User manual

83
Instelling stuurelement
Bedieningsprincipes van de stuurelement- en schakelaar-toewijzing
i5 vrij +100% +100%
i6 vrij +100% +100%
i7 vrij +100% +100%
i8 vrij +100% +100%
- weg +
Naast de 2 kruisknuppels voor de stuurfuncties 1 tot 4 is de zender MX-16 HoTT ook nog standaard voorzien van
andere bedieningselementen. Dit zijn:
twee 3-standen-schakelaar: SW 4/5 resp. CTRL 9 en SW 6/7 resp. CTRL 10. Deze worden in dit menu
toegewezen als “stuurelem. 9” resp. “stuurelem. 10”.
drie proportionele draaielementen: CTRL 6, 7 en 8. In het menu worden ze “stuurelem.6”, “stuurelem. 7” en
“stuurelem. 8” genoemd.
drie 2-standen-schakelaars: SW 2, 3 en 8. In het menu aangegeven met “2”, “3” en “8” en voorzien van een
schakelaarsymbool, dat tevens de schakelrichting aangeeft.
twee toetsschakelaars: SW 1 en SW 9. Op dezelfde manier als het hiervoor beschrevene aangeduid met
“1”en “9” en voorzien van een schakelaarsymbool met schakelrichting.
De beide kruisknuppels hebben, wanneer een nieuw modelgeheugen met het modeltype “vleugelmodel” werd
gekozen, direct effect op de reeds aan de ontvangeruitgangen 1 … 4 aangesloten servo’s. De andere hierboven
genoemde “verdere” bedieningselementen zijn echter in principe standaard inactief.
Daaruit resulteert, dat bij levering van de besturing – zoals al vermeld op bladzijde 20 – en ook na het initialiseren
van een nieuw modelgeheugen met het type “vliegtuigmodel” en de “binding” ervan, alleen de aan de
ontvangeruitgangen 1 … 4 aangesloten servo’s via de beide stuurknuppels bewogen kunnen worden, maar de
aan de uitgangen 5 … 8 aangesloten servo’s daarentegen steeds in hun middenpositie blijven staan.
Ook wanneer dit op het eerste gezicht niet comfortabel lijkt…, is alleen op deze manier gegarandeerd, dat u
enerzijds volledig vrij de “verdere”bedieningselementen kunt uitkiezen en u anderzijds het “wegprogrammeren”
van niet benodigde bedieningselementen bespaard blijft, want:
Een niet benodigd bedieningselement heeft ook bij een foutieve bediening alleen dan geen invloed op uw
model, wanneer het inactief, dus niet aan een functie toegekend is.
Geheel volgens uw behoeften kunnen “verdere” bedieningselementen nu in dit menu “instelling stuurelement”
geheel naar vrije keuze aan iedere willekeurige functie-ingang (zie bladzijde 47) worden toegewezen. Dit wil
echter ook zeggen, dat aan elk van deze bedieningselementen naar behoefte ook gelijktijdig meerdere functie-
ingangen kunnen worden toegewezen. Zo kan bijvoorbeeld aan dezelfde schakelaar SW X, die u in dit menu aan
een ingang toewijst, tegelijkertijd in het menu “basisinstelling” voor de “klokken”als aan-/uit-schakelaar dienen
enz…
Principes van de bediening
1. Met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets de betreffende ingang i5 …8 uitkiezen.
2. Met de pijltoetsen ◄► van de linker of rechter touch-toets eventueel naar de gewenste kolom gaan.
3. De centrale SET-toets van de rechter touch-toets aanraken. Het te veranderen invoerveld wordt invers
afgebeeld.
4. Gewenst bedieningselement bedienen resp. met de pijltoetsen van de rechter touch-toets de gewenste
waarde instellen.
5. De centrale SET-toets van de rechter touch-toets aanraken om de invoer te beëindigen.
6. Gelijktijdig aanraken van de toetsen ▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) zet eventueel
gewijzigde waarden weer terug naar de standaardwaarden.
kolom 2 “stuurelement- en schakelaartoewijzing”
Selecteer met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets één van de ingangen 5 tot 8.
Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets activeert u de mogelijkheid van
toewijzing:
i5 vrij +100% +100%
Gewenste schakelaar of
stuurelement bedienen
Bedien nu het gewenste stuurelement (CTRL 6 tot 10) of de uitgekozen schakelaar (SW 1 tot 3, 8 of 9), waarbij u
er op moet letten, dat de beide proportionele draaiknoppen pas na enkele “klikken” herkend worden, dus iets
langer bediend moeten worden. Wanneer de uitslag niet voldoende is, het stuurelement eventueel in de
tegenovergestelde richting bewegen.
Met de toegewezen 2-standen-schakelaars kan alleen tussen de desbetreffende eindposities heen en weer
geschakeld worden, bv. motor AAN resp. UIT.