Operation Manual
26 GOSSEN-METRAWATT GMBH
6 Afzonderlijke metingen
Naast de automatisch verlopende metingen en de metingen met vooraf
gekozen beschermingsklasse resp. apparaatsoorten, kunt u de volgende
losse metingen uitvoeren
• weerstand van de beschermingsleiding „R
sl
“
• isolatieweerstand „R
iso
“
• vervangende lekstroom „I
ea
“
• stroom „I
sonde
“ van sonde naar PE
• verschilstroom (foutstroom) „∆I“
tussen L en N van het te testen apparaat
• netspanning „U
L–N
“
• wissel-/gelijkspanning „U
AC/DC
“
• spanning „U
sonde
“ tussen de sonde en PE van het te testen apparaat
• weerstand „R“
• wisselstroom „I
tang
“ met een stroom/spanningsomvormer (tang)
• temperatuur „Temp“
kiezen
6.1 Weerstand beschermingsleiding R
sl
, isolatieweerstand R
iso
en vervangende lekstroom I
ea
Aansluiting
Voor deze metingen moet het apparaat worden aangesloten zoals in
hoofdstuk 5.1 is afgebeeld.
Het meten van de weerstand van de beschermingsleiding, de isolatie-
weerstand en de vervangende lekstroom kunnen als afzonderlijke metin-
gen ook aan vast aangesloten apparaten met beschermingsklasse I
plaatsvinden. Sluit het apparaat dan als volgt aan:
Vast aangesloten apparaten
met beschermingsklasse I
Meten van de weerstand van de
beschermingsleiding
➭ Bij de meting van de weerstand van de beschermingsleiding moet de
sonde aangesloten worden op een geleidend deel van het apparaat
dat met de beschermingsleiding in verbinding staat.
MENUE