
Keuze gesproken berichten “Algemene instellingen” “Servoaanduiding” “Servotest” “Invoerslot” “Info aanduiding” Programmeervoorbeelden Inleiding Vleugelmodel Eerste stappen Invoegen van een elektro-aandrijving K1-knuppel omschakelbaar tussen E-motor en Butterfly E-motor en stoorkleppen Bediening van de klokken door stuurelement of schakelaar Parallel lopende servo’s Gebruik van vliegfasen Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Instellen van tijdgestuurde processen 8-kleppen-vleugel Delta’s en staartloze modellen F3A-model
Veiligheidsaanwijzingen in ieder geval doornemen ! Om nog lang plezier aan uw modelbouwhobby te beleven, is het raadzaam deze handleiding nauwkeurig door te lezen en met name de veiligheidsvoorschriften op te volgen. Ook dient u zich zo snel mogelijk onder https://www.graupner.de/de/service/produktregistrierung.aspx te registreren, want alleen zo krijgt u automatisch per E-mail actuele informatie over uw product.
Inbouwen van stuurstangen In principe moet het inbouwen zó plaatsvinden, dat de stuurstangen vrij en licht lopen. Bijzonder belangrijk is, dat alle roerhevels hun volledige uitslagen kunnen uitvoeren, dus niet mechanisch begrensd worden. Om een draaiende motor ten allen tijde te kunnen stoppen, moet men de motordrossel zó hebben ingesteld, dat de carburateuropening helemaal gesloten wordt, wanneer de stuurknuppel en trimhevel in de stationaire positie worden gebracht. Let er op, dat geen metalen delen bv.
radiobesturing kunnen storen. Met name in modellen met elektroaandrijving moet iedere motor daarom zorgvuldig ontstoord worden. Ontstoorfilters onderdrukken zulke stoorimpulsen verregaand en moeten bij elektroaandrijving en gebruik van een radiobesturinginstallaties altijd worden ingebouwd. Let u daarbij op de aanwijzingen in de bedienings- en montagehandleiding van het model. Verdere details w.b. ontstoorfilters vindt u in de GRAUPNERhoofdcatalogus FS of op Internet onder www.graupner.de.
Veiligheidsaanwijzingen en behandelvoorschriften voor Nikkel-Metaal-Hydride accu’s Zoals bij alle technisch hoogwaardige producten is het absoluut noodzakelijk om de onderstaande veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen op te volgen, om een lang en veilig plezier van uw accu’s te hebben. Veiligheidsaanwijzingen Losse cellen en accu’s zijn geen speelgoed en mogen daarom niet binnen het bereik van kinderen komen. Vóór ieder gebruik de toestand van de accu’s controleren.
Lading Laden is alleen toegestaan met de gespecificeerde stromen, laadtijden, temperatuurgrenzen en onder voortdurend toezicht. Wanneer u niet over een geschikt snellaad-apparaat beschikt waarvan de laadstroom precies kan worden ingesteld moet de accu via de normale lading volgens de 1/10 C-methode worden geladen, zie voorbeeld hierboven. Zenderaccu’s moeten vanwege de verschillende laadtoestanden van de cellen altijd, indien mogelijk, met 1/10 C worden geladen.
MX-20 HoTT radiobesturingstechnologie van de nieuwste generatie HoTT (Hopping Telemetry Transmission) is de synthese van knowhow, engineering en wereldwijde tests door professionele piloten op het 2,4-GHz-gebied en bidirectionale communicatie tussen zender en ontvanger via een in de ontvanger geïntegreerd terugkoppelingskanaal . Gebaseerd op de al in 1997 geïntroduceerde Graupner/JR-computer-radiobesturingsset MC-24werd de radiobesturingsset MX-20 HoTT speciaal voor de gevorderde RC-piloot ontwikkeld.
Computersysteem mx-20 HoTT 12-kanaals radiobesturing met 2,4 GHz Graupner HoTT-technologie (Hopping Telemetry Transmission) Hoge betrouwbaarheid van de Graupner HoTT-technologie door bidirectionale communicatie tussen zender en ontvanger met geïntegreerde telemetrie, gesproken aanwijzingen, uitgang voor koptelefoon en ultrasnelle reactietijden. Programmering door vereenvoudigde programmeertechniek met touch-toetsen.
7 vliegfasen programmeerbaar 24 modelgeheugens met opslag van alle modelspecifieke programma- en instelparameters 7 schakelaars (2 drie-standen-schakelaars, 3 twee-standen-schakelaars en 2 druktoetsen) en 3 digitale elementen al ingebouwd en vrij te gebruiken Vrije toewijzing van alle schakelaars aan schakelfuncties door eenvoudig omzetten van de gewenste schakelaar Eenvoudige programmering van de omschakeling tussen motor en rem op K1-knuppel voor elektrozwever Interne Realtime klok om alle log
De set Best.-nr. 33124 bevat: Microcomputer-zender MX-20 HoTT met ingebouwde NiMH-zenderaccu 4NH-2000 RX RTU plat (wijzigingen voorbehouden), stekker-laadapparaat en bidirectionale Graupner ontvanger GR-24 HoTT. Aanbevolen laadapparaten (toebehoren) Best.-Nr. Aanduiding aansluiting aansluiting 220V 12V geschikt voor volgende accutypen NiCd NiMH LiPo loodaccu laadkabel geïntegreerd Voor het opladen is tevens voor de zender de laadkabel Best.-Nr. 3022 en voor de ontvangeraccu de laadkabel Best.-Nr.
Gebruiksaanwijzingen Stroomvoorziening van de zender De zender MX-20 HoTT is standaard voorzien van een oplaadbare NiMH-accu 4NH-2000 RX RTU (Best.-Nr. 2498.4FBEC) met hoge capaciteit. (Wijzigingen voorbehouden.) De standaard ingebouwde accu is echter bij levering nog niet opgeladen. De spanning van de zenderaccu kan tijdens het zenden op het LCD-display gecontroleerd worden.
Accu-bedrijfstijd op het display links onderaan Deze klok toont de cumulatieve bedrijfstijd van de zender sinds de laatste keer dat de accu werd opgeladen. Deze klok wordt automatisch naar de waarde “0:00” teruggezet, zodra bij opnieuw aanzetten van de zender, bv. na het opladen, merkbaar hoger is dan eerst.
Stroomvoorziening van de ontvanger Voor de stroomvoorziening van de ontvanger kunt u kiezen uit diverse 4- en 5-cellige NiMH-accu’s met verschillende capaciteit. Bij een gebruik van digitale servo’s adviseren we om een 5-cellige accu (6 V) van voldoende capaciteit te nemen. In het geval van een gemengd gebruik van analoge- en digitale servo’s moet u in ieder geval op de toegestane spanning van de servo’s letten.
Lengteverstelling van de stuurknuppels Beide stuurknuppels kunnen traploos in de lengte worden versteld, om het sturen aan de gewoonte van de piloot aan te kunnen passen. Hou de onderste helft van de geribbelde greep vast en maak door te draaien het bovenste deel los: Nu door omhoog- resp. naar beneden draaien de stuurknuppel verlengen of verkorten. Daarna de greep weer bevestigen door het onderste en bovenste gedeelte tegen elkaar in te draaien.
omklapbare antenne stelschroeven terugveerkracht stuurknuppels neutralisatieschroef neutralisatieschroef remveren remveren afstelschroeven afstelschroeven rechter knuppelaggregaat linker knuppelaggregaat laadbus zenderprint niet aanraken! verwisselbare Lithiumbatterij CR 2032 als back-upbatterij voor de geïntegreerde klok slot voor geheugenkaart Omzetten van de kruisknuppels neutralisering Indien gewenst kan zowel de linker als de rechter stuurknuppel van neutraliserend naar niet-neutraliserend wor
Remveer en ratel Met de buitenste van de beide schroeven (zie afbeelding hieronder) stelt u de remkracht en met de binnenste de kracht van de ratel van de desbetreffende stuurknuppel: Aanwijzing: De rechter knuppelaggregaat is in spiegelbeeld opgebouwd, zodat hier de bewuste schroeven links boven te vinden zijn. Terugstelkracht van de stuurknuppel De veerkracht van de stuurknuppels kan ingesteld worden op de gewoonten van de piloot.
Zenderbeschrijving Bedieningselementen van de zender Bevestigen van de omhangriem voor de zender Aan de bovenkant van de MX-20 HoTT-zender vindt u een bevestigingsoog, zie afbeelding rechts, waaraan u een draagriem kunt bevestigen. Dit punt is dusdanig aangebracht dat de zender optimaal uitgebalanceerd is wanneer deze aan de riem hangt. Best.-Nr. 1121 Omhangriem, 20 mm breed Best.-Nr.
Behuizingschroef Behuizingschroef Data-poort voor aansluiting Smart-Box Best.-Nr. 33700 Aansluiting oor- resp.
DSC Direct Servo Control De afkorting “DSC” bestaat uit de beginletters van de oorspronkelijke functie “Direct Servo Control”. Bij het HoTTsysteem is echter een “directe servo-controle” via een diagnosekabel uit technische oorzaken niet meer mogelijk. De standaard tweepolige DSC-bus in de zender MX-20 HoTT dient als leraar- of leerling-aansluiting en als aansluitpoort voor vliegsimulatoren. Voor een correcte DSC-verbinding moet u op deze punten letten: 1. Pas eventueel de menu’s aan.
Aanwijzing: Verwijder een eventueel ingebrachte SD-kaart uit de zender VOORDAT u de achterkant van de zenderbehuizing losmaakt. Anders bestaat het risico dat u de geheugenkaart beschadigt.
Display en toetsenveld Optische aanduiding van de positie van de trimhevels resp.
Bediening van de “Data-Terminal” Invoertoetsen ESC en SET Symbolen op het display Telemetrie-symbolen in het display ŸØ Het actieve modelgeheugen is nog niet aan een HoTT-ontvanger “gebonden”. Meer over het “Binding”proces zie bladzijde 69 resp. 75.
Sneltoetsen (Short-Cuts) Met behulp van de volgende toetscombinaties kunt u bepaalde menu’s resp. opties direct oproepen: CLEAR Kort aantippen van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets zet een veranderde parameterwaarde in het actieve invoerveld weer terug naar de standaardwaarde.
Verborgen menukolommen In enkele menu’s worden kolommen verborgen om de leesbaarheid te verhogen. Deze menu’s kunt u herkennen aan een naar rechts wijzende driehoek in de linkerrand onderaan. Bijvoorbeeld in het menu “servo-instelling”: S1 S2 S3 S4 S5 ▼► => 0% 100% 100% => 0% 100% 100% => 0% 100% 100% => 0% 100% 100% => 0% 100% 100% omk midden -weg+ In dit menu is bv. de kolom “-beg+” (begrenzing servo-uitslag) rechts van de kolom “-weg+” “verstopt”.
VERBORGEN MODUS Taalkeuze en display-contrast Het menu “VERBORGEN MODUS” van de zender MX-20 HoTT bereikt u vanuit bijna iedere menupositie door de pijltoetsen ▲▼ van de linker en de SET-toets van de rechter touch-toets ingedrukt te houden, totdat na ca.
“voice_gb.vdf”, naar deze map. Haal nu de geheugenkaart uit uw cardreader en plaats deze in de zender.
en wissel daarna naar het menu “servoaanduiding” door bijvoorbeeld tegelijkertijd de toetsen ◄► van de linker touch-toets aan te tippen, ZONDER in de tussentijd te trimmen of verdere programmeringen uit te voeren.
Aanwijzingen: Foutieve kalibraties corrigeert u door de bovengenoemde procedure te herhalen. Binnen elke kalibratie-stap kan elk van de drie kalibratie-posities met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets direct worden geselecteerd. Door een kort aantippen van de centrale ESC-toets van de linker touch-toets beëindigt u de kalibratie en verlaat u weer het ondermenu “knuppelkalibratie”.
Weergave telemetrie-data Zoals beschreven op bladzijde 220 in het kader van het ondermenu “SENSOR KIEZEN” van het “telemetrie”menu … sensor kiezen ontvanger general module electr. air-module vario module gps … kunnen hier grafisch weergegeven data van een eventueel aan de ontvanger aangesloten sensor geactiveerd worden. Deze data worden dan in de hieronder beschreven grafische displays getoond.
SENSOR 2 (GENERAL + ELECTRIC module) Dit display visualiseert de door een eventueel aan aansluiting “T(EMP) 2” van de General-Engine- (Best.-Nr. 33610), General-Air- (Best.-Nr. 33611) of Electric-Air-module (Best.-Nr. 33620) aangesloten temperatuur/spanningssensor Best.-Nr. 33612 resp. 33613 gemeten actuele spanning en temperatuur. Toerentalsensor Dit display visualiseert het door een eventueel aan aansluiting “T(EMP) 1” van de General-Engine- (Best.-Nr. 33610), General-Air- (Best.-Nr.
VARIO RXSQ MAX MIN Dit display visualiseert de data van een eventueel aan de ontvanger aangesloten vario-module Best.-Nr.
Afhankelijk van de sensoren waarvan de module is voorzien kunnen op het display de volgende data permanent getoond worden: De actuele spanning van maximaal 2 accu’s (ACC1 en ACC2); de meetresultaten van maximaal 2 temperatuursensoren (T1 en T2) en het brandstofniveau in de tank.
Waarschuwingen Waarschuwingen BIND n/a OK HF AAN/UIT? AAN UIT Moet de HF-afstraling “AAN” of “UIT” zijn? Accu moet geladen worden !! Bedrijfsspanning te laag Fail-Safe instellen! Fail Safe nog niet ingesteld Ontbrekende import data OK Geen geschikt taalbestand op de geheugenkaart te vinden Gas te hoog! Gas-stuurknuppel resp.
Functievelden in het display SEL, STO, SYM, ASY, schakelaarsymbool, paginawissel Afhankelijk van het desbetreffende menu verschijnen er in de onderste regel van het display de functievelden: CLR SEL, STO, SYM, ASY, schakelaarsymbool, paginawissel De desbetreffende functie wordt geactiveerd door het aanraken van de SET-toets Functievelden CLR (clear): wissen SEL (select): uitkiezen STO (store): opslaan (bv.
In bedrijf nemen van de zender Opmerkingen vooraf bij de zender MX-20 HoTT Opmerkingen vooraf Het Graupner HoTT-systeem maakt het theoretisch mogelijk om met meer dan 200 modellen tegelijkertijd te gebruiken. Vanwege het toegestane radiotechnische gebruik van de 2,4-GHz-ISM-band zal dit aantal in de praktijk echter aanzienlijk geringer zijn. In de regel zal het aantal modellen dat tegelijkertijd gebruikt kan worden toch groter zijn dan bij de conventionele 35-/40-MHz-frequenties.
Vanwege een maximale flexibiliteit, maar ook om een onbedoelde foutieve bediening te voorkomen zijn er aan de stuurkanalen 5 … 12 standaard geen stuurelementen toegewezen. Om dezelfde reden zijn praktisch alle mixers inactief. Nadere informatie hierover vindt u op bladzijde 96 (vliegtuigmodel) resp. 100 (helimodel). De principes van de eerste programmering van een nieuw modelgeheugen vindt u op bladzijde 60 en vanaf bladzijde 236 bij de programmeervoorbeelden.
Kies nu in het venster “Port select” de correcte COM-poort uit, waaraan de USB-aansluiting aangesloten is. Deze is te herkennen aan de aanduiding “Silicon Labs CP210x USB to UART Bridge” in de kolom “Device Name”. In de bovenstaande afbeelding zou dit poort “COM3” zijn.
In bedrijf nemen van de ontvanger Opmerkingen vooraf bij de GR-24 ontvanger Ontvanger Bij de radiobesturingsset MX-20 HoTT vindt u een bidirectionele 2,4-GHz-ontvanger van het type GR-24 voor de aansluiting van maximaal 12 servo’s. Nadat u een HoTT-ontvanger ingeschakeld heeft en “zijn” zender niet binnen bereik resp. uitgeschakeld is, brandt de rode LED ca. 1 seconde constant en begint dan langzaam te knipperen. Dat betekent, dat er (nog) geen verbinding is met een Graupner HoTT-zender.
Let alstublieft hierop: Door een RESET worden, met uitzondering van binding-informatie, ALLE instellingen in de ontvanger teruggezet naar de standaard fabriekswaarden! Wanneer dit per ongeluk gebeurde moeten daarom na een RESET alle instellingen, die eventueel via het telemetrie-menu al waren ingevoerd, weer herhaald worden. Een bewuste RESET daarentegen is raadzaam, wanneer een ontvanger in een ander model wordt overgezet.
Kies onder “COM Port Setup” de COM-poort uit waaraan de USB-aansluiting aangesloten is. Wanneer u het niet zeker weet drukt u op de knop “Search” en kiest u in het Popup-venster de aansluiting “Silicon Labs CP210x USB to UART Bridge” en klikt u op “OK”. Als “Baud Rate’ moet “19200” ingesteld zijn.
4. Tijdens de update branden de beide LED’s van de ontvanger. Parallel aan de succesvolle afsluiting van de update gaat de groene LED uit en begint de rode te knipperen. Schakel de ontvanger uit en verwijder de aansluitkabel. Herhaal eventueel de procedure voor andere ontvangers.
Aanwijzingen bij de installatie Inbouwen van de ontvanger Welke Graupner-ontvanger u ook gebruikt, de procedure is steeds dezelfde: Let er op dat de ontvangstantenne minstens 5cm van alle grotere metalen delen of bedrading, die niet direct uit de ontvanger komt, verwijderd is. Dit omvat naast staal- ook koolstofvezeldelen, servo’s, elektromotoren, brandstofpompen, allerlei soorten kabels enz.
Stroomvoorziening van de ontvanger Een veilig omgaan met een model begint o.a. bij een betrouwbare stroomvoorziening. Wanneer de op het display weergegeven ontvanger-accuspanning altijd weer inzakt resp. steeds (te) laag is, ondanks licht lopende stuurstangen, volle accu, dikke accu-aansluitkabels en goede stekkerverbindingen, dan moet eens letten op de volgende aanwijzingen: Let er eerst op, dat de accu’s voor gebruik goed opgeladen zijn. Let ook op contacten en schakelaars met een geringe weerstand.
De aansluiting van deze apparatuur maakt dus het gebruik van een gestabiliseerde spanningsregeling absoluut noodzakelijk, bv. de PRX met het Best.-Nr. 4136, zie aanhangsel. Anders bestaat het gevaar, dat de aangesloten apparatuur binnen de kortst mogelijke tijd beschadigd raken. LiPo packs met 2 cellen Bij eenzelfde capaciteit zijn LiPo-accu’s beduidend lichter dan bv. NiMH-accu’s. Als bescherming tegen beschadigingen zijn LiPo-accu’s ook met een plastic Hardcase-behuizing verkrijgbaar.
Begripsdefinities stuurfunctie, stuurelement, functie-ingang, stuurkanaal, mixer, schakelaar, stuurelementschakelaar Om u de omgang met het MX-20 HoTT-handboek te vergemakkelijken vindt u op de volgende bladzijden een aantal definities van begrippen, die in de tekst telkens weer gebruikt worden. Stuurfunctie Onder “stuurfunctie” verstaat men – eerst maar onafhankelijk van het signaalverloop in de zender- het voor een bepaalde stuurfunctie opgewekte signaal. Bij vliegtuigen zijn dit bv.
Vaste schakelaars FXI en FX\ Dit type schakelaar schakelt een functie voortdurend aan, bv. klokken (gesloten vaste schakelaar) of uit (open vaste schakelaar), of ze leveren aan een stuurfunctie een vast ingangssignaal, bv. FXI = +100% en FX\ = -100%. Zo kan bijvoorbeeld bij de programmering van vliegfasen via deze vaste schakelaars een servo of regelaar tussen twee instellingen worden omgeschakeld.
Toewijzing van stuurelementen, schakelaars en stuurelement-schakelaars Principes van de bediening Maximale flexibiliteit biedt de MX-20HoTT wanneer u aan de standaard geïnstalleerde bedieningselementen bepaalde functies toe te wijzen. Omdat de toewijzing van schakelaars en stuurelementen in alle menu’s op dezelfde manier plaatsvindt, leggen we hier de principes van de bediening uit, zodat u zich later, bij het lezen van de gedetailleerde menubeschrijvingen, kunt concentreren op de speciale inhouden.
Stuurel/ vaste schak. G1 G2 G3 G4 FX FXi G1i G2i G3i G4i Aanwijzingen: De beide FX-schakelaars schakelen een functie permanent aan “FXI” of uit “FX\”. Alle schakelaars kunnen meerdere keren worden bezet! Let er wel op, dat u niet PER ABUIS aan een schakelaar functies toewijst, die elkaar storen! Noteer eventueel de verschillende schakelaarfuncties.
Digitale trimming Functiebeschrijving en de K1-afschakeltrimming Digitale trimming met optische en akoestische aanduiding De beide kruisknuppels zijn voorzien van een digitale trimming. Kort aantippen verstelt met iedere “klik” de neutrale positie van de kruisknuppel met een bepaalde waarde. Bij een langer vasthouden loopt de trimming met toenemende snelheid in de desbetreffende richting. De verstelling wordt ook “hoorbaar” gemaakt door verschillend hoge tonen.
Vliegtuigmodellen Tot maximaal vier rolroer- en vier welfkleppenservo’s bij normale modellen alsmede V-staart- en staartloze /deltamodellen met twee rolroer-/hoogteroer- en vier welfkleppenservo’s worden op een comfortabele manier ondersteund. De meeste motor- en zweefmodellen zullen tot het staarttype “normaal” horen met een aparte servo voor hoogte, richtings-, rolroer en motordrossel of elektronische regelaar (resp. remkleppen bij een zweefmodel).
aanwijzingen bij de installatie De servo’s MOETEN in de hier afgebeelde volgorde aan de uitgangen van de ontvanger worden aangesloten: Niet benodigde uitgangen worden gewoon open gelaten. Let ook op de aanwijzingen op de volgende bladzijden.
Helikoptermodellen De voortschrijdende ontwikkeling van de modelhelikopter en de bijbehorende componenten zoals gyro’s, toerentalregelaar, rotorbladen enz. maakt het tegenwoordig mogelijk, een helikopter zelfs in 3D-kunstvlucht te beheersen. Voor de beginner daarentegen zijn een klein aantal instellingen voldoende om met de hovertraining te kunnen beginnen, om zo langzamerhand steeds meer opties van de MX-20 HoTT te kunnen toepassen.
Aanwijzing voor degenen, die overstappen vanaf oudere GRAUPNER-besturingen: Anders dan bij de vroegere ontvangerbezetting zijn de servo-aansluiting 1 (pitch-servo) en servo-aansluiting 6 (gas-servo) verwisseld. De servo’s moeten op de manier, zoals die rechts is afgebeeld, aan de uitgangen van de ontvanger worden aangesloten. Niet benodigde uitgangen worden gewoon open gelaten. Preciezere details bij elk tuimelschijftype vindt u op bladzijde 86 in het menu “basisinstelling”.
Gedetailleerde programmabeschrijving Nieuwe geheugenplaats aanmaken Wie het handboek tot hier toe heeft doorgenomen, zal vast en zeker al de een of andere programmering uitgeprobeerd hebben. Desondanks willen we toch elk menu gedetailleerd beschrijven. We beginnen in dit deel eerst met het aanmaken van een “vrije” geheugenplaats, wanneer er dus een nieuw model “geprogrammeerd moet worden: stop vli.
Aanwijzingen: Moet het modelgeheugen gewist worden, dat nu in de basisaanduiding zichtbaar is, dan moet direct na het wissen één van de beide modeltypen “vleugel” of “heli” worden gekozen. Deze keuze kunt u niet ontlopen door de zender uit te zetten. U kunt wel de ongewenst bezette modelgeheugenplaats vanuit een ander modelgeheugen weer wissen. Wordt daarentegen een niet actieve geheugenplaats gewist, dan verschijnt daarna in de modelselectie “*** vrij***”.
toegewezen is. Dit betekent, dat bij uitlevering van deze set alleen de aan de ontvangeruitgangen 1 … 4 aangesloten servo’s via de beide stuurknuppels kunnen worden bewogen, aan de uitgangen 5 … max. 12 aangesloten servo’s daarentegen niet zullen bewegen. Bij een nieuw geïnitialiseerd helikoptermodel beweegt ook nog - afhankelijk van de positie van de gaslimiter CTRL 6 - de servo 6 min of meer.
Modelselectie Model 1 … 24 oproepen Op de bladzijden 24 en 25 werden de principes achter de bediening van de toetsen uitgelegd en op de vorige pagina’s, hoe u bij de multifunctie-lijst komt en een nieuwe geheugenplaats aanmaakt. Hier willen we nu de “normale” beschrijving van de verschillende menupunten in de door de zender bepaalde volgorde voortzetten. Daarom beginnen we met het menu…. Modelselectie Modelselectie Kop./wissen Menu’s verbergen Modellen verb. Basisinst. mod.
Kopiëren/wissen Model wissen, kopiëren model → model, kopiëren van en naar SD-kaart, kopiëren vliegfasen Kies met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets het menu kopiëren/wissen” en raak de SETtoets aan. Het te wissen model met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets uitkiezen … Modelselectie Kop./wissen Menu’s verbergen Modellen verb. Basisinst. mod.
04 Bell 47G ----05 ***vrij*** Na het bevestigen van het geselecteerde modelgeheugen door aantippen van de SET-toets verschijnt de veiligheidsvraag: Model echt 01 Ultimate -> 03 ***vrij*** kopiëren? NEE JA Met NEE breekt u het proces af en keert u terug naar de vorige pagina van het beeldscherm. Kiest u daarentegen met de toets ►JA en bevestigt u deze keuze door een aanraken van de SET-toets, dan wordt het gekozen modelgeheugen naar het geselecteerde modelgeheugen gekopieerd.
Import van SD Kies met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets het ondermenu “Import van SD” en raak de SETtoets aan: Model wissen => Kopieer mod->mod => Export naar SD => Import van SD => Kopiëren vliegfas. => Het vanaf de SD-kaart te importeren model met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets uitkiezen: Import van SD-kaart: Alpina 11/03/10 Extra 11/03/11 Cobra 11/03/11 Bell 47G 11/03/12 Aanwijzing: De exportdatum rechts van de modelnaam heeft de volgorde “jaar/maand/dag”.
Menu’s verbergen Menu’s uit de multifunctielijst verbergen Kies met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets het menu “Menu’s verbergen” en raak de SETtoets kort aan: Modelselectie Kop./wissen Menu’s verbergen. Modellen verb. Basisinst. mod. Modeltype In dit menu kunt u bij het juist actieve modelgeheugen de niet benodigde menupunten of die menupunten, die niet meer gewijzigd hoeven te worden, onzichtbaar maken in de multifunctielijst: Modelselectie Kop./wissen Modellen verb. Basisinst. mod.
Basisinstelling model Modelspecifieke basisinstellingen voor vliegtuigmodellen Voordat met de programmering van specifieke parameters wordt begonnen, moeten er enkele basisinstellingen worden doorgevoerd, die alleen gelden voor het juist actieve modelgeheugen. Kiest u het menu “basisinst. model” met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets en raak daarna de centrale SET-toets van de rechter touch-toets: Modellen verb. Basisinst. mod. Modeltype Servoinstelling Knuppelinstell. Inst.
Belangrijke aanwijzing: Let er bij het binden op, dat de zenderantenne altijd ver genoeg van de ontvangerantenne verwijderd is! Een meter afstand is een goede richtlijn. Anders riskeert u een gestoorde verbinding op het terugkoppelingskanaal en daardoor een foutief functioneren. “Binding” van meerdere ontvangers per model Indien gewenst kunnen meerdere ontvangers per model worden gebonden. Binnen de programma’s van de MX20 HoTT bestaat de mogelijkheid om max.
UIT schakelen OK Wissel twee regels naar beneden en schakel, zoals op de volgende bladzijde in het onderdeel “HF-module” wordt beschreven, de HF-module uit. Daarna gaat u terug naar de regel “geb. ontv.” en start u de bindingsprocedure opnieuw, zoals beschreven op de vorige bladzijde.
U wilt bij een groot model het richtingsroer met twee of meer servo’s aansturen: Wijs aan de desbetreffende uitgangen (servo-aansluitingen) telkens één en dezelfde ingang (stuurkanaal) toe. In dit geval het standaard richtingsroerkanaal 4, zie afbeelding rechts onder.
5. Wissel eventueel met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets naar de regel “test reikw.” en start de reikwijdte-testmodus door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touchtoets: BASISINST. MODEL Geb. ontv. geb. Kanaaltoew. E12 HF-module Test reikw geb. E08 AAN 99sec Door het starten van de reikwijdtetest wordt het uitgangsvermogen van de zender sterk gereduceerd en begint de blauwe LED bij de antennevoet te knipperen.
Hiervoor moet in de middelste kolom boven het “STO”-veld de gewenste servopositie (schakeldrempel) worden vastgelegd en in de rechter kolom een geschikte AAN-/UIT-schakelaar worden gekozen. Is de in de middelste kolom gegeven %-waarde groter dan de actuele servopositie, d.w.z. de actuele servopositie bevindt zich onder de schakeldrempel, dan vindt de omschakeling plaats zodra u de schakelaar in de AAN-positie zet. Is de in de middelste kolom gegeven %-waarde kleiner dan de actuele servopositie, d.w.z.
Basisinstelling model Modelspecifieke basisinstellingen voor helikoptermodellen Voordat met de programmering van specifieke parameters wordt begonnen, moeten er enkele basisinstellingen worden doorgevoerd, die alleen gelden voor het juist actieve modelgeheugen. Kiest u het menu “basisinst. model” met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets en raak daarna de centrale SET-toets van de rechter touch-toets: Modellen verb. Basisinst. mod. Helikoptertype Servoinstelling Knuppelinstell. Inst.
Belangrijke aanwijzing: Let er bij het binden op, dat de zenderantenne altijd ver genoeg van de ontvangerantenne verwijderd is! Een meter afstand is een goede richtlijn. Anders riskeert u een gestoorde verbinding op het terugkoppelingskanaal en daardoor een foutief functioneren. “Binding” van meerdere ontvangers per model Indien gewenst kunnen meerdere ontvangers per model worden gebonden. Binnen de programma’s van de MX20 HoTT bestaat de mogelijkheid om max.
HF UIT Schakelen OK Wissel twee regels naar beneden en schakel, zoals op de volgende bladzijde in het onderdeel “HF-module” wordt beschreven, de HF-module uit. Daarna gaat u terug naar de regel “geb. ontv.” en start u de bindingsprocedure opnieuw, zoals beschreven op de vorige bladzijde.
voorzien. Vanwege de overzichtelijkheid is het raadzaam om maar van één van de beide methoden gebruik te maken. Kanaaltoewijzing op een tweede ontvanger Zoals al eerder genoemd kunnen met de optie “ontvangeruitgang” de 12 stuurkanalen van de MX-20 HoTT willekeurig over twee ontvangers worden verdeeld, waarbij de nummering van de uitgangen (servo-aansluitingen) van de in de kolom “BD1” gebonden “ontvanger 1” wordt voortgezet.
Vanaf 5 seconden voor het einde van de reikwijdtetest klinkt er elke seconde een 3-voudig signaal. Na afloop van de 99 seconden durende reikwijdtetest schakelt de zender weer naar vol vermogen en brandt de blauwe LED constant. 6. Loop ondertussen van het model weg en beweeg tegelijkertijd de stuurknuppels. Wanneer u binnen een afstand van ca. 50 m op een moment een onderbreking van de verbinding constateert moet u proberen om deze te reproduceren. 7.
BASISINST. MODEL HF-module Test reikw DSC-uitgang Autorotatie UIT 99sec PPM10 ---- Meer over de programmering van vliegfasen vindt u vanaf bladzijde 164, in het onderdeel “Helikoptermix”. Auto. K1-pos. (autorotatie K1-positie) De autorotatie-vliegfase kan ook alternatief door een schakelpunt van de gas-/pitchstuurknuppel K1 geactiveerd worden. Wissel daarvoor eventueel met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets naar de regel “Autom.K1-pos.”.
Is de in de middelste kolom gegeven %-waarde groter dan de actuele servopositie, d.w.z. de actuele servopositie bevindt zich onder de schakeldrempel, dan vindt de omschakeling plaats zodra u de schakelaar in de AAN-positie zet. Is de in de middelste kolom gegeven %-waarde kleiner dan de actuele servopositie, d.w.z. de actuele servopositie bevindt zich boven de schakeldrempel, dan reduceert de regelaar het motortoerental resp.
Modeltype Vastleggen van het modeltype vleugelmodel In dit menu wordt het “modeltype” van het te programmeren model vastgelegd. Tegelijkertijd worden daardoor alle benodigde mixers, koppelfuncties etc. voor de hierop volgende programmering geactiveerd: Modellen verb. Basisinst. mod. Modeltype Servoinstelling Knuppelinstell. Inst.
“Delta/staartloos”: “2 HR Sv ”: automatisch door het programma overgenomen. De stuuruitslag van het hoogte- en richtingsroer wordt via “Dual Rate / Expo”, bladzijde 108 ingesteld. Wanneer u ook de uitslag van het richtingsroer nog wilt differentiëren moet de V-staart alternatief via het menu “Kruismixers , bladzijde 194, worden aangestuurd. Dan moet hier echter als staarttype “normaal” worden ingesteld. De rol- en hoogteroersturing vindt plaats via één of twee servo’s per vleugelhelft.
Het neutraalpunt (Offset) kan op een willekeurige plek worden gelegd: beweeg daarvoor het stuurelement van de ingang 1, 7, 8 of 9 naar de positie, waarbij de landingskleppen zich in de neutrale stand moeten bevinden, en leg daarna dit “Offset”-punt via STO vast: MODELTYPE Motor aan K1 Staart Rolr./welfkl. Remoffs. geen normaal 1RO +90% in1 SEL Wanneer het Offsetpunt niet helemaal aan het einde van de stuuruitslag ligt is de rest van die uitslag “loos”, d.w.z.
Helikoptertype Vastleggen van het type helikoptermodel In dit menu wordt het “modeltype” van het te programmeren model vastgelegd. Tegelijkertijd worden daardoor alle benodigde mixers, koppelfuncties etc. voor de hierop volgende programmering geactiveerd: Modellen verb. Basisinst. mod. Helikoptertype Servoinstelling Knuppelinstell. Inst.
tuimelschijftype: 3 servo’s (2 nick) tuimelschijftype: 4 servo’s (90) 2 nick / 2 rol Aanwijzing: De tuimelschijf-mixpercentages worden -met uitzondering van de variant “1 servo”- in het menu “TS-mixers”, bladzijde 196, ingesteld. Linearisering van de tuimelschijf Na de keuze van de regel “TS-linearisering” met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets is het keuzeveld omkaderd: HELIKOPTERTYPE Tuimelsch. 1 servo TS-lineariser. nee Rotor-draair. rechts Pitch min.
In de regel “pitch min” wordt de stuurrichting van de gas-/pitchstuurknuppel aangepast aan uw stuurgewoonten. Van deze instelling hangen de functies van alle andere opties van het helikopterprogramma af , dus bv. de gascurve, stationaire trimming, hekrotormixer enz. Tip de centrale SET-toets van de rechter touch-toets aan. De stuurrichting van de gas-/pitchstuurknuppel wordt invers weergegeven.
Servo-instelling draairichting, midden, uitslag en begrenzing van de servo’s In dit menu worden parameters, die uitsluitend de individueel aangesloten servo betreffen, ingesteld en wel de draairichting, middenpositie, uitslag en begrenzing. Modellen verb. Basisinst. mod. Modeltype Servoinstelling Knuppelinstell. Inst. stuurel.
Gelijktijdig aanraken van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet in het inverse invoerveld de waarde weer terug naar “0%”. kolom 4 “- weg +” In deze kolom wordt de weg van de servo symmetrisch of asymmetrisch voor iedere kant ingesteld. Het bereik bedraagt 0…150% van de normale servo-uitslag. De ingestelde waarde hebben betrekking op de instellingen in de kolom “midden”. Voor het instellen van een symmetrische uitslag, d.w.z.
Knuppelinstelling Instelling van de stuurknuppels 1 tot 4 De beide kruisknuppels zijn voorzien van een digitale trimming. Een kort aantippen verschuift met elke “klik” de middenpositie van de kruisknuppels met een bepaalde waarde. Wanneer u trimming langer vasthoudt loopt deze met een toenemende snelheid in de desbetreffende richting. De huidige positie wordt telkens op het display getoond; de verstelling wordt ook “hoorbaar” gemaakt door geluiden met een verschillende toonhoogte.
Na keuze van de kolom “St” (stappen) en van de gewenste trimhevel met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets is het bijbehorende invoerveld omkaderd, bijvoorbeeld: K1 RO HO RI GL GL GL GL 4 4 4 4 Tr St 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s - tijd + Tip kort de centrale SET-toets van de rechter touch-toets aan. de actuele instelling wordt invers weergegeven.
Knuppelinstelling Instelling van de stuurknuppels 1 tot 4 De beide kruisknuppels zijn voorzien van een digitale trimming. Een kort aantippen verschuift met elke “klik” de middenpositie van de kruisknuppels met een bepaalde waarde. Wanneer u trimming langer vasthoudt loopt deze met een toenemende snelheid in de desbetreffende richting. De huidige positie wordt telkens op het display getoond; de verstelling wordt ook “hoorbaar” gemaakt door geluiden met een verschillende toonhoogte.
Gas Rol Nick Hek GA GL GL FA 4 4 4 4 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s Tr St - Tijd + De positie van de desbetreffende trimhevel heeft via alle eventueel geprogrammeerde vliegfasen, bladzijde 126, “globaal” effect op het model. “FA”: De positie van de desbetreffende trimhevel heeft per vliegfase effect en wordt bij een wisselen van vliegfase automatisch opgeslagen, zodat de gevonden instelling bij een wissel terug weer direct ter beschikking staat.
Instelling stuurelement Bedieningsprincipes van de stuurelement- en schakelaar-toewijzing Servoinstelling Knuppelinstell. Inst. stuurelem Dual Rate / Expo Kanaal 1 curve Schak.aanduid. Tip kort de centrale SET-toets van de rechter touch-toets aan: Ing. Ing. Ing. Ing. 5 6 7 8 GL GL GL GL Type ----------------- 0% 0% 0% 0% Offset Naast de 2 kruisknuppels voor de stuurfuncties 1 tot 4 is de zender MX-20 HoTT ook nog standaard voorzien van andere bedieningselementen.
Kolom 2 “Type” Op dezelfde manier als in het hiervoor beschreven menu “Knuppelinstelling” kan in deze kolom worden gekozen of de verdere instellingen van de desbetreffende ingang “GL(obaal)” of “FA(senspecifiek)” (en omgekeerd) moeten werken, bv.: Ing. 5 GL ----0% Ing. 6 GL ----0% Ing. 7 GL ----0% Ing. 8 GL ----0% Type Offset De instellingen van de desbetreffende ingang hebben in alle eventueel geprogrammeerde vliegfasen “globaal” binnen dit modelgeheugen effect.
draaiknop of schakelaar) naar een positie worden gebracht waarbij in de kolom “weg” op het display de beide kanten van de uitslag-instelling omkaderd zijn: Ing. 5 +100% +100% Ing. 6 +100% +100% Ing. 7 +100% +100% Ing.
Instelling stuurelement Bedieningsprincipes van de stuurelement- en schakelaar-toewijzing Servoinstelling Knuppelinstell. Inst. stuurelem Dual Rate / Expo Kanaal 1 curve Schak.aanduid. Tip kort de centrale SET-toets van de rechter touch-toets aan: Ing. 5 Ing. 6 Gyro7 Ing. 8 Ing. 9 Ing. 10 Ing. 11 Ing. 12 GL GL GL GL GL GL GL GL Type ----------------------------St.
5. 6. De centrale SET-toets van de rechter touch-toets aanraken om de invoer te beëindigen. Gelijktijdig aanraken van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet eventueel gewijzigde instellingen weer terug naar de standaardwaarde. Kolom 2 “Type” Op dezelfde manier als in het hiervoor beschreven menu “Knuppelinstelling” kan in deze kolom worden gekozen of de verdere instellingen van de desbetreffende ingang “GL(obal)” of “FA(senspecifiek)” (en omgekeerd) moeten werken, bv.: Ing.
één van de ingangen I5, gas, gyr, I8 … I11 of gasl. 12 uit. Voor het instellen van een symmetrische uitslag, d.w.z. een uitslag onafhankelijk van de stuurrichting van het stuurelement, moet het desbetreffende stuurelement ( proportionele draaiknop of schakelaar) naar een positie worden gebracht waarbij in de kolom “weg” op het display de beide kanten van de uitslag-instelling omkaderd zijn: Ing. 5 +100% +100% Gas 6 +100% +100% Gyro 7 +100% +100% Ing.
“Gas 6” Ing. 5 GL Gas 6 GL Gyro7 GL Ing. 8 GL <> Type ----------------- 0% 0% 0% 0% Offset Ook in het heliprogramma kunnen aan de verschillende ingangen in principe alle aanwezige stuurelementen (proportionele draaiknoppen en schakelaars) worden toegewezen. U moet er wel op letten, dat een aantal van deze in het menu beschikbare ingangen al door helikopter-specifieke functies bezet zijn en u dus niet vrij over deze ingangen kunt beschikken. Zo maakt de ontvangeraansluiting op bladzijde 59 bv.
Ook een hoge voorwaartse snelheid van het model resp. hoveren bij een sterke tegenwind kan er toe leiden dat het stabiliserende effect van het kielvlak samen met de autopiloot tot een overreactie leidt, wat weer zichtbaar wordt door een schommelen van de staart. Om in iedere situatie een optimale stabilisatie door de gyro te bereiken, moet u de optie benutten om de gevoeligheid van de gyro via de zender met de proportionele draaiknop CTRL 7 of 8 aan te passen. Gaslimiet-functie “Gasl.
Ing. 9 GL Ing. 10 GL Ing. 11 GL Gasl.12 GL <> +100% +100% +100% +100% +100% +100% +100% +125% - Weg + De waarde van de (linker) min-kant in de kolom “weg” moet het daarentegen mogelijk maken om met de gaslimiter de elektromotor uit te zetten resp. om een carburateur zo ver te sluiten, dat de verbrandingsmotor ook met de - digitale – K1-trimming uitgezet kan worden. Laat u daarom deze waarde (voorlopig) op +100%.
heen en weer worden bewogen. De gasservo mag daarbij niet meelopen! De verdere instellingen van de gascurve moeten sowieso later bij het vliegen worden aangepast. Het starten van de motor gebeurt bij een volledig gesloten gaslimiter, waarbij de stationairloop alleen met de trimhevel van de gas-/pitch-stuurknuppel wordt ingesteld.
Ing. 9 0.0 0.0 Ing. 10 0.0 0.0 Ing. 11 0.0 0.0 Gasl.12 0.0 0.0 <> - Tijd + Na een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets kunt u nu met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets de gewenste tijdsvertraging invoeren, bv. 5 seconden: Ing. 9 0.0 0.0 Ing. 10 0.0 0.0 Ing. 11 0.0 0.0 Gasl.12 0.0 5.0 <> - Tijd + Een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets of van de ESC-toets van de linker touchtoets sluit de invoer af.
Dual Rate / Expo Omschakelbare stuurkarakteristiek voor rol-, hoogte- en richtingsroer Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Dual Rate / Expo” van het multifunctie-menu: Servoinstelling Knuppelinstell. Inst. stuurel. Dual Rate / Expo Kanaal 1 curve Schakelaars Door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menu: RO HO RI ------------- 100% 100% 100% DUAL SEL De Dual-Rate/Expo-functie maakt een omschakelen resp.
Dual-Rate-functie Indien u een omschakelen tussen twee mogelijke varianten wenst, wijst u in de onderste rand van het display in de kolom met het schakelaarsymbool een schakelaar toe, zoals beschreven op bladzijde 52 in het onderdeel “Toewijzing van stuurelementen , schakelaars en stuurelementschakelaars”: Gewenste schakelaar in de AAN positie (Ext. schakelaars: SET) De toegewezen schakelaar verschijnt op het display samen met een schakelaarsymbool, dat ook de schakelrichting weergeeft.
Gewenste schakelaar in de AAN positie (Ext. schakelaars: SET) De toegewezen schakelaar verschijnt op het display samen met een schakelaarsymbool, dat ook de schakelrichting weergeeft. Bij de schakelaars uit het menu “Uitgebreide schakelaars” dient de stuurknuppel of een ander stuurelement zelf als schakelaar. Zo’n stuurelement-schakelaar moet echter eerst in het menu “Stuurelement-schakelaars”, zie bladzijde 123, worden gedefinieerd.
RO HO RI ----G3 ----- 100% 100% 0% DUAL <> SEL Wissel nu met één van de pijltoetsen naar de rechter kolom en beweeg daarna de hoogteroerknuppel naar de desbetreffende einduitslag, om apart voor iedere richting de Dual-Rate-waarde in te stellen, bv. voor hoogteroer up” … RO HO RI ----G3 ----- 100% 77% 0% DUAL <> SEL … en hoogteroer “down”: RO HO RI ----G3 ----- 100% 111% 0% DUAL <> SEL Op dezelfde manier gaat u te werk bij de Expo-waarden.
Dual Rate / Expo Omschakelbare stuurkarakteristiek voor rol, nick en hekrotor Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Dual Rate / Expo” van het multifunctie-menu: Servoinstelling Knuppelinstell. Inst. stuurelem Dual Rate / Expo Kanaal 1 curve Schak.aanduid. Door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menu: Rol Nick Hek ------------- 100% 100% 100% DUAL SEL De Dual-Rate/Expo-functie maakt een omschakelen resp.
Dual-Rate-functie Indien u een omschakelen tussen twee mogelijke varianten wenst, wijst u in de onderste rand van het display in de kolom met het schakelaarsymbool een schakelaar toe, zoals beschreven op bladzijde 52 in het onderdeel “Toewijzing van stuurelementen , schakelaars en stuurelement-schakelaars”: Gewenste schakelaar in de AAN positie (Ext. schakelaars: SET) De toegewezen schakelaar verschijnt op het display samen met een schakelaarsymbool, dat ook de schakelrichting weergeeft.
Gewenste schakelaar in de AAN positie (Ext. schakelaars: SET) De toegewezen schakelaar verschijnt op het display samen met een schakelaarsymbool, dat ook de schakelrichting weergeeft. Bij de schakelaars uit het menu “Uitgebreide schakelaars” dient de stuurknuppel of een ander stuurelement zelf als schakelaar. Zo’n stuurelement-schakelaar moet echter eerst in het menu “Stuurelement-schakelaars”, zie bladzijde 123, worden gedefinieerd.
Rol Nick Hek ----G3 ----- 100% 100% 0% DUAL <> SEL Wissel nu met één van de pijltoetsen naar de rechter kolom en beweeg daarna de nick-stuurknuppel naar de desbetreffende einduitslag, om apart voor iedere richting de Dual-Rate-waarde in te stellen, bv. voor nick “up” … Rol Nick Hek ----G3 ----- 100% 77% 0% DUAL <> SEL … en nick “down”: Rol Nick Hek ----G3 ----- 100% 111% 0% DUAL <> SEL Op dezelfde manier gaat u te werk bij de Expo-waarden.
Kanaal 1 curve Stuurkarakteristiek gas-/stoorkleppenstuurknuppel Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Kanaal 1 curve” van het multifunctie-menu: Servoinstelling Knuppelinstell. Inst. stuurelem Dual Rate / Expo Kanaal 1 curve Schak.aanduid. Door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menu: K1 curve Curve uit Ingang 0% Uitgang 0% Punt ? 0% Omdat vaak de curve van de carburateur of het effect van de rem- resp.
de regel “punt” in het nu inverse veld door gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touchtoets (CLEAR) wissen. Een kort aantippen van de centrale ESC-toets van de linker touch-toets sluit dit menu af. Veranderen van de steunpunt-waarden Beweegt u de stuurknuppel op het te veranderen steunpunt “L (laag), 1 … 4 of H (hoog)”. Nummer en actuele curvenwaarde van dit punt worden getoond. Activeer het waardenveld door een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets.
Aanwijzingen: Wanneer u het punt horizontaal verder dan 25% van de actuele stuurelement-positie wegschuift verschijnt in de regel “punt” weer een “?”. Dit vraagteken betreft niet het verschoven punt maar geeft aan dat bij de actuele positie van het stuurelement een nieuw punt kan worden gemaakt. Let er op dat het percentage in de regel “uitgang” altijd betrekking heeft op de positie van de stuurknuppel en niet op de positie van het steunpunt.
Kanaal 1 curve Stuurkarakteristiek gas-/pitch-stuurknuppel Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Kanaal 1 curve” van het multifunctie-menu: Servoinstelling Knuppelinstell. Inst. stuurelem Dual Rate / Expo Kanaal 1 curve Schak.aanduid.
Wissen van steunpunten Om één van de gemaakte steunpunten 1 tot max. 4 weer te kunnen wissen, moet verticale lijn met de stuurknuppel in de buurt van het desbetreffende steunpunt worden gebracht. Zodra het nummer van dit steunpunt en de bijbehorende waarde in de regel “punt” wordt getoond, kunt u deze na activeren van het waardenveld van de regel “punt” in het nu inverse veld door gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touchtoets (CLEAR) wissen.
Aanwijzingen: Wanneer u het punt horizontaal verder dan 25% van de actuele stuurelement-positie wegschuift verschijnt in de regel “punt” weer een “?”. Dit vraagteken betreft niet het verschoven punt maar geeft aan dat bij de actuele positie van het stuurelement een nieuw punt kan worden gemaakt. Let er op dat het percentage in de regel “uitgang” altijd betrekking heeft op de positie van de stuurknuppel en niet op de positie van het steunpunt.
Schakelaar-aanduiding aanduiding van de schakelaar-posities Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menu “Schakelaar-aanduiding” van het multifunctie-menu: Kanaal 1 curve Schak.aanduid. Stuurelem.sch. Faseninstelling Fasentoewijzing Fasentrim Door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menu: Schakelaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Stuurelement-schakel.
Stuurelement-schakelaars toewijzing van de stuurelement-schakelaars Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menu “Stuurelement-schakelaars” van het multifunctie-menu: Kanaal 1 curve Schak.aanduid. Stuurelem.sch. Faseninstelling Fasentoewijzing Fasentrim Door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt: Stuurelement-schakel.
Stuurelement-schakel. G1 St6 0% => ----G2 0% => ----G3 0% => ----G4 0% => ----STO SEL Een stuurelement-schakelaar weer op “vrij” zetten Om een stuurelement-schakelaar weer op “vrij” te zetten, moet u bij de display-aanduiding … Gew. st.ele Bedienen … tegelijkertijd de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) kort aantippen, om een ingesteld stuurelement weer te wissen.
In het bovengenoemde voorbeeld met omgekeerde schakelrichting is de stuurelement-schakelaar “G1” gesloten, zolang het stuurelement zich onder de+ 85% stuuruitslag bevindt. ”G3” opent zodra het schakelpunt overschreden wordt, in dit voorbeeld dus boven de + 85% tot aan de bovenste aanslag. Wanneer de stuurelement-schakelaar, bv. “G1”, meervoudig bezet is, moet u er op letten,dat de hier ingestelde schakelrichting betrekking heeft op alle G3-schakelaars.
Hoe programmeer ik een vliegfase? Betekenis van de vliegfasen-programmering Algemene aanwijzingen bij de programmering van vliegfasen Vaak zijn er tijdens het vliegen verschillende posities voor de kleppen resp. trimtoestanden bij een vleugelmodel of pitch- en gasservo-instellingen bij de helikopter in bepaalde gedeelten van de vlucht nodig (b.v. startfase, landing, hover, autorotatie e.d.).
Faseninstelling Inrichten van vliegfasen Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Faseninstelling” van het multifunctie-menu: Stuurelem.sch. Faseninstelling Fasentoewijzing Fasentrim Onvertr. kanalen Klokken (Algemene) Door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt.
De eenmaal gestarte rondenteller daarentegen loopt ook bij een wisselen van vliegfasen verder, kan echter vanuit elke vliegfase via de centrale ESC-toets van de linker touch-toets worden gestopt. Terwijl u met “ronde” via een schakelaar (SW) rondetijden kunt opnemen, hebben de beide klokken “tijd1” en “tijd2” de volgende betekenis: Tijd1 Er worden alleen die tijden gemeten, waarvan de in de regel “rondent.
Verschuif het markeringskader met de pijltoets ► van de linker of rechter touch-toets via de kolom “Faseklok” en eventueel “Motor” naar rechts. Fa 1 Fa 2 Fa 3 Fa 4 Fa 5 * normaal + Start + Afstand Naam 0.1s 0.1s 0.1s 0.1s 0.1s om.tijd Na een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets kunnen in het dan inverse waardenveld omschakeltijden tussen 0 en 9,9 s worden geselecteerd. Voorbeeld: Fa 1 Fa 2 Fa 3 Fa 4 Fa 5 * normaal + Start + Afstand Naam 4.0s 3.0s 2.0s 0.1s 0.1s om.
Faseninstelling Inrichten van vliegfasen Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Faseninstelling” van het multifunctie-menu: Stuurelem.sch. Faseninstelling Fasentoewijzing Fasentrim Onvertr.
Tijd1 Er worden alleen die tijden gemeten, waarvan de in de regel “rondent./tijdtab” van het menu “Vliegfasenklok”, bladzijde 142, toegewezen schakelaar of stuurelement-schakelaar “gesloten” is. De frequentie van de bediening van deze schakelaar wordt weergegeven in de basisaanduiding. Dit tellerveld verschijnt invers, zodra de schakelaar voor de tijd1-klok “geopend” is, d.w.z. de klok gestopt wordt: Stop 0:00 Vli.
Fasentoewijzing Inrichten van vliegfasen Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Fasentoewijzing” van het multifunctie-menu: Stuurelem.sch. Faseninstelling Fasentoewijzing Fasentrim Onvertr. kanalen Klokken (Algemene) Stuurelem.sch. Faseninstelling Fasentoewijzing Onvertr. kanalen Klokken (Algemene) Vliegfasenklok Door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt: FASENTOEWIJZING Prior.
Verschuif met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets het markeringskader naar rechts en tip dan kort de centrale SET-toets van de rechter touch-toets aan: FASENTOEWIJZING Prior. combinatie A B C D E F 2 6 7 <1 normaal > Sluit nu één (of meerdere) van de al toegewezen schakelaars en wijs aan deze schakelaarpositie resp. – combinatie een naam uit de al eerder in het menu “Faseninstelling” uitgekozen lijst met vliegfasen-namen toe.
Fasentrim Vliegfasen-specifieke kleppeninstellingen Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Fasentrim” van het multifunctie-menu: Stuurelem.sch. Faseninstelling Fasentoewijzing Fasentrim Onvertr.
Onvertraagde kanalen Kanaal-afhankelijke vertraging van de omschakeling Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Onvertraagde kanalen” van het multifunctie-menu: Stuurelem.sch. Faseninstelling Fasentoewijzing Fasentrim Onvertr. kanalen Klokken (Algemene) Stuurelem.sch. Faseninstelling Fasentoewijzing Onvertr.
Klokken Klokken in de basis-aanduiding De basis-aanduiding van de zender heeft standaard drie verschillende klokken of stopwatches. Naast de zenderen modelgebruikstijd aan de linkerkant van het display zijn dat een “bovenste” en een “middelste” klok aan de rechterkant van het display: GRAUBELE Stop 0:00 Vli. 0:00 Een extra tijdsaanduiding kan afhankelijk van uw instellingen in de beide menu’s “Vliegfasenklok”, bladzijde 142 en “Faseninstelling”, bladzijde 128 resp. 132 per vliegfase worden ingesteld.
Door een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets activeert u de keuze van het kloktype: Modeltijd 12:34h ----Accutijd 1:23h Boven: Stop 0:00 Midd.: Vlucht 0:00 SEL Timer Kies nu met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets de gewenste klok uit en sluit de invoer door een hernieuwd aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets.
Omschakeling tussen “vooruit” en “achteruit” Vooruit lopende klok (stopwatchfunctie) Wordt de in het basisdisplay zichtbare klok na het toewijzen van een schakelaar gestart met de beginwaarde “0:00”, dan loopt deze vooruit tot maximaal 180 min en 59 s, om dan weer bij 0:00 te beginnen. Teruglopende klok (Alarmtimerfunctie) In het –linker- minutenveld kiest u de starttijd tussen 0 en 180 min…. Modeltijd 12:34h ----Accutijd 1:23h Boven: Stop 180:00 Midd.
Aanwijzingen: Een teruglopende klok wordt op het basisdisplay weergegeven door een knipperende dubbele punt tussen het minuten- en het secondenveld. Een voorbeeld van “bedienen van klokken via de K1-stuurknuppel” vindt u op bladzijde 252. Een tussentijds gewijzigde klokfunctie wordt actief nadat u de klok(ken) gestopt en via een gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) heeft teruggezet.
Vliegfasenklok Keuze en instelling In het menu “Faseninstelling”, bladzijde 134, werd al beschreven, hoe klokken aan een vliegfase worden toegewezen. Op dezelfde plaats werden ook de eigenschappen van “Tijd1” resp. “Tijd2” beschreven. In dit onderdeel volgt nu de beschrijving van “Klok1, 2 en 3” en de klok “Rondenteller/Tijdtabel”. De vliegfase-specifiek geselecteerde extra tijdsmeter wordt op het basisdisplay onder de “middelste” klok getoond, bijvoorbeeld: GRAUBELE Stop 0:00 Vli.
Aanwijzing: Een teruglopende klok wordt op het basisdisplay weergegeven door een knipperende dubbele punt tussen het minuten- en het secondenveld. Een gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet de ingevoerde waarde in het actieve veld weer terug op nul. Alarmtimer Klok 1 0:00 0s ----Klok 2 0:00 0s ----Klok 3 0:00 0s ----Rondent.
Aanwijzingen: Wanneer u een normale schakelaar voor de bediening van de rondenteller heeft gekozen, let u er dan op, dat deze schakelaar vóór het indrukken van de centrale ESC-toets van de linker touch-toets op “UIT” staat. Wanneer u vergeten zou hebben om de rondenteller in een juist niet actieve fase uit te zetten, moet u gewoon op de centrale ESC-toets van de linker touch-toets drukken. Tussen het basisdisplay en het display “Rondenweergave” … 01 02 03 04 05 06 01:23.4 02:34.5 03:45.6 04:56.7 05:67.
Wat is een mixer? Principes van een mixfunctie Bij veel modellen is vaak een mix van verschillende aansturingen in het model wenselijk, bv. een koppeling tussen rol- en richtingsroer of een koppeling van twee servo’s, wanneer 2 roeren van aparte servo’s moeten worden aangestuurd. In al deze gevallen wordt de signaalstroom aan de “uitgang” van het stuurelement “afgetakt”- d.w.z. ook “achter” instelopties zoals bv.
Vleugelmixers Afstellen van de vleugelkleppen De in de menustructuur van het menu … Vliegfasenklok Vleugelmixers Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers … ter beschikking staande ondermenu’s en opties richten zich uitsluitend naar het in het menu “Modeltype”, bladzijde 82, ingestelde aantal rolroer- en welfkleppenservo’s … MODELTYPE Motor aan K1 geen Staart normaal Rolr./welf 2RO Remoffs. +100% in1 … zodat altijd alleen de telkens mogelijke instelopties worden weergegeven.
a) … genoegen nemen met één positie per vliegfase, door alleen de desbetreffende trimwaarden in te voeren. b) … de zoals onder a) gepositioneerde welfkleppen met een willekeurig, in het menu “Instelling stuurelement”, bladzijde 96, aan de “ingang 6” toegewezen stuurelement, eventueel door keuze van “FA” in de kolom “Type” vliegfasen-specifiek variëren. Bij voorkeur dient dit één van de proportionele draaiknoppen CTRL 6 … 8 te zijn.
Mixerfuncties Hieronder worden de verschillende opties van het menupunt “Vleugelmixers”, apart voor 1-, 2- en multikleppenmodellen besproken. Eerst echter enkele opmerkingen over de differentiatie van rolroeren en welfkleppen: Rolr-diff. resp. diff. (rolroer-differentiatie) VLEUGELMIXERS Rem-instellingen => Rolr.-diff. 0% RO -> RI 0% HO -> RO 0% 0% <> ▲RO▼ +100% RO-tr. +100% Diff. 0% WK-pos.
Diff. (welfkleppen-differentiatie) ▲RO▼ +100% RO-tr. +100% Diff. 0% WK-pos. 0% <> WK ▲RO▼ +100% RO-tr. +100% Diff. 0% WK-pos. 0% <> WK2 In de regel “▲RO▼” van het multikleppen-menu kunt u instellen, met welk percentage de welfkleppen als rolroeren door de rolroer-stuurknuppel worden meegenomen. De twee regels daaronder, in de regel “Diff.
Rem -> HO Curve uit Ingang -100% Uitgang 0% Punt ? 0% <> Hier stelt u naar behoefte, d.w.z. wanneer u bv. het gevoel heeft, bij het uitdraaien van de stoorkleppen met het hoogteroer te moeten corrigeren, een automatisch werkend bijmixen op het hoogteroer in. Details bij het instellen van een curvenmixer vindt u onder het menupunt “Kanaal 1 curve” vanaf bladzijde 116.
Voor het instellen brengt u eerst het rem-stuurelement tot aan de aanslag in de rempositie en stelt u dan met een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets, met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets hier een passende waarde in. Om een voldoende remeffect te hebben moet u de welfklep zo ver dit maar mechanisch mogelijk is laten zakken.
Welfklep → hoogteroer VLEUGELMIXERS Rem-instellingen => RO -> RI 0% ---HR -> WK 0% 0% ---WK -> HR 0% 0% ---<> Deze mixer heeft een hoogteroercorrectie bij het bedienen van het welfkleppen-stuurelement als effect. Daardoor kunt u b.v. ook automatisch de vliegsnelheid bij het zetten van de welfkleppen beïnvloeden. Heeft u in het menu “Instelling stuurelement”, bladzijde 96, aan de ingang 6 een stuurelement of schakelaar toegewezen, dan heeft deze eveneens invloed op deze mixer.
Rem -> HO Curve uit Ingang -100% Uitgang 0% Punt ? 0% <> Hier stelt u naar behoefte, d.w.z. wanneer u b.v. na de eerste vluchten het gevoel heeft, bij het uitdraaien van de stoorkleppen steeds met het hoogteroer te moeten corrigeren, een automatisch werkend bijmixen op het hoogteroer in. Details bij de instelling van een curvenmixer vindt u in het kader van de menubeschrijving “Kanaal 1 curve” vanaf bladzijde 116. Rolroer-differentiatie VLEUGELMIXERS Rem-instellingen => Rolr.
boven – dus tegengesteld – uitslaan. Via één van de niet-centrerende schakelaars (SW 2 … 8) of eventueel een stuurelement-schakelaar kan deze mixer als optie aan- en uitgeschakeld worden. Voor het instellen van symmetrische mixerwaarden brengt u de hoogteroerknuppel naar het midden, zodat het markeringskader de beide waardenvelden omsluit. Voor het instellen van asymmetrische waarden brengt u de stuurknuppel naar de desbetreffende kant.
WK-pos. ▲WK▲ HO->WK 0% + 100% +100% 0% 0% <> WK Daarbij is de instelling van de “rolr(oer)diff(erentiatie)” niet zoals bij “2 RO 2/4WK” in het “multi-kleppen-menu”, maar een niveau hoger in het “vleugelmixer”-menu beland, zie afbeelding links.
▲RO▼ 0% RO-tr. 0% Diff. 0% WK-pos. 0% ▲WK▲ +100% +100% HO->WK 0% 0% <> WK … en na een verdere “stap” de opties voor het tweede welfkleppenpaar: ▲RO▼ 0% RO-tr. 0% Diff. 0% WK-pos.
RO links RO2 links WK links WK2links WK2 rechts WK rechts RO2 rechts RO rechts Omdat bij een keuze van “4RO 4WK” het maximaal mogelijke aantal vleugelservo’s is gekozen, staan nu naast de kolommen “RO” … ▲RO▼ +100% RO-tr. +100% Diff. 0% WK-pos. 0% ▲WK▲ 0% 0% HO->WK 0% 0% <> RO … en “RO2” … ▲RO▼ +100% RO-tr. +100% Diff. 0% WK-pos. 0% ▲WK▲ 0% 0% HO->WK 0% 0% <> RO2 … ook de kolommen “WK” … ▲RO▼ 0% RO-tr. 0% Diff. 0% WK-pos.
kolommen “RO” en “RO2”, alsmede de kolommen “WK” en “WK2” behalve het opschrift rechtsonder verder helemaal identiek zijn, beelden wij hieronder de kolommen “RO2” en “WK2”’ niet verder af. ▲RO▼ (rolroer → welfklep) (verborgen bij “2RO 1WK.”) ▲RO▼ +100% RO-tr. +100% Diff. 0% WK-pos. 0% <> RO ▲RO▼ RO-tr. Diff. WK-pos.
Gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet in het actieve (inverse) veld een veranderde waarde terug naar de standaardwaarde volgens de afbeelding. WK-pos. (welfkleppenpositie) ▲RO▼ RO-tr. Diff. WK-pos. <> +100% +100% 0% 0% RO ▲RO▼ RO-tr. Diff. WK-pos. <> 0% 0% 0% 0% WK Hier stelt u voor alle aan het model aanwezige kleppen de vliegfasen-specifieke welfkleppenposities in.
Diff. 0% WK-pos. 0% ▲WK▲ +100% + 100% HR->WK 0% 0% <> WK Gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet in het actieve (inverse) veld een veranderde waarde terug naar de standaardwaarde volgens de afbeelding. Bij deze mixer liggen “normale” waarden rond de 20 procent.
positie gaan de beide rolroeren iets naar boven en de welfkleppen zover mogelijk naar beneden. Via een extra mixer – zie hieronder bij “HO-curve” - wordt het hoogteroer zo bijgetrimd, dat de vliegsnelheid ten opzichte van de normale snelheid niet wezenlijk verandert. Anders riskeert u namelijk dat het model bij het indraaien van de landingskleppen, bv. wanneer het veld tóch net niet gehaald wordt bij de landing, neerstort.
Om het verlies aan rolroersturing zoveel mogelijk tegen te gaan, moet u in ieder geval gebruik maken van de “reductie van de differentiatie”. Deze reduceert bij het uitdraaien van het remsysteem de hoeveelheid rolroerdifferentiatie continu en in een instelbare hoeveelheid resp. heft deze, afhankelijk van de instelling, zelfs op. Een waarde van 0% betekent, dat de via de zender geprogrammeerde “rolroerdifferentiatie” blijft bestaan.
–100% tot +100% maakt het mogelijk, om onafhankelijk van de draairichtingen van de rolroer- en welfkleppenservo’s de juiste differentiatie-richting in te stellen. Gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet in het actieve (inverse) veld een veranderde waarde terug naar 0%. Rolroer → richtingsroer VLEUGELMIXERS Multi-kleppen-m.
Helimixers Vliegfase-afhankelijke instelling van pitch, gas en hekrotor In dit menu … Vliegfasenklok Helikoptermix Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers … worden met uitzondering van de mixer voor de autorotatiefase, die vanaf bladzijde 178 behandeld wordt, alle vliegfasen-afhankelijke helimixers beschreven. Deze mixers zijn voor de basis-instelling van een helikoptermodel bedoeld.
altijd door een gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) weer naar de standaardwaarden worden teruggezet.
kan nu in het inverse veld de huidige curvenwaarde tussen –125% en +125% veranderd worden, en wel zonder de steunpunten ernaast te beïnvloeden. Pitch Curve uit Ingang 0% Uitgang +75% Punt 1 +75% <> Als voorbeeld werd hier de steunpuntwaarde “1” op +75% gezet. Naar keuze kunt u echter nog meer punten zetten. Bijvoorbeeld bij -50% … Pitch Curve uit Ingang -50% Uitgang -12% Punt 1 -12% <> ….
<> Een aantippen van de centrale ESC-toets van de linker touch-toets beëindigt deze functie weer. TrimX-as-functie Deze functie activeert u door een aantippen van de linker (◄) of rechter (►) pijltoets van de rechter touch-toets bij een actief, d.w.z. invers weergegeven waardenveld.
<> Voorbeeld van pitchcurven bij verschillende vliegfasen: Hover Kunstvlucht K1 -> gas (gascurve) 3D-vliegen K1 -> gas Curve uit ingang 0% uitgang 0% punt ? 0% <> In tegenstelling tot het menu “Kanaal 1 curve” heeft deze aanduiding alleen betrekking op de stuurcurve van de gasservo, terwijl de “kanaal-1-curve” effect heeft op alle servo’s, die via de gas-/pitchstuurknuppel worden aangestuurd.
gascurve gescheiden; de motor loopt op een stationair toerental en reageert alleen nog op de K1-trimming. Deze voorziening maakt het mogelijk, om vanuit iedere vliegfase de motor te kunnen starten. Na het starten draait u LANGZAAM de gaslimiter naar de tegenoverliggende aanslag, om de gasservo weer geheel via de gas-/pitchstuurknuppel te kunnen bedienen.
Eerst worden daarom - indien gemaakt – de steunpunten “1” tot eventueel max. “4” gewist en daarna worden de steunpunten “L” (ingang = -100%) en “H” (ingang = +100%) op dezelfde waarde ingesteld, bijvoorbeeld: K1 -> gas Curve uit Ingang -100% Uitgang +30% Punt L +30% <> De in te stellen waarde hangt af van de gebruikte toerenregelaar en van het gewenste toerental en kan natuurlijk per vliegfase verschillen.
Hekrotor → gas Pitch K1 -> gas K1 -> hek Hek -> gas Rol -> gas <> => => => 0% 0% SEL Via de hekrotor, die normaal gesproken het draaimoment van de hoofdrotor op de romp compenseert, vindt de aansturing van de helikopter om de hoogte-as plaats. Het verhogen van de stuwkracht van de hekrotor maakt een aanpassen van het motorvermogen nodig, om het toerental van het systeem constant te houden. Bij deze mixer wordt het meenemen van het gas door de hekrotor ingesteld.
In de autorotatie-vliegfase wordt deze mixer automatisch uitgeschakeld . Verbergen van het autopiloot- (gyro-) effect Nick -> gas 0% Nick -> hek 0% Gyroverb. 0% TS-verdraaiing 0 TS-begr. UIT <> SEL Als eerste moet gezegd worden, dat deze functie bij de tegenwoordig in omloop zijnde Gyro-systemen normaal gesproken niet mag worden gebruikt. Let u in ieder geval op de bijgeleverde handleiding, omdat u anders riskeert dat uw heli onbestuurbaar wordt.
gyro-effect links instelbereik stuurelement aan ingang 7 “Gyro 7” midden rechts stuurknuppeluitslag hekrotor 2. lineaire gyro-reductie bij een verkleinde uitslag van het stuurelement, b.v. –50% tot + 80% uitslag van het stuurelement. Het effect van de gyro kan traploos binnen deze grenzen van het stuurelement worden gevarieerd. Ook hier zijn ter verduidelijking effecten van de autopiloot in afhankelijkheid van de hekrotoruitslag voor verschillende parameterwaarden van de gyro-reductie getekend.
Begrenzing van de tuimelschijf Nick -> gas 0% Nick -> hek 0% Gyroverb. 0% TS-verdraaiing 0 TS-begr. UIT <> SEL Deze functie heeft als effect dat het normaal gesproken rechthoekige uitslag-bereik van de knuppel, die de tuimelschijf stuurt, nu over een cirkelvormig gebied wordt begrensd. Wordt namelijk de helikopter zo ingesteld, dat de uitslagen van rol resp. nick het mechanisch mogelijke maximum bereiken, zoals bv.
Het afstemmen van de gas- en pitchcurve Praktische tips De aansturing van gas en collectieve pitch vindt weliswaar via aparte servo’s plaats, maar deze worden altijd (behalve in de autorotatie-vliegfase) samen door de gas-/pitchstuurknuppel bediend. De koppeling wordt automatisch door het helikopterprogramma tot stand gebracht. De trimhevel van stuurfunctie 1 heeft in het MX-20 HoTT- programma alleen effect op de gasservo.
helemaal gesloten kunnen worden, zonder dat de servo mechanisch aanloopt. In het geval van een elektroheli moet bij een gesloten gaslimiter de motor veilig uit staan. Stelt u deze instellingen heel zorgvuldig in, door de stuurstang aan te passen en/of een ander gaatje aan de servo- resp. carburateurhevel te kiezen. Pas daarna moet u de fijne afstelling van de gasservo elektronisch afstellen.
grafiek van “pitch” de verticale lijn met de pitchknuppel naar punt 5 en verander de waarde daarvan met de pijltoetsen ▲▼ van de rechter touch-toets. Deze afbeelding toont alleen veranderingen van de maximale pitchwaarde. uitgang stuuruitslag Brengt u het model daarna weer in de hoverpositie, die bij een middenpositie van de K1-knuppel bereikt moet worden.
Wordt er voor de gaslimiter een schakelaar gebruikt, dan moet u voor deze via het menu “Instelling stuurelement”, bladzijde 100, in ieder geval een tijdsconstante van ca. 5 seconden voor het op toeren brengen van het systeem (openen van de gaslimiter) inprogrammeren, maar geen tijdsvertraging voor het sluiten van de gaslimiter. Laat echter in de kolom “Type” de standaardwaarde “GL” staan, zodat deze instellingen in alle vliegfasen, dus “globaal”, actief is.
De pitchminimum-instelling kan eventueel anders zijn dan die van de normale vliegsituatie, afhankelijk van de gewoonten tijdens de normale vlucht. Voor de autorotatie moet u in ieder geval een dusdanig grote pitchminimum-waarde bij punt 1 instellen, dat uw model vanuit de voorwaartse vlucht bij een middelmatige snelheid in een daalvlucht van ca. 60…70 graden bij een volledig teruggenomen pitch kan worden gebracht.
Algemene opmerkingen bij de vrij programmeerbare mixers Op de voorafgaande bladzijden zijn in het kader van de beschrijving van de beide menu’s “Vleugelmixers” en “Helikoptermix” een heel aantal kant-en-klare mixers beschreven. De principes van de bediening en de betekenis werden u bovendien op bladzijde 145 al uit de doeken gedaan.
stuurkanaal loskoppelen. Ook hierbij kunt u straks een voorbeeld bij deze menubeschrijving vinden om de functie te verduidelijken. Blader nu met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt … Vliegfasenklok Vleugelmixers Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers Vliegfasenklok Helikoptermix Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers … van het multifunctie-menu.
8. 9. Mixpercentages op de tweede displaybladzijde instellen. Met de centrale ESC-toets van de linker touch-toets naar de eerste bladzijde terugkeren. Kolom “van” Na het uitkiezen van een regel en het aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets kiest u in het inverse veld met de pijltoetsen van de rechter touch-toets één van de stuurfuncties 1 … 12 of S uit.
Het schakelaarsymbool rechts naast het nummer van de schakelaar geeft de actuele schakeltoestand weer. Mixers, die niet door een schakelaar (zichtbaar aan het symbool in de desbetreffende kolom) geactiveerd worden, zijn in principe actief! Aan de 4e mixer moet een schakelaar worden toegewezen wanneer u tussen twee nog te bepalen vaste mixwaarden, die overeenkomen met de beide eindpunten van een (proportioneel-) stuurelement, wilt omschakelen.
zien is, het totale, bij stuurkanaal 7 aanwezige signaal(-mix) van de servo-kant en leidt deze verder aan stuurkanaal 8, volgens het ingestelde mixpercentage. Het effect van stuurelement “6” reikt in dit geval dus tot aan uitgang “8”. Een dergelijke serieschakeling kan willekeurig voortgezet worden, zodat b.v. via een andere mixer “8 → 12” het stuurelement-signaal van “6” via de diverse mixpercentages effect heeft tot aan uitgang “12”.
helikoptermodellen Bij de Helikoptermix zijn afhankelijk van het type helikopter voor de pitchsturing maximaal 4 servo’s aan de ontvangeruitgangen 1, 2, 3 en 5 mogelijk, die softwarematig voor de functies pitch, rol en nick met elkaar verbonden zijn. Het is niet raadzaam, om buiten het menu “Helikoptermix” nog een extra vrije mixer naar de bezette kanalen te mixen, omdat er dan soms heel gecompliceerde verbindingen kunnen ontstaan.
L.MIX1 6-> HO UIT Wanneer deze aanduiding verschijnt, werd de mixer nog niet via de toegewezen schakelaar – hier “4” geactiveerd. Dus de schakelaar bedienen: L.MIX1 6-> HO Mix ing. 0% 0% Offset 0% SYM ASY De doorgetrokken verticale lijn in de grafiek geeft de huidige positie van het stuurelement aan de ingang 6 weer. (In de bovenstaande grafiek bevindt deze zich aan de linker rand, omdat CTRL 7, zoals hierboven werd vermeld, zich aan de linker aanslag bevindt.
symmetrische mixpercentages Nu worden de mixwaarden boven en onder het mixer-neutraalpunt - gebaseerd op de huidige positie van het mixer-neutraalpunt – gedefinieerd. Wissel daarvoor eventueel met de pijltoets ▲ van de linker of rechter touchtoets naar de waarden- regel onder de regel “Mix ing.”: kies eventueel met de pijltoetsen ◄► van de linker of rechter touch-toets het SYM-veld, om de mixwaarde symmetrisch bij het zojuist ingestelde mixer-neutraalpunt vast te leggen.
We bekijken hieronder een “willekeurige” mixer, waaraan we een niet-lineaire curvenkarakteristiek willen toevoegen. De hier getoonde voorbeelden dienen slechts als demonstratie en stellen geen echte mixcurven voor. K.MIX 9 8-> 10 Curve uit Ingang -45% Uitgang 0% Punt ? 0% Maken van steunpunten: Met het stuurelement van de mixeringang, hier de stuurfunctie 8, wordt in de grafiek een verticale lijn synchroon tussen de beide eindpunten verschoven.
De steunpunten “L”en “H” kunnen niet worden gewist. Veranderen van de steunpunt-waarden Om de steunpuntwaarden te kunnen veranderen, beweegt u de vertical lijn met het bijbehorende stuurelement op het te wijzigen steunpunt “L, 1 … max.4 of H”. Nummer en actuele curvenwaarde van dit punt worden getoond.
Wijzig nu met de pijltoetsen van de rechter touch-toets de curvenwaarde van “uit” naar “aan” en sluit dit door een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter of de centrale ESC-toets van de linker touch-toets af: K.MIX 9 8-> 10 Curve aan Ingang 0% Uitgang -12% Punt 2 0% Aanwijzing: De hier gedemonstreerde curven dienen alleen als voorbeeld en zijn in geen geval echte pitchcurven. Concrete voorbeelden vindt u bij de programmeervoorbeelden op de bladzijden 242 en 285. Voorbeelden: 1.
bv. de ingang “Ing. 9”. (Laat echter de standaard waarde “GL” in de kolom “Type” zo staan, zodat deze instelling net als de nog te programmeren vrije mixer in alle vliegfasen, “globaal” dus, effectief is.) Vervolgens definieert u gewoon een vrije mixer “9 → 1” met een symmetrisch mixpercentage van bv. 25%. Deze heeft dan dankzij de interne koppeling effect op alle aanwezige pitchservo’s, zonder de gasservo te beïnvloeden. L.MIX1 9 -> 1 Mix ing.
MIX act. / fase vliegfasen-afhankelijke mixerkeuze Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt … Vliegfasenklok Vleugelmixers Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers Vliegfasenklok Helikoptermix Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers … van het multifunctie-menu. Door een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt.
Alleen mixkanaal Stuurfuncties vliegfasen-onafhankelijk van stuurkanaal losmaken Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt … Vliegfasenklok Vleugelmixers Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers Vliegfasenklok Helikoptermix Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers … van het multifunctie-menu. Door een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt. ALLEEN MIX KANAAL Alleen Norma.
Kruismixers Evenwijdige/tegengestelde mix van twee stuurfuncties Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt … Vliegfasenklok Vleugelmixers Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers Vliegfasenklok Helikoptermix Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers … van het multifunctie-menu. Door een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt.
remkleppen naar buiten uitslaan, dan wijst u in het menu “Instelling stuurelement” aan de ingang 8 de K1stuurknuppel (stuurelement 1) toe. Aansluitend wisselt u naar de kolom “Offset” en verandert u de Offset-waarde zolang, tot de beide richtingsroeren weer neutraal staan. Eventueel moet u een beetje met de Offset- en uitslaginstellingen “spelen”.
Tuimelschijf-mixer Pitch-, rol-, nickmixer Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt … Helikoptermix Vrije mixers MIX act./fase Alleen mixkanaal Kruismixers Tuimelsch. mix … van het multifunctie-menu. Door een kort aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt: TS-MIXER Pitch +61% Rol +61% Nick +61% SEL Aanwijzing: Bij keuze van “1 servo” in de regel “Tuimelschijf” van het menu “Helikoptertype” is dit menu niet zichtbaar.
door sterke storingen, te veel gaan afwijken of zelfs verminkt zijn, vervangt de processor – afhankelijk van de hieronder beschreven instellingen - deze signalen automatisch door de in de ontvanger tussendoor opgeslagen stuursignalen. Daardoor worden bv. ook korte storingen, door een gebrek aan veldsterkte o.i.d. verborgen, die anders tot de bekende storingsverschijnselen zouden leiden. In dit geval brandt de rode LED op de ontvanger.
Leraar/leerling Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “leraar/leerling” van het multifunctiemenu: Kruismixers Fail-Safe Leraar/leerling Zenderuitgang Telemetrie Algemene inst. Tuimelsch.mixer Fail-Safe Leraar/leerling Zenderuitgang Telemetrie Algemene inst. Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menu: TRAINER /leerl.
Het door de leerling te sturen model moet verder compleet, d.w.z. met al zijn functies inclusief de trimming en eventueel bijbehorende mixerfuncties, in een modelgeheugenplaats van de leraar-zender MX-20 HoTT geprogrammeerd, omdat deze ook tijdens het leerlingvliegen het model uiteindelijk stuurt; ook de HoTT-ontvanger van het model moet aan de leraarzender “gebonden” zijn. De leraar-zender MX-20 HoTT MOET EERST AANGEZET EN DAARNA PAS DE VERBINDINGSKABEL WORDEN VASTGESTOKEN.
Leraar-leerling-gebruik Beide zenders worden via de passende kabel, zie overzicht op de volgende bladzijde, met elkaar verbonden: 2polige stekker met de (eventueel op de kabel aanwezige)aanduiding “M” (Master) in de bus van de leraarzender resp. stekker met het eventueel –afhankelijk van de kabel - aanwezige opschrift “S” (Student) in de bijbehorende bus van de leerlingzender steken.
Leraar-/leerling-systeem met zender MX-16 HoTT Vanwege de voortdurende uitbreiding van het assortiment vindt u de meest actuele informatie op Internet onder www.graupner.de leerlingzender MX-20 HoTT leraar-/leerling-kabel Best.-Nr. 4179.1 leraar-/leerling-kabel Best.-Nr. 3290.8 leraarzender met DSC-bus leraarzender met leraarmodule Best.-Nr. 3290.2, 3290.19, 3290.22 MX-12 HoTT, MX-16 HoTT, MX20 HoTT MC-19 (s, iFS+HoTT) tot MC-24, MX-22(iFS), MX-24s leraarzender MX-20 HoTT leraar-/leerling-kabel Best.
Draadloos HoTT-systeem Het leraar-leerling-systeem van de MX-20 HoTT kan ook draadloos worden gebruikt. Daarvoor wordt, zoals hieronder beschreven, de leraarzender met een leerlingzender “verbonden”. Van tevoren moet echter de ontvanger van het model aan de LEERLINGzender gebonden worden. Deze configuratie is mogelijk tussen zenders, die in het menu “Leraar/leerling” over de optie “BIND:” beschikken. Voorbereiden van de zenders Leraarzender Het trainermodel moet compleet, d.w.z.
TRAINER /leerl. Leerl Leraa 1 2 3 4 5 6 SW: ---BIND: n/a Instelling van de leraar-zender Tot maximaal twaalf stuurfuncties van de leraar-zender “Leraar” kunnen apart of in een willekeurige combinatie aan de leerling-zender “Leerl.” worden overgegeven.
TRAINER /leerl. -Leerl Leraa 7 8 9 10 SW: BIND: 11 12 AAN TRAINER /leerl. Leerl *Leraa 7 8 9 10 11 12 SW: 9 BIND: AAN U kunt nu bij beide zenders terugkeren naar het basisdisplay en het trainergebruik na een grondige controle van alle functies beginnen. Zou daarentegen maar bij één van de beide of bij geen enkele zender “AAN” zichtbaar zijn en de bindingsprocedure dus mislukt zijn, dan moet u eventueel de positie van de beide zenders veranderen en de hele procedure herhalen.
Kiest u daarentegen met een pijltoets van de linker of rechter touch-toets “VERDER” … Kiezen Leraar verb.? VERDER UIT … en bevestigt u deze keuze door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets, dan wordt de bestaande leraar-verbinding voortgezet. Op dezelfde manier moet u te werk gaan wanneer de zender als leerlingzender werd geconfigureerd.
Zenderuitgang Omwisselen van de uitgangen van de zender Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Zenderuitgang” van het multifunctiemenu: Kruismixers Fail-Safe Leraar/leerling Zenderuitgang Telemetrie Algemene inst. Tuimelsch.mixer Fail-Safe Leraar/leerling Zenderuitgang Telemetrie Algemene inst. Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt.
Telemetrie Via het “Telemetrie”-menu kunnen in realtime zender- en ontvangerdata en gegevens van optioneel aangesloten telemetrie-sensoren, zie aanhangsel, opgeroepen en zichtbaar gemaakt worden. De ontvangerdata worden via het in de HoTT-ontvanger geïntegreerde terugkoppelingskanaal naar de zender overgebracht. Aan de ontvangers GR-12S HoTT (Best.-Nr. 33505), GR-12 HoTT (Best.-Nr. 33506), GR-16 HoTT (Best.-Nr. 33508) en GR-24 HoTT (Best.-Nr.
Telemetrie De onder het verzamelbegrip “Telemetrie” samengevatte menu’s zijn vanuit het basisdisplay van de zender MX-20 HoTT te bereiken door de centrale ESC-toets van de linker touch-toets gedurende ca. een seconde in te drukken. Dezelfde menu’s kunnen echter ook net als de andere menu’s van de zender in de multifunctielijst door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets worden opgeroepen: Kruismixers Fail-Safe Leraar/leerling Zenderuitgang Telemetrie Algemene inst. Tuimelsch.
L.R-VOLT SENSOR 1 SENSOR 2 laagste bedrijfsspanning van de ontvanger sinds het laatste inschakelen in Volt geeft de waarde van de optionele telemetrie-sensor 1 in Volt en ºC aan geeft de waarde van de optionele telemetrie-sensor 2 in Volt en ºC aan Signaalkwaliteit (S-QUA) De signaalkwaliteit (S-QUA) wordt via het terugkoppelingskanaal van de ontvanger “live” aan de zender meegedeeld en geeft de signaalsterkte in % aan.
RX SERVO Let in ieder geval voordat u eventueel op deze displaybladzijde gaat programmeren op de aanwijzingen op bladzijde 208.
“Niets doen” is het slechtste, wat u hier kunt doen. In de basisinstelling van de HoTT-ontvanger is namelijk “HOLD” standaard. In het geval van een storing vliegt in het gunstigste geval het vliegtuigmodel een onbepaalde tijd rechtdoor en “landt” dan hopelijk ergens, zonder grotere schade aan te richten! Gebeurt dit echter op een minder gunstige plek en op een verkeerd moment, dan zou bv.
U wilt bij een groot model het richtingsroer met twee of meer servo’s aansturen: wijs aan de desbetreffende OUTPUT CH (servo-aansluitingen) telkens één en hetzelfde INPUT CH (stuurkanaal) toe. In dit geval het standaard richtingsroerkanaal 4. MODE De instellingen van de opties “MODE”, “F.S.Pos.” en “DELAY” bepalen het gedrag van de ontvanger wanneer er een storing in de overdracht tussen de zender en ontvanger zou plaatsvinden.
Schakel de zender uit en controleer de Fail-Safe-posities aan de hand van de servo-uitslagen.
MIXER Tot maximaal 3 mixers kunnen tegelijkertijd geprogrammeerd worden. Wissel via “MIXER” tussen mixer 1, mixer 2 en mixer 3. De volgende instellingen in dit display betreffen altijd alleen de in de regel “MIXER” gekozen mixers.
alleen, wanneer u in de zender noch in de regel “staarttype” van het menu “Basisinstelling” “2HO Sv” noch in de regel “rolr./welfkl.” “2RO” of “2RO 2WK” heeft ingesteld! Anders wordt al in de zender de stuurfunctie 3 (hoogteroer) op de stuurkanalen 3 + 8 resp. de stuurfunctie 2 (rolroer) op de stuurkanalen 2 + 5 voor linker en rechter rolroer gedeeld. De corresponderende stuurkanalen (INPUT CH) van de ontvanger zouden in deze beide gevallen dan de kanalen 03 + 08 resp. 02 + 05 zijn.
Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets activeert u het invoerveld: Met één van de pijltoetsen van de rechter touch-toets kiest u nu START: Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets start u nu de testprocedure. Het invoerveld wordt weer “normaal” getoond: Voor het stoppen van de servotest activeert u zoals al eerder beschreven weer het invoerveld, kiest u STOP en bevestigt u deze keuze met de SET-toets van de rechter touch-toets.
Aanbevolen bij digitale servo’s, wanneer er meerdere servo’s voor één functie worden toegepast (bv. rolroeren), zodat de servo’s absoluut synchroon lopen. Wanneer er uitsluitend digitale servo’s worden gebruikt is het raadzaam om in de regel “PERIOD” van het display “RX SERVO” 10 ms in te stellen, om de snellere reactie van digitale servo’s te kunnen benutten.
Heeft de als satellietontvanger SUMO geprogrammeerde ontvanger een ontvangstuitval, dan nemen de aan deze ontvanger aangesloten servo’s volledig onafhankelijk van de hoofdontvanger de in de satellietontvanger geprogrammeerde Fail-Safe-posities in. Komt het daarentegen bij beide ontvangers tegelijkertijd tot een ontvangstuitval, dan gebruikt de software, zoals die bij de uitgave van deze handleiding actueel is, in principe de Fail-Safe-instellingen van de SUMO.
Sensor kiezen Na keuze van de gewenste menuregel met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets … Telemetrie Tel. ontv. bind. 1 Instellen, weergeven Sensor kiezen Weergave HF status Keuze aanzeggen … en aansluitend aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets wordt het uitgekozen ondermenu geopend: Sensor kiezen Ontvanger General module Electr.
Aanduiding HF status Na selectie van de gewenste menuregel met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets … Telemetrie Tel. ontv. bind. 1 Instellen, weergeven Sensor kiezen Weergave HF status Keuze aanzeggen … en een aansluitend aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets gaat het gekozen ondermenu open.
Keuze aanzeggen gesproken berichten Na keuze van de gewenste menuregel met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets … Telemetrie Tel. ontv. bind.
Ontvanger Sensor … en aansluitend aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets wordt het uitgekozen ondermenu geopend: Volt actueel: Modeltijd: Accutijd: Stopwatch: Vliegtijdklok: Kloktijd: In dit menu kunt u na keuze van de gewenste regel met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets en een aansluitend aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets het gekozen gesproken bericht activeren of deactiveren: Volt actueel: Modeltijd: Accutijd: Stopwatch: Vliegtijdkl
Algemene instellingen Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt “Algemene inst.” van het multifunctiemenu: Telemetrie Algemene Inst. Servoaanduiding Servotest Invoerslot Info Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u deze: ALGEMENE INSTELLING Eig < > Stuurtoewijzing 1 DSC-uitgang PPM10 Pitch min achter Contrast 0 Verlichting onbeg. Inschakelgeluid ja Accutype Ni-MH Waarsch.accu 4,7V Inschakelwaar. onbeg. Touch-gevoelig.
(Voor-ingestelde) stuurtoewijzing ( “mode”) In principe zijn er 4 verschillende mogelijkheden, om de vier stuurfuncties rolroer, hoogteroer, richtingsroer en gas resp. remkleppen bij een vliegtuigmodel en rollen, nicken, hekrotor en gas/pitch bij een helikoptermodel toe te wijzen. Welke van deze mogelijkheden wordt toegepast, hangt van de individuele gewoonten van de modelpiloot af. Kies met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets de regel “Stuurtoewijzing” uit.
Door een gelijktijdig indrukken van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) schakelt u terug naar “PPM10”. (Voor-ingesteld) pitch min (alleen voor helikoptermodellen relevant) Op dezelfde manier als bij de hierboven beschreven opties “Stuurtoewijzing” en “DSC-uitgang” geeft u in de deze regel uw bedieningsrichting van de gas-/pitch-stuurknuppel op, zodat deze bij alle toekomstige modelgeheugens al goed staat .
Waarschuwingsdrempel accu ALGEMENE INSTELLING Verlichting onbeg. Inschakelgeluid ja Accutype Ni-MH Waarsch. accu 4.7V In deze regel kunt u de waarschuwingsdrempel voor de aanduiding … Accu moet geladen worden !! …-afhankelijk van de keuze van het accutype – instappen van 0,1 Volt tussen 4,5 en 5,5 V (NiMH-accu) resp. 3,2 en 4,2 V (LiPo-accu) naar eigen goeddunken instellen.
In deze regel wordt het volume van de via de koptelefoon hoorbare gesproken mededelingen op een schaal van “0” tot “10” vastgelegd. Gelijktijdig aantippen van de pijltoetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) schakelt in het inverse veld terug naar “3”. Signaalvolume ALGEMENE INSTELLING Touch-gevoelig. 2 Landeninste. Europa Spraakvolume 3 Signaalvolume 3 In deze regel wordt het volume van de zenderinterne geluidsgenerator op een schaal van “0” tot “6” vastgelegd.
Servoaanduiding Weergave van de positie van de servo Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menu “servoaanduiding” van het multifunctie-menu: Telemetrie Algemene Inst. Servoaanduid. Servotest Invoerslot Info weergave Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt.
Servotest functietest van de servo 1 … 8 Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menu “Servotest” van het multifunctiemenu: Telemetrie Algemene Inst. Servoaanduid. Servotest Invoerslot Info weergave Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menupunt: SERVOTEST act. uit 1 2 3 4 5 6 7 8 0.
Invoerslot Afsluiten van de multifunctielijst Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt … Telemetrie Algemene Inst. Servoaanduid. Servotest Invoerslot Info weergave … van het multifunctie-menu.
Nieuwe Pincode *****geen***** Verlaat nu het menu door de centrale ESC-toets van de linker touch-toets kort aan te tippen. Verlaten van het menu zonder invoer van een geheime code U wilt het uit nieuwsgierigheid of per abuis opgeroepen menu weer verlaten en heeft verder geen toets bediend. Het display ziet er daarom als volgt uit: INVOERSLOT Voer Pincode in!! ( ) SET Tip nu eenmaal de centrale SET-toets van de rechter touch-toets aan.
Info-display Zender ID, datum, tijd en geheugenkaart Blader met de pijltoetsen van de linker of rechter touch-toets naar het menupunt … Telemetrie Algemene Inst. Servoaanduid. Servotest Invoerslot Info weergave … van het multifunctie-menu. Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets opent u dit menu: HFID ABCDEF12 Firmware Ver. 1.234 Dat.
Datum en kloktijd kunnen bij aanwezigheid van een verbinding met een PC, zoals op baldzijde 39 is beschreven, alternatief via Internet onder www.graupner.de bij het desbetreffende product door middel van een PC-programma worden ingesteld. Datum en kloktijd zijn door een verwisselbare back-up batterij beschermd tegen stroomuitval, bijvoorbeeld door het verwisselen van de zenderaccu, zie bladzijde 15. Tijd RFID ABCDEF12 Firmware Ver. 1.234 Dat.
MX-20 HoTT-programmeertechniek Voorbereidende maatregelen met een vliegtuigmodel als voorbeeld Modellen programmeren in een MX-20 HoTT … … is eenvoudiger, dan dat het op het eerste gezicht lijkt! Voorwaarde voor een juiste en snelle programmering is echter, en dat geldt niet alleen voor de MX-20 HoTT, maar in principe voor alle programmeerbare zenders, de mechanisch correcte inbouw van alle radiobesturingcomponenten in het model! Uiterlijk bij het aansluiten van de aansturingen moet er daarom op gelet worde
ontstaan om instellingen uit te breiden resp. aan te vullen. Daarom wordt hier niet altijd de volgorde van de opties aangehouden resp. wordt een bepaalde optie ook meerdere keren genoemd. Omgekeerd kan het natuurlijk ook zo zijn, dat voor een bepaald model niet elk van de beschreven stappen relevant is, zoals ook sommige gebruikers voor hun model de beschrijving van een bepaalde stap zullen missen….
Eerste stappen bij de programmering van een nieuw model Voorbeeld: vliegtuigmodel zonder motoraandrijving In dit menu kan de naam van de eigenaar ingevoerd worden en in de regels ”Stuurtoewijzing”, “DSC-uitgang” en ”Pitch min” kunnen waarden voor het nieuwe modelgeheugen al worden vastgelegd. Deze worden dan bij het activeren van een nieuw modelgeheugen in de basis-instelling ervan alvast meegenomen, maar kunnen ook op elk moment weer worden veranderd.
Bij een te lage accuspanning is een modelwissel uit veiligheidsoverwegingen niet mogelijk. Op het display verschijnt de bijbehorende waarschuwing: Nu niet mogelijk Spanning te laag Is deze horde genomen, dan moet eventueel eerst de in het model ingebouwde ontvanger aan dit modelgeheugen in het menu … “Basis-instelling model” (bladzijde 68 …. 73) …. gebonden worden. Wissel hiervoor naar de regel “Geb.ontv.”: BASISINST. MODEL Modelnaam < > Stuurtoewijzing 1 Geb. ontv.
In de beide volgende regels worden de servo’s in het model aangewezen resp. aan de zender meegedeeld: MODELTYPE Motor aan K1 geen Staart normaal Rolr./welfkl. 1RO Remoffs. +100% Ing1 SEL staart: “normaal”, “V-staart”, “delta/staartl.” of “2HOsv 3+8” rolr./welfkl.: 1 of 2 RO-servo’s en 0, 1, 2 of 4 of 2 WK-servo’s Omdat we later het remsysteem van het ondermenu “Reminstellingen” uit het menu “Vleugelmixers” met de K1knuppel willen bedienen, laten we de instelling helemaal rechts in de regel “Remoffs.
Als voorbeeld is een model met een normale kruisstaart gekozen, waarbij het richtingsroer in een wigvormige uitsnede van het hoogteroer beweegt. Om te voorkomen, dat het richtings- aan het hoogteroer vastloopt en deze eventueel blokkeert, wordt normaal gesproken de uitslag mechanisch (aan de stuurstang) zó ingesteld, dat het roer bij een volledige uitslag van de stuurknuppel net niet vastloopt.
REMINSTELLINGEN Butt. 0% D.red. 0% HO-curve => RO Na deze excursie over wederzijdse afhankelijkheden weer terug naar ons thema: Moeten de rolroeren voor het remmen omhoog gezet worden, dan wordt in de regel “Butt.” na het activeren van het waardenveld van de kolom “RO” een passende waarde ingegeven. Bovendien moet altijd in de daaronder staande regel “D.red.
RO HO RI ----0% ----0% ----0% EXPO SEL Wordt er ook een schakelaar toegewezen, dan kan tijdens het vliegen zelfs tussen twee verschillende Dual-Rate/Expo-instellingen worden omgeschakeld.
Invoegen van een elektro-aandrijving in de modelprogrammering Een elektro-aandrijving kan op verschillende manieren worden ingeschakeld. De eenvoudigste methode om een elektromotor in de programmering in te voegen, bestaat in het gebruik van de gas-/remknuppel (K1). Omdat deze echter bij de hiervoor beschreven modelprogrammering al voor het remsysteem werd toegepast, is óf de vanaf bladzijde 247 beschreven omschakelbare oplossing óf het gebruik van een alternatief stuurelement nodig.
nu aan de knop van de proportionele draaiknop. Na een korte tijd verschijnt in het inverse veld de aanduiding “stuurel.7”: Ing. 5 GL ---0% Ing. 6 GL ---0% Ing. 7 GL ---0% Ing. 8 GL St7 0% Type Offset Omdat de aandrijving meestal onafhankelijk van de eventueel actieve vliegfase ter beschikking moet staan laat u echter de kolom “Type” – zoals hierboven al eerder vermeld – op de standaardwaarde “GL” staan.
Aanwijzingen: Met behulp van de neutraalpunt-verschuiving en de daarop volgende aanpassing van de stuuruitslag, in die zin, dat de Offsetwaarde naar de kant, waarheen het neutraalpunt werd verschoven, van de uitslag wordt afgetrokken en aan de andere kant weer wordt opgeteld, kan in het menu “Instelling stuurelement” de “halfgas-positie” worden beïnvloed. Dus b.v. bij een Offsetwaarde van –20%: +80% aan de min-kant van de uitslag-instelling en +120% aan de plus-kant en omgekeerd.
E-motor en Butterfly afwisselend met de K1-stuurknuppel sturen Voorbeeld 4 Voordat we ons gaan bezighouden met de programmering van dit vierde voorbeeld resp. de uitbreiding van de eerder beschreven basisprogrammering, nog een paar woorden over de positie van de gas-/remknuppel bij “motor UIT” resp. “rem UIT”! Normaal gesproken wordt namelijk de K1-stuurknuppel bij het gas geven naar voren en bij het afremmen naar achteren bewogen. Wanneer u echter in deze “klassieke” bezetting dan b.v.
Fa1 Fa2 Fa3 Fa4 Fa5 * - normaal landing klok 1 naam faseklok De klok wordt gestuurd via één van de vooraf gedefinieerde stuurelement-schakelaars op de K1-knuppel. Zodra u omschakelt naar de vliegfase <> wordt deze vliegfaseklok automatisch gestopt en in de basisaanduiding verborgen. Nadere details hierbij vindt u op bladzijde 142. Beweeg nu het markeringskader over de kolom “Faseklok” naar rechts, naar de kolom “motor”.
afbeelding niet zichtbaar gemaakt). Deze kleppenpositie duidt men aan met “kraai-positie” of “Butterfly”, zie ook bladzijde 160. In de regel “D.red.” (differentiatie-reductie) geeft u een waarde in die overeenkomt met de waarde, die u aan de ingangskant van het “Vleugelmixers”-menu in de regel “Rolr.-diff.” heeft ingesteld resp. wilt instellen. Met de mixer “HO-curve” kan het “pompen” van het model, dat normaal gesproken optreedt bij het omhoog zetten van de rolroeren, automatisch worden onderdrukt.
Met de K1-knuppel omschakelen tussen E-motor en stoorklep Voorbeeld 5 Als het model in tegenstelling tot voorbeeld 4 toch extra stoorkleppen of zelfs alleen maar deze kleppen heeft, kunnen deze door middel van de hieronder beschreven programmering voor de sturing van het model worden gebruikt: Programmeer daarvoor de menu’s “Modeltype”, “Faseninstelling” en “Fasentoewijzing” op de manier, zoals die bij voorbeeld 4 werd beschreven.
Bediening van de klokken door stuurelement of schakelaar Voorbeelden 4 en 5 van de voorafgaande bladzijden Heeft u in het kader van de op de vorige bladzijden beschreven modelprogrammering voor voorbeeld 4, bladzijde 247 of 5, bladzijde 250, gekozen of gebruikt u geheel onafhankelijk van deze voorbeeldprogrammeringen de K1-stuurknuppel (gas-/remknuppel) voor de vermogensregeling van uw model, dan kunt u een stuurelement-schakelaar voor het automatisch in- resp. uitschakelen van de stopwatch toepassen.
de centrale SET-toets van de rechter touch-toets. Rechts naast het nummer van het stuurelement wordt de schakeltoestand weergegeven: Stuurelement-schakel. G1 St6 -85% => ----G2 0% => ----G3 0% => ----G4 0% => ----STO SEL Aanwijzing: Leg het schakelpunt niet in het uiterste punt van het stuurelement, omdat een betrouwbaar omschakelen daar niet gegarandeerd is. In de richting “volgas” moet de hier als voorbeeld gebruikte G1 “gesloten” en onder het schakelpunt “geopend” zijn.
Parallel lopende servo’s Vaak is er een tweede, parallel lopende servo nodig, wanneer b.v. de in de vleugels ingebouwde rem- resp. stoorkleppen of het linker en rechter hoogteroer of een dubbel richtingsroer door ieder één servo bediend moeten worden of één groot roer vanwege de hoge stelkrachten door twee servo’s tegelijk moet worden aangestuurd. Deze taak zou ook opgelost kunnen worden door de beide servo’s via een V-kabel gewoon met elkaar te verbinden.
“Modeltype” (bladzijde 82) In dit menu wisselt u met een pijltoets naar de regel “staart” en activeert u door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets het waardenveld, waarna u gewoon de optie “2HOSv 3+8” selecteert: MODELTYPE Motor aan K1 geen Staart 2HOSv3+8 Rolr./welfkl. 1RO Remoffs. +100% in1 De aanpassing van de uitslagen van de servo’s voert u dan “zoals gebruikelijk” in het menu “Servo-instelling”.
Toepassen van vliegfasen Binnen ieder modelgeheugen kunnen maximaal 7 verschillende vliegfasen (vliegtoestanden) met van elkaar verschillende instellingen worden geprogrammeerd. Elk van deze vliegfasen kan via een schakelaar of een schakelaarcombinatie worden opgeroepen. Op een eenvoudige manier kunt u zo tussen verschillende instellingen, die voor de diverse vliegtoestanden zoals b.v. “normaal”, “thermiek”, “speed”, “afstand” enz. geprogrammeerd zijn, comfortabel tijdens het vliegen omschakelen.
In de kolom “Om. tijd” (omschakeltijd) … Fa 1 * normaal 4.0s Fa 2 + thermiek 3.0s Fa 3 + speed 2.0s Fa 4 + start 1.0s Fa 5 0.1s Naam Om.tijd … kan worden vastgelegd, binnen welke tijd bij een wissel van de ene naar (!) deze vliegfase er moet worden “overlapt”, om een “soepele” overgang van de verschillende servo-posities mogelijk te maken. Zo wordt een eventuele zware belasting van roeren resp. kleppen voorkomen. De “status”-kolom laat u door een ster “*” zien, welke vliegfase op het moment actief is.
3e stap Om nu niet alle al ingevoerde instellingen in de “nieuwe” vliegfasen stap voor stap te hoeven overnemen, is het raadzaam om nu eerst de al ingevlogen programmering van de vliegfase “normaal” naar de beide andere vliegfasen te kopiëren.
6e stap In het menu … “Vleugelmixers” (vanaf bladzijde 146) … verschijnt de naam van de vliegfase die nu actief is, aan de onderste rand van het display. Wordt nu de positie van de schakelaar veranderd, dan verschijnt de naam van de door de schakelaar gekozen vliegfase, maar met de van tevoren gekopieerde instellingen van de vliegfase .
Toepassen van vliegfasen Voorbeeld 2…. Zwever met 4-kleppenvleugel, 2 stoorkleppen en sleepkoppeling Het volgende voorbeeld gaat ervan uit, dat u het model al mechanisch heeft afgesteld en u zich van de correcte aansturing van alle roeren heeft overtuigd resp. deze in het kader van deze programmering nog eens controleert en eventueel door verwisselen van servo’s aan de ontvanger en/of via het menu “servoinstelling” aanpast.
Ing. Ing. Ing. Ing. 5 6 7 8 GL GL GL GL ------------St.1 0% 0% 0% 0% Type Offset Let er in deze context wel op dat een eventueel in het menu “Kanaal 1 curve” geprogrammeerde niet-lineaire stuurcurve net zo min op deze ingang effect heeft als een eventueel op minder dan 100% ingestelde rem-offset, wat u heel eenvoudig in het menu “Servo-aanduiding” kunt zien, dat u vanuit bijna iedere menu-positie door een gelijktijdig aantippen van de toetsen ◄► van de linker touch-toets bereikt.
HR → WK Deze mixer neemt de rolroeren (RO) en welfkleppen (WK) bij een bedienen van het hoogteroer mee. De mixrichting moet zo worden gekozen, dat bij hoogteroer “up” alle kleppen naar beneden en omgekeerd bij hoogteroer “down” naar boven uitslaan. Het mixpercentage ligt normaal gesproken bij enkele tientallen procenten. Nu wisselt u binnen het “Vleugelmixers”-menu naar de “Reminstellingen” … REMINSTELLINGEN Butt. +44% +66% D.red.
Fa 1 Fa 2 Fa 3 Fa 4 Fa 5 normaal thermiek speed 1.0s 1.0s 1.0s 0.1s 0.1s Naam Om.tijd Aan deze vliegfasen wijst u nu in het menu … “Fasentoewijzing” (bladzijde 134) … de desbetreffende schakelaars toe, waarmee naar keuze tussen de drie fasen kan worden omgeschakeld. Omdat er geen bijzondere prioriteiten nodig zijn, bezet u bijvoorbeeld schakelaar “C” in de display-aanduiding en kiest u als schakelaar één van de beide eindposities van de drie-standen-schakelaar CTRL 9 of 10.
Kopiëren naar fase: 1 normaal 2 thermiek 3 4 5 6 7 4. Bevestig door een aantippen van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets uw keuze. 5. Er verschijnt een veiligheidsvraag, die tenslotte met “JA” bevestigd moet worden: Moet fase: 1 normaal -> 2 thermiek gekopieerd worden? NEE JA Aansluitend herhaalt u de procedure met de vliegfase “3 speed”. Nu programmeren we als voorbeeld de in de fase “thermiek” benodigde instellingen.
▲RO▼ +60% RO-tr. +60% Diff. +33% WK-pos. -14% ▲WK▲ +15% +15% HO->WK 0% 0% <> WK Gelijktijdig aantippen van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet veranderde waarden weer terug naar de standaardwaarden. Aanwijzing: Voor een betere verdeling van de lift moeten de mixpercentages zó worden gekozen, dat de welfkleppen iets “lager” staan dan de rolroeren.
Instellen van tijdsgestuurde bewegingen door middel van tijdsvertraging en curvenmixers Een interessante, maar minder bekende mogelijkheid van de MX-20 HoTT-software is om via een schakelaar bijna geheel willekeurige servobewegingen met een duur van maximaal 9,9 seconden te kunnen maken. Aan de hand van enkele voorbeelden willen we hieronder uitleggen, hoe iets dergelijks geprogrammeerd kan worden.
… met een door dezelfde schakelaar gestarte, maar tijdsvertraagd starten van de op uitgang 10 aangesloten motor: K.
8-kleppen-vleugel De MX-20 HoTT ondersteunt standaard de comfortabele aansturing van maximaal 8 servo’s voor de rolroer/welfklep-functies. Hieronder willen we een model zonder motoraandrijving en zonder stoorkleppen in de vleugels onder de loep nemen. Het voorbeeld gaat er van uit, dat u het model mechanisch al juist heeft afgesteld en dat alle roeren naar de juiste kant uitslaan.
S1 S2 S3 S4 S5 => 0% 100% 100% => 0% 100% 100% => 0% 100% 100% => 0% 100% 100% => 0% 100% 100% omk midden - weg + … de eventueel nog nodige fijne afstelling van de servo’s gedaan. Daarmee is de basis-programmering van de 8kleppen-vleugel al afgesloten. Welfkleppenposities met vliegfasen Programmeer eerst in de menu’s “Faseninstelling” en “Fasentoewijzing” twee of meer vliegfasen.
“Instelling stuurelement” (bladzijde 96) … in iedere vliegfase aan de ingangen 5, 6 en 11 telkens hetzelfde stuurelement, bijvoorbeeld de proportionele draaiknop CTRL 7, toegewezen en parallel daaraan de uitslag naar ongeveer 50% of nog minder verkleind, zodat de kleppen ook nauwkeurig kunnen worden getrimd. Via van elkaar afwijkende uitslag-instellingen kunt u ook nog de uitslagen van de verschillende kleppenparen per vliegfase in één menu op elkaar afstemmen.
▲RO▼ +90% RO-tr. +90% Diff. +33% WK-pos. -7% ▲WK▲ +33% +33% HO->WK 0% 0% <> RO2 ▲RO▼ +77% RO-tr. +77% Diff. 0% WK-pos. -9% ▲WK▲ +100% +100% HO->WK 0% 0% <> WK ▲RO▼ +55% RO-tr. +55% Diff. 0% WK-pos. -12% ▲WK▲ +100% +100% HO->WK 0% 0% <> WK2 Niet alleen de beide welfkleppenparen (servo’s 6 + 7 en 9 + 10) maar ook de rolroeren (servo’s 2 + 5 en 11 + 12) worden nu volgens het mixpercentage als welfkleppen meegenomen - normaal gesproken tegengesteld aan het hoogteroer.
Delta- en staartloos model Wat in het begin van de vleugelmodel-programmering op bladzijde 236 aan algemene opmerkingen over de inbouw en de afstemming van de RC-installatie in een model werd gezegd, geldt natuurlijk ook voor delta- en staartloze modellen! Daarbij horen ook de opmerkingen over het invliegen en het verfijnen van de instellingen tot aan de programmering van vliegfasen. Delta- en staartloze modellen onderscheiden zich al qua uiterlijk door hun eigen, karakteristieke vorm resp.
VLEUGELMIXERS Rem-instellingen => Rolr.-diff. +10% RO -> RI +50% ---Eventueel verder reikende instellingen leiden vanwege de specifieke eigenaardigheden van dit soort modellen tot het ontstaan van moeilijk te compenseren krachten. Delta/staartloos van het type: “2RO 1 / 2/ 4 WK” MODELTYPE Motor aan K1 geen Staart Delta/Sl Rolr./welfkl. 2RO4WK Remoffs. +100% in1 SEL Bij Delta/staartloze modellen met meer dan twee kleppen kunnen meer momentkrachten worden gecompenseerd. Zo kan b.v.
Diff. WK-pos. ▲WK▲ HO->WK 0% 0% 0% 0% 0% 0% WK2 In het menu “Instelling stuurelement” zijn weliswaar standaard alle ingangen “vrij”, maar als u toch ooit eens per vergissing een stuurelement zou toewijzen … dan heeft deze in ieder geval geen invloed. De laatste regel, “HO → WK”, hebben we aan het begin van dit onderdeel besproken.
KRUISMIXERS Mixer1 ▲ 5 ▲▲RI ▼ +66% Mixer2 ▲??▲▲??▼ 0% Mixer3 ▲??▲▲??▼ 0% Mixer4 ▲??▲▲??▼ 0% Diff. De differentiatie is in dit geval nodig, omdat bij het vliegen van bochten het richtingsroer, dat zich aan de buitenkant van de bocht bevindt een grotere curven-radius vliegt dan de binnenste richtingsroerservo; dit is te vergelijken met de positie van de voorwielen van een auto bij een bocht.
Programmeervoorbeeld: F3A-model F3A-modellen horen tot de categorie van motor-aangedreven vleugelmodellen. Ze worden door een verbrandings- of een elektromotor aangedreven. Modellen met een elektromotor zijn niet alleen concurrerend in de internationale kunstvluchtklasse F3A, maar ook in de elektrokunstvluchtklasse F5A. Bij dit programmeervoorbeeld gaan we ervan uit dat u zich al bezig gehouden heeft met de programmering van de verschillende menu’s en dat het gebruik van de zender u intussen vertrouwd is.
MODELTYPE Motor aan K1 achter Staart normaal Rolr./welfkl. 2RO Remoffs. +100% in1 SEL De overige instellingen, zoals in de afbeelding getoond, past u aan of laat u zo. Na het invliegen en aftrimmen van het model is het raadzaam, om te trimuitslag voor hoogte- en rolroeren te reduceren. Het model reageert dan wezenlijk soepeler op een verstelling van de trimhevels.
K1 curve Curve aan Ingang -50% Uitgang 0% Punt 1 0% Slechts drie steunpunten, en wel het steunpunt “L” bij –100%, “H” +100% en “1” bij –50% stuuruitslag resulteren in de hierboven afgebeelde afgeronde stuurcurve. Principes van de bediening: Verschuif de K1-stuurknuppel en daarmee de verticale lijn in de grafische aanduiding in de richting stationair naar ca. –50% stuuruitslag en tip kort de centrale SET-toets van de rechter touch-toets aan.
het model kan van richting veranderen, alsof men met rol- resp. hoogteroer stuurt. Er moet eventueel dus een correctie om de dwarsas (hoogteroer) en/of om de lengte-as (rolroer) plaatsvinden. Dit is ook via “Vrije mixers” van de MX-20 HoTT makkelijk in te stellen. Draait b.v. het model bij naar rechts uitgeslagen richtingsroer in de meskantvlucht om de lengte-as naar rechts weg, dan laat men het rolroer via de mixer licht naar links uitslaan.
Programmeervoorbeeld: helikoptermodel In dit programmeervoorbeeld gaan we er van uit, dat u zich al bezig heeft gehouden met de beschrijving van de verschillende menu’s en dat de principes van de bediening u duidelijk zijn. Bovendien moet de helikopter volgens de bijbehorende handleiding mechanisch gezien exact zijn opgebouwd. De elektronische mogelijkheden van de zender zijn er in geen geval voor bedoeld om grove mechanische fouten weg te poetsen.
Deze, bij het aanmaken van een nieuwe modelgeheugenplaats opgestelde voorinstellingen “Stuurtoewijzing”, “DSC-uitgang” en “Pitch naar voren/achteren” kunt u echter ook weer binnen de desbetreffende modelgeheugenplaats veranderen. De instelling in de regel “Contrast” bepaalt de leesbaarheid van het display bij slecht licht en de instelling in de regel “Verlichting” geeft aan hoe lang de display-verlichting na het inschakelen van de zender of na de laatste druk op een toets blijft branden.
BIND. n/a OK … door een druk op de SET-toets van de rechter 4-weg-toets bevestigt, komt u automatisch in deze regel. In de regel “Geb. ontv.” start u, zoals uitvoerig beschreven op bladzijde 74, het bind-proces tussen modelgeheugen en ontvanger. Anders kunt u namelijk de ontvanger niet aansturen. Hierna wisselt u met de pijltoets ▲van de linker of rechter 4-weg-toets naar boven, naar de eerste regel, en begint u de eigenlijke programmering in de regel “Modelnaam”.
10 9 8 12 7 6 5 4 3 2 1 11 vrij of speciale functie vrij of speciale functie vrij of toerenregeling of speciale functie vrij of speciale functie ontvanger stroomvoorziening gyro-gevoeligheid gasservo of regelaar vrij of speciale functie hekrotor-servo (gyrosysteem) nick (1)-servo rol (1)-servo pitch of rol (2) of nick (2)-servo ontvanger stroomvoorziening vrij of speciale functie Aanwijzing: Let er op, dat bij de nieuwere Graupner-MC en MX-radiobesturingen de eerste pitchservo en de gasservo met elkaar ve
Nogmaals ter herinnering: Door het gebruik van de “gaslimiter” spaart u de programmering van een vliegfase “Idle up” uit. De gaslimiter stuurt niet de gasservo, hij begrenst alleen de uitslag van deze servo in de richting volgas. Gestuurd wordt de gasservo door de pitchknuppel volgens de in het menu “Helikoptermix” ingestelde gascurve(n,), zodat de ingang 6 in ieder geval “vrij” moet blijven. Kijk ook op de bladzijden 168 tot 170 van dit handboek.
stuurstangen naar de rotorbladen wordt nu mechanisch de hover-pitchwaarde van 4° tot 5° ingesteld. Daarmee vliegen in principe alle bekende helikopters. Aansluitend duwt u de pitchknuppel helemaal naar voren, naar het pitchmaximum. (De doorgetrokken verticale lijn geeft de huidige positie van de stuurknuppel weer.) Met de pijltoetsen van de rechter touch-toets verandert u nu punt “H” van de pitchcurve dusdanig, dat het pitchmaximum aan de hoofdrotorbladen ongeveer 9° wordt.
Pitch => Gaspositie AR -90% Hekrotor AR 0% Gyroverb. 0% TS-verdraaiing 0 TS-begr. UIT <> Belangrijk is de regel “Gaspositie AR”. De waarde rechts stelt u afhankelijk van de draairichting van de servo op ongeveer + 125% of – 125% in. Pitch => Gaspositie AR -125% Hekrotor AR 0% Gyroverb. 0% TS-verdraaiing 0 TS-begr. UIT <> Daarmee is de motor in de autorotatie-fase ( in geval van nood) veilig uitgezet.
Als afsluiting van deze eerste programmering nog enkele woorden over het menu … “Kanaal 1 curve” (bladzijde 119) K1 curve Curve uit Ingang 0% Uitgang 0% Punt ? 0% Deze functie is een soort “comfortabele exponentiële curve” voor de pitchknuppel en de daaraan aangesloten mixfuncties. Als u deze functie wilt toepassen, dan moet u dat “voorzichtig” doen, wanneer alle instellingen klaar zijn.
Om tussen de diverse vliegfasen te kunnen omwisselen, is tenslotte de toewijzing van de verschillende schakelaars resp. van de drie-weg-schakelaar nodig. De toewijzing van de schakelaar vindt plaats in het menu … “Fasentoewijzing” (bladzijde 134) Wijst u onder “C” en “D” bv. de drie-standen-schakelaar SW 4 + 5 toe: FASENTOEWIJZING Prior. combinatie A B C D E F 4 5 <1 normaal > Nu moet u aan de desbetreffende schakelaarpositie de bijbehorende vliegfase uit het menu “Faseninstelling” toewijzen.
Bij het toepassen van vliegfasen is het mogelijk om voor iedere verschillende fase veranderingen in de faseafhankelijke menu’s door te voeren. Omdat de MX-20 HoTT een digitale trimming heeft worden in het heliprogramma naast de vliegfasen-afhankelijke menu-instellingen naar keuze ook de trimposities van de rol-, nick en hekrotor-stuurknuppel vliegfasen-afhankelijk opgeslagen, zie menu “Knuppel-instelling”, bladzijde 94: Gas Rol Nick Hek GA GL GL GL 4 4 4 4 Tr St 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.0s 0.
Aanhangsel PRX (Power for Receiver) Best.-Nr. 4136 Hoog ontwikkelde, gestabiliseerde ontvangerstroomvoorziening met intelligent Power-Management. De eenheid zorgt voor een gestabiliseerde en instelbare stroomvoorziening van de ontvanger, om de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening nog verder te verhogen. Passend voor verschillende ontvangeraccu’s om een ongecompliceerd en breed aanbod te garanderen.
General Engine-module Graupner HoTT Best.-Nr. 33610 Algemene sensor voor Graupner HoTT-ontvangers en modellen met verbrandings- of elektromotor: 2x temperatuur- en spanningsmetingen met waarschuwingsdrempels voor min. en max. spanning en min. en max. temperatuur Meting van celspanning individuele cellen en waarschuwing voor min. spanning Spannings-, stroom- en capaciteitsmeting met waarschuwingsdrempels voor min. en max. spanning, max. capaciteit en max.
RPM-magneet-sensor Graupner HoTT Best.-Nr. 33616 RPM-optische-sensor Graupner HoTT Best.-Nr. 33615 Graupner HoTT Smart-Box Best.-Nr. 33700 De meest uiteenlopende functies in één apparaat maken de SMART-BOX tot uw toekomstige slimme begeleider. Of er nu in realtime telemetriedata weergegeven of instellingen aan uw HoTT-systeem geprogrammeerd moeten worden, al deze dingen zijn op een eenvoudige manier mogelijk via het 8 x 21 tekens grote display.
Conformiteitsverklaring garantie-certificaat service-adressen Wij geven op dit product een garantie van 24 maanden De Fa. Graupner GmbH &Co. KG, HeNriettenstraße 94-96, 73230 Kircheim / Teck verleent vanaf de datum van aankoop 24 maanden garantie op dit product. De garantie geldt alleen voor de al bij aankoop van het product aanwezige materiaal- of functiegebreken. Schade die door slijtage, overbelasting, foutieve toebehoren of onvakkundige behandeling toegebracht is, is van garantie uitgesloten.
Wijzigingen en levermogelijkheden voorbehouden. Levering uitsluitend via de vakhandel. Een lijst met handelaren is bij ons verkrijgbaar. Voor drukfouten kunnen we geen verantwoordelijkheid nemen. Hoewel de informatie in deze handleiding zorgvuldig gecontroleerd is, kan voor fouten, onvolledigheden en drukfouten geen verantwoordelijkheid genomen worden. GRAUPNER behoudt zich het recht voor, de beschreven soft- en hardwareeigenschappen op ieder moment onaangekondigd te wijzigen.