User manual

156
Worden, zoals eerder beschreven, de rolroeren bij het afremmen omhoog gezet of wordt er een Butterfly-systeem
toegepast, dan moet er altijd onder “diff.-red.” (differentiatie-reductie, zie bladzijde 102) een waarde ingevuld zijn
– met 100% is men altijd aan de veilige kant!
Door deze waarde wordt alleen bij het bedienen van de remknuppel de ingestelde rolroerdifferentiatie gedeeltelijk
genegeerd, om de uitslag van de omhoog gedraaide rolroeren naar beneden te vergroten en daardoor hun
rolroereffect duidelijk te vergroten.
Is de vleugel naast de twee apart aangestuurde rolroeren ook nog voorzien van twee welfkleppenservo’s, dan is
de optie “RO->WK” (rolroer welfklep) ervoor, om de rolroeruitslag op de welfklep over te dragen – meer dan
ongeveer 50% van de rolroeruitslag moet een welfklep niet meelopen.
Aanwijzing:
Is er maar 1 welfklepservo ingebouwd, dan moet u deze mixer op 0% laten staan.
In de omgekeerde richting heeft de mixer “WK->RO” (welfklep rolroer) effect. Afhankelijk van de configuratie
van het model zullen hier waarden tussen ongeveer 50% en 100% zinvol zijn. De welfkleppen worden bediend via
een aan ingang “i6” toegewezen stuurelement of schakelaar. Bij voorkeur echter doet u dit met een proportionele
draaiknop CTRL 6 … 8.
Aanwijzing:
Om de posities van de welfkleppen met het gekozen stuurelement nauwkeuriger te kunnen sturen, moet u in
ieder geval de desbetreffende “weg”in het menu “instelling stuurelement” verkleinen naar ongeveer 25%.
De overige opties in het menu “vleugelmix” zijn er voor bedoeld om het meerkleppen-vleugelsysteem nog
nauwkeuriger af te stellen en spreken voor zich.
Wanneer de modelspecifieke instellingen tot zover overgenomen, dan kan er aan de eerste start worden gedacht.
Natuurlijk moet u eerst “droog oefenen, d.w.z. alle instellingen nog eens zorgvuldig op de grond doornemen. Een
foutieve programmering kan niet alleen het model beschadigen! Vraag in geval van twijfel een ervaren piloot om
raad.
Mocht u tijdens de tests vaststellen, dat de ene of andere instelling gewijzigd moet worden omdat de uitslagen
van de servo’s naar uw smaak te groot of te klein zijn, dan kunt u deze in het menu …
“Dual Rate/Exponential” (bladzijde 91)
RO 122% + 11% 2
HO 111% + 22% 2
RI 100% 0% -----
DUAL EXPO
… aanpassen aan de eigen gewoonten en eisen.
Met “Dual Rate” wordt de grootte van het stuureffect van de stuurknuppel ingesteld, zie bladzijde 82. Zijn de
maximale uitslagen daarentegen in orde, maar zijn alleen de reacties om de neutraalpositie voor fijngevoelig
sturen te giftig, dan komt (ook nog) de “Exponential”-functie in actie. Wanneer er ook een schakelaar wordt
toegewezen kunt u tijdens het vliegen zelfs tussen 2 Dual-Rate-/Expo-instellingen omschakelen.