User manual
78
Zijn er twee schakelaars gesloten, dan is de vliegfase met het laagste fasenummer actief. Dus
bijvoorbeeld fase 2, wanneer ook één van de aan de fasen 3 of 4 toegewezen schakelaars gesloten is
resp. fase 3, wanneer de aan de fasen 3 en 4 toegewezen schakelaars gesloten zijn.
De “autorotatiefase” heeft, onafhankelijk van het bovenstaande, ALTIJD voorrang op de andere
vliegfasen. Naar de autorotatiefase wordt ook altijd ZONDER VERTRAGING omgeschakeld.
Eventueel moet daarom de toewijzing van de vliegfasen aan de vliegfasennamen aan de eigen eisen
worden aangepast, zie hieronder.
Aan de servokant vindt de omschakeling niet “hard” plaats, maar met een standaard omschakeltijd van
ca. 1 seconde.
Programmering
Na keuze van “fase 2”, “fase 3” of “fase 4” met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets wordt het
veld “naam” van de desbetreffende vliegfase omkaderd.
Wanneer u de naam van de fase niet passend vindt, raakt u de centrale SET-toets van de rechter touch-toets
aan. De actuele instelling wordt invers weergegeven. Kies nu met de pijltoetsen van de rechter touch-toets uit de
lijst met beschikbare namen een passende naam. Door aanraken van de SET-toets beëindigt u de invoer weer.
Wissel nu met de toets ► van de linker of rechter touch-toets naar de kolom rechtsonder met het
schakelaarsymbool en raak kort de centrale SET-toets aan. Wijs nu, zoals beschreven op bladzijde 48
beschreven, aan de desbetreffende fase een schakelaar toe. Het beste is hier om, uitgaande van de
middenpositie, één van de driestanden-schakelaars SW 4/5 of SW 6/7 te nemen.
Meer over de betekenis van vliegfasen en de programmering ervan vindt u op bladzijde 103 en verder, onderdeel
“vliegfase-afhankelijke instelling van pitch, gas en hekrotor”.
Autorotatie
pitch min achter
klokken 10: 01 G3
fase 2 hover -----
fase 3 speed 4
autorotat. -----
De naam “autorotatie” is vast aan de fase 4 gekoppeld en kan NIET worden veranderd. U kunt alleen rechts
onder op het display een schakelaar toewijzen.
Meer over de programmering van vliegfasen vindt u vanaf bladzijde 103, in het onderdeel “helimix”.
Ontvangeruitgang
Om een maximale flexibiliteit m.b.t. de ontvangerbezetting te hebben, biedt het programma van de MX-16 HoTT
op de tweede pagina van het ondermenu “ontvangeruitgang” de mogelijkheid om de servo-uitgangen 1 tot
maximaal 8 naar eigen inzicht te verwisselen.
klokken 10: 01 2
fase 2 hover 5
fase 3 speed 4
autorotat 2
ontv.uitg. =>
Door een aanraken van de centrale SET-toets van de rechter touch-toets wisselt u naar de volgende
displaypagina. Hier kunt u nu de 8 “stuurkanalen” van de zender naar eigen inzicht aan de ontvangeruitgangen
resp. servo-stekkerplaatsen 1 … 8 toewijzen. Let er wel op, dat de weergave in “servo-aanduiding” – die u
vanuit bijna elke menupositie kunt bereiken door de toetsen ◄ en ► van de linker touch-toets tegelijkertijd in te
drukken – uitsluitend betrekking heeft op de “stuurkanalen” en dus een verwisselen van de uitgangen hier NIET te
zien is.
S 1 -> uitgang 1
S 2 -> uitgang 2
S 3 -> uitgang 3
S 4 -> uitgang 4
S 5 -> uitgang 5
Kies met de pijltoetsen ▲▼ van de linker of rechter touch-toets de te wijzigen servo/uitgangscombinatie en raak
de centrale SET-toets van de rechter touch-toets aan. Nu kunt u met de rechter pijltoetsen aan de geselecteerde
uitgang de gewenste servo (S) toewijzen en met SET bevestigen, of door gelijktijdig aanraken van de pijltoetsen
▲▼ of ◄► van de rechter touch-toets (CLEAR) de standaardtoewijzing weer terugzetten.
Eventuele latere veranderingen, zoals servo-uitslagen, Dual Rate/Expo, mixers enz. moeten altijd volgens de
standaard ontvangerbezetting worden ingesteld.
Voorbeeld van het gebruik:
In het helikopterprogramma van de zender MX-16 HoTT zijn de uitgangen voor een pitchservo en de gasservo
ten opzichte van oudere Graupner/JR MC-besturingen verwisseld: de gasservo zit nu op ontvangeruitgang “6” en
de pitchservo op de uitgang “1”. Misschien wilt u echter deze configuratie overnemen: