User manual
165
Programmeervoorbeeld: delta- en staartloos model
Wat in het begin van de vleugelmodel-programmering op bladzijde 151 aan algemene opmerkingen over de
inbouw en de afstemming van de RC-installatie in een model werd gezegd, geldt natuurlijk ook voor delta- en
staartloze modellen! Daarbij horen ook de opmerkingen over het invliegen en het verfijnen van de instellingen tot
aan de programmering van vliegfasen.
Delta- en staartloze modellen onderscheiden zich al qua uiterlijk door hun eigen, karakteristieke vorm resp.
geometrie van een “normaal” model. De verschillen in hun servo-configuratie zijn daarentegen subtieler. Zo zijn er
bij de “klassieke” delta-/staartloze modellen in de regel maar twee roeren aanwezig, die zowel voor “rol” als ook
voor “hoog/laag” verantwoordelijk zijn, net zoals de richtings-/hoogteroerfunctie bij een V-staart. Bij nieuwere
constructies daarentegen is het goed mogelijk, dat één (of twee) aan de wortel liggende roeren een
hoogteroerfunctie hebben en de naar buiten liggende rolroeren de functie hoog/laag alleen nog ondersteunen.
Ook is bij een 4-kleppen-vleugel de toepassing van een welfkleppensysteem en/of zelfs een Butterfly-systeem
zeker mogelijk.
Bij “klassieke” delta-/staartloze constructies moet de volgende bezetting van de ontvangeruitgangen worden
aangehouden (zie ook bladzijde 53):
stroomvoorziening ontvanger
speciale functie
welfkleppenservo links
speciale functie
richtingsroer (indien aanwezig)
rol/hoogte servo rechts
rol/hoogte servo links
remkleppen of motordrossel resp. regelaar bij e-aandrijving
welfkleppenservo rechts
Bij staartloze constructies met aan de binnenkant liggende hoogteroeren en ook bij “eenden”(canards) komt de
“normale” bezetting vaak voor:
s
troomvoorziening ontvanger
speciale functie
welfklep (/hoogte) links
rolroer/hoogte rechts
richtingsroer (indien aanwezig)
hoogteroer (indien aanwezig)
rolroer/hoogte servo links
remkleppen of motordrossel resp. regelaar bij e-aandrijving
welfklep (/hoogte) rechts
Afhankelijk van de gekozen ontvangeraansluiting kiest u in het menu …
“basisinstelling” (bladzijde 65 … 72)
in de regel:
“motor aan K1”: * “geen”:
Het remsysteem is in de voorste positie van de gas-/remknuppel “ingedraaid”, de optie
“K8 vertraagd” en de mixers “rem→N.N.*” in het menu “vleugelmix” zijn geactiveerd.
De waarschuwing “gas te hoog”, zie bladzijde 33, en de optie “motor-stop” zijn
gedeactiveerd.
* “geen/inv”:
Het remsysteem is in de achterste positie van de gas-/remknuppel “ingedraaid”, de
optie “K8 vertraagd” en de mixers “rem→N.N.*” in het menu “vleugelmixers” zijn
geactiveerd.
De waarschuwing “gas te hoog”, zie bladzijde 33, en de optie “motor-stop” zijn
gedeactiveerd.
* “stationair naar voren resp. achteren”:
K1-trimming werkt naar voren of naar achteren. Wanneer bij het inschakelen van de
zender de gasknuppel te ver in de richting volgas staat, wordt u gewaarschuwd door
de melding “gas te hoog”. De optie “motor-stop” is geactiveerd en de mixers
“rem→N.N.*” in het menu “vleugelmix” zijn gedeactiveerd.
“staart”: type “delta/staartl.” of “normaal”
“rolr./welfkl.”: “2 rolroeren “2RO” en – indien aanwezig – twee welfkleppen “2WK”.
Deze instellingen hebben in eerste instantie invloed op het aanbod van vleugelmixers. Bij het staarttype
“Delta/SL” (“delta/staartloos”) worden hoogte- en rolroersturing automatisch softwarematig gemixt. Om de
stuuruitslagen in te stellen maakt u gebruik van het menu “D/R Expo” (bladzijde 91).