Gebruiksaanwijzing SECUTEST0701/0702S Testinstrument NEN 3140 / DIN VDE 0701/0702 3-348-692-05 9/10.
10 9 RS232 8 7 6 5 4 SONDE 5 11 SK II 4 SK III 3 3 2 2 1 1 T 240 SK I AUTO 12 OFF MENUE 13 FUNCTION-TEST 230 V SECUTEST 0701/0702S 14 15 22 21 20 19 19 18 17 23 24 2 16 GOSSEN-METRAWATT GMBH
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 25 GOSSEN-METRAWATT GMBH 20 21 22 23 24 25 Bus voor aansluiting van de beschermingsleiding van het te testen apparaat Bus voor aansluiting van de nulleider van het te testen apparaat Bus voor aansluiting van de fase van het te testen apparaat Bus voor sondeaansluiting Bus voor sondeaansluiting Meetbereikschakelaar Drukknop Drukknop LCD-display RS232 interface aansluiting Signaallamp voor fouten in de netaansluiting Drukknop Help drukknop Drukknop om de fun
Inhoud Seite 1 Gebruik .......................................................................................... 5 2 Veiligheidsvoorschriften en -maatregelen .................................... 5 3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 Inbedrijfname ................................................................................ 8 Aansluiten op het 230 V net ............................................................. 8 Taal van de tekst in het display ........................................................
1 Gebruik Het testinstrument SECUTEST0701/0702S is bedoelt om snel en veilig gerepareerde of gewijzigde elektrische apparaten te testen volgens DIN VDE 0701 en voor herhalingstesten volgens NEN 3140/ DIN VDE 0702.
Lees de gebruiksaanwijzing voor ingebruikname zorgvuldig en in zijn geheel door. Volg deze altijd op alle punten op. Let op de volgende veiligheidsmaatregelen: • Het instrument mag alleen aan een 230 V net aangesloten worden, dat met een beveiliging van max. 16 A nom. is gezekerd. • Metingen aan een elektrische installatie zijn niet toegestaan. • Houdt er rekening mee dat aan te testen apparaten onvoorziene spanningen kunnen optreden. (Condensatoren kunnen gevaarlijk hoog geladen zijn).
Het meet- en testinstrument mag niet gebruikt worden wanneer: • het zichtbaar beschadigd is • de aansluitsnoeren of meetsnoeren beschadigd zijn • het niet meer correct functioneert • het ondeugdelijk is getransporteerd • het een lange tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen (vochtigheid, stof, temperatuur). In deze gevallen moet het instrument buiten bedrijf gesteld worden en tegen onopzettelijk hergebruik beveiligd worden.
3 Inbedrijfname 3.1 Aansluiten op het 230 V net ➭ Sluit het testinstrument met de netsteker (16) op het 230 V net aan. Wanneer er geen wandcontactdoos of alleen een draaistroom-aansluiting voorhanden is, kan de aansluiting van fase, nul en aarde met behulp van de koppelkontaktstop gerealiseerd worden. Deze heeft 3 vaste aansluitsnoeren en is een onderdeel van de als optie leverbare kabelset KS 13 (25) U L – N = 230 V L1 N groen-geel PE L1 L2 Let op! De netaansluiting moet beveiligd zijn.
3.2 Taal van de tekst in het display De teksten in het display van de SECUTEST0701/0702S kunnen van fabriekswege uit in drie talen worden weergegeven. Van deze talen kan er één geactiveerd worden: 3.2.
3.2.2 Vreemde taal laden (optie) Indien er een andere dan een standaard ingebouwde taal gewenst wordt, kan deze als software op diskette worden besteld. Totaal kunnen er drie talen geladen worden. De aanwezige talen worden dan gewist. De diskette om vreemde talen te laden, SE-L.doc, bevat het volgende: • Het DOS programma DOWNLOAD.
3.3 Automatische herkenning van fouten in de netaansluiting Het testinstrument herkent automatisch fouten in de netaansluiting wanneer aan voorwaarden, zoals in de tabel vermeld, is voldaan. Er wordt voor de fout gewaarschuwd en de meting wordt bij gevaar geblokkeerd. Soort netaansluiting Melding Spanning op PE t.o.v. het vingercontact Tekst in LCD display Beschermingsleiding PE en fase L verwisseld en / of nulleider N onderbroken Spanning op beschermingsleiding PE t.o.v.
4 Algemene instructies 4.1 Informatie voor de gebruiker Het meten en testen met de SECUTEST0701/0702S gaat eenvoudig en snel. De geïntegreerde gebruiksaanwijzing informeert in alle meetfuncties over de te maken aansluitingen, noodzakelijke handelingen, bedieningsfouten, gemeten waarden, etc. Alle informatie en meetresultaten worden op een LCD-display met puntmatrix (9) als tekst weergegeven. Voor de meerderheid van het aantal testen en metingen voldoet de geintegreerde gebruiksaanwijzing.
4.4 Grenswaarden Bij uitlevering van de SECUTEST0701/0702S zijn de grenswaarden opgeslagen, zoals deze (op dit moment) door de DIN-VDE voorschriften zijn vastgesteld. De waarden kunnen indien gewenst via het menu „SETUP“ – draaischakelaar (6) in positie „MENU“ – weergegeven en gewijzigd worden. Dit kan echter alleen in die zin, dat de eisen van de DIN VDE 0701 verscherpt kunnen worden.
4.5 Parameters voor de meting configureren In het menu "CONFIGUREREN", dat via „MENU – setup“ opgeroepen kan worden, is het mogelijk de parameters in of uit te schakelen en te kiezen. – – – – – – – – – 14 visuele test beeper fout beeper meten netompoling spanningsmeting UPE–N classificatie deel 200 meetgrootheid bij de temperatuurmeting autostore (Grenswaarde overschreden) (b.v. bij varierende meetwaarden) 4.
4.
5 Testen van apparaten volgens NEN 3140 / DIN VDE 0701/702 Met de SECUTEST0701/0702S kunnen de metingen zoals voorgeschreven in de DIN VDE 0701/0702 en DIN VDE 0105 voor het grootste deel automatisch worden uitgevoerd.
App. met enkel- of meerfasige aansluiting zonder steker. (aansl.
5.2 Meten en testen Voor de volgende testprocedures moet de netspanning tussen het toegelaten bereik van 207 ... 253 V liggen. De netspanning kan in de stand "MENU" van de meetbereikschakelaar (6) op het bereik UL–N gemeten worden (zie hoofdstuk 6.4). 5.2.
Volg de aanwijzingen van het instrument op als de leiding langer is dan 5 m of als de meetwaarde > 0,3 Ω is. Er moet rekening met de weerstand van de leiding gehouden worden. Isolatieweerstand – elektronische apparaten (DIN VDE 0701 deel 200) wanneer koppelkondensatoren zijn gebruikt en de isolatieweerstand < 0,5 MΩ is bij apparaten met beschermingsklasse I en < 2 MΩ bij apparaten met beschermingsklasse II.
5.2.2 Testen van verlengkabels (optie adapter EL1) Aansluitkabels tot 5 m lengte Bij apparaten met isolatieklasse I mag de aardingsweerstand tussen het aardkontakt van de netsteker en alle aanraakbare metalen delen maximaal 0,3 Ω bedragen. Bij vast aangesloten data-verwerkende apparaten mag deze waarde max. 1 Ω zijn. (DIN VDE 0701 deel 240). Verlengkabels of aansluitkabels langer dan 5 m Met elke verlenging van de kabel met 5 m mag de aardingsweerstand 0,1 Ω toenemen (volgens DIN VDE 0701 deel 1 uit 1986).
☞ Aanwijzing De drukknoppen in het handvat van de EL1 adapter hebben geen functie. 5.2.3 Testen van apparaten met beschermingsklassen I en II met instelling van de beschermingsklasse SK I of SK II Het uitvoeren van de test ➭ Kies voor de stand AUTO en voer eerst een visuele controle uit. ➭ Druk vervolgens op (8) en kies in het submenu voor ”verlengkabel” (alleen met toebehoren EL1!). ➭ Start de test met (12) ➭ Voer de juiste lengte van de verlengkabel in met de knoppen (7) en (8).
5.2.4 Testen van apparaten met beschermingsklasse III SK III 5.2.5 Testen van dataverwerkende apparaten en bureau-apparatuur volgens DIN VDE 0701 deel 240 Overeenkomstig DIN VDE 0701 deel 240 moet na reparatie of wijziging van dataverwerkende apparaten of bureau-apparatuur de beschermingsleiding van het apparaat getest worden en worden vastgesteld of alle aanraakbare geleidende delen spanningsloos zijn.
Let op! De test met de netompoling resp. het omdraaien van de netsteker heeft een onderbreking van de stroom bij dataverwerkende apparaten en bureau-apparatuur tot gevolg. Deze test mag alleen in overleg met de gebruiker plaatsvinden. Een fout in het te testen apparaat kan bij de test het aanspreken van de aardlekschakelaar tot gevolg hebben en op die manier ook een netonderbreking.
5.3 Functietest De functietest kan direct nadat een apparaat is goedgekeurd worden uitgevoerd, zonder dat daarbij de meetbereikschakelaar (6) bediend hoeft te worden (niet mogelijk bij apparaten met beschermingsklasse III). De functietest kan ook worden uitgevoerd als de meetbereikschakelaar (6) in de stand "FUNCTION-TEST" staat. Let op! De functietest is alleen toegestaan als het apparaat volgens de veiligheidstest, zoals omschreven in de DIN VDE 0701 resp. DIN VDE 0702, is goedgekeurd.
Functietest ☞ Aanwijzing Het testinstrument herkent automatisch een kortsluiting bij het te testen apparaat. In dat geval verschijnt er hiervan een melding in het LCD display (9) en wordt de functietest onmogelijk. Als de lamp (15) knippert kan met de drukknop (14) de netspanning op de test-wcd (18) worden geschakeld en de meting uitgevoerd worden. Als de lamp (15) ononderbroken brand is de netspanning op de test-wcd (18) ingeschakeldt.
6 Afzonderlijke metingen Naast de automatisch verlopende metingen en de metingen met vooraf gekozen beschermingsklasse resp.
Meten van de isolatieweerstand 6.1.1 Weerstand van de beschermingsleiding Rsl Bij de aansluiting van het apparaat volgens het voorbeeld in hoofdstuk 5.1 wordt de weerstand tussen de test-wcd (18) of de bus SL (1) en de plaats waar de sonde het apparaat raakt gemeten. De polariteit van de teststroom kan door het bedienen van de drukknop resp. gewisseld worden.
6.1.2 Isolatieweerstand Riso Bij de aansluiting van het apparaat, zoals in hoofdstuk 5.1 wordt afgebeeld, wordt de weerstand tussen het aansluitsnoer dat op de test-wcd (18) of bussen N (2) en L (3) is aangesloten en de plaats waar de sonde het apparaat raakt, gemeten. ☞ Aanwijzing Bij elke hernieuwde start van een isolatieweerstandmeting via het menu is de nominale spanning weer op 500 V ingesteld. De nullastspanning is altijd hoger dan de nominale spanning.
Beoordeling van de meetwaarden Om er zeker van te zijn dat de waarden van de isolatieweerstand niet beneden de grenswaarden liggen, moet er rekening worden gehouden met de meetfout van het testinstrument. Met behulp van de tabel in de bijlage kunnen de vereiste minimum waarden voor de isolatieweerstand worden bepaald, die het instrument, rekening houdend met de gebruiksfout (onder nominale omstandigheden) mag aangeven, zonder dat de werkelijke waarde beneden de grenswaarde ligt (DIN VDE 0413 deel 1).
6.2 Stroom ISonde Deze meting is bedoeld om de spanningsloosheid van aanraakbare geleidende delen van bureau-apparaten volgens DIN VDE 0701 deel 240 (zie hoofdstuk 5.2.4) vast te stellen. Het apparaat moet voor deze meting ingeschakeld zijn. De stroom (aanraakstroom) welke wordt gemeten vloeit via de sonde naar aarde PE van de aan het net aangesloten apparaat. Niet alleen de effectieve waarde (onafhankelijk van de golfvorm) maar ook het AC- en DCdeel wordt gemeten. 6.
6.5 Wissel-/gelijkspanning UAC/DC Aansluiting Via de bussen N (2) en L (3) kunnen zowel gelijk-, wissel- als TRMS (AC+DC) tot 253 V gemeten worden. 6.6 Aansluiting De spanning wordt gemeten tussen de PE aansluiting van het testinstrument en de sonde. In deze configuratie kan de sonde ook als spanningzoeker gebruikt worden. Spanning USonde Let op! Bij de meting USonde mogen de bussen 1 tot 3 niet aangesloten zijn.
6.7 Weerstand R Aansluiting Tussen de bussen SL (1) en N (2) kunnen weerstanden tot 150 kΩ gemeten worden. 32 6.8 Wisselstroom IZange Aansluiting Als op de meetbus N (2) en de sondeaansluiting SONDE (4) een stroomtang (stroom/spanningsomvormer) Z3510 wordt aangesloten kan er in twee meetbereiken (0 ... 10 A, 0 ... 100 A) wisselstroom gemeten worden.
6.9 Temperatuur Temp Aansluiting De grootheid waarin de temperatuur gemeten wordt kan in het "MENU Set-up temperatuurgrootheid configureren ..." vastgelegd worden. U kunt kiezen tussen de grootheden °C (Celcius), °F (Fahrenheit) en Kelvin. De weerstand van de aansluitkabel kan in "MENU Set-up nulpunt" gecompenseerd worden: ➭ Sluit de aansluitkabels van de voeler aan het einde kort en bepaal op de hierna beschreven methode de weerstand. ➭ Druk op de drukknop .
7 Technische specificaties Testen volgens NEN 3140 Functie Meetgrootheid Weerst. beschermingsl. apparaat Rsl Functietest Oplos. Nominale verspanning mogen UN 0,000 ... 3,100 Ω 1 mΩ — 2,01 ... 31,00 Ω 10 mΩ — 0,050 ... 1,500 MΩ 1 kΩ Isolatieweerstand Riso 1,01 ... 11,00 MΩ 10 kΩ 10,1 ... 310,0 MΩ 100 kΩ Vervangende lekstroom Iea 0,00 ... 21,00 mA 20,1 ... 120,0 mA Spanningsloosheid (stroom Isonde) 0 ... 3,500 mA Netspanning UL–N 207,0 ... 253,0 V Opgenomen stroom IV 0 ...
Referentiebereiken Netspanning Netfrequentie Golfvorm Omgevingstemperatuur Relatieve luchtvochtigheid Belastingsweerstanden 230 V ± 0,2 % 50 Hz ± 0,1 % sinus (afwijking tussen effectieve en gelijkgerichte waarde < 0,5 %) + 23 °C ± 2 K 45 % ... 55 % lineair Nominale gebruiksbereiken Netspanning Netfrequentie Golfvorm van de netsp. Temperatuurbereik 207 V ... 253 V 45 Hz ... 65 Hz sinus 0 °C ...
8 Interface RS232 De R232-aansluiting (10) aan de voorzijde van het instrument, is bedoeld om de SECUTEST PSI-module (optie), welke in de deksel van de SECUTEST 0701/0702S vastgezet kan worden, aan te sluiten of om een on-line verbinding met een PC tot stand te brengen. 8.
Iedere melding, commando of antwoord heeft de volgende opbouw: [PARAMETER[;PARAMETER]] Dit is het eigenlijke commando, b.v. MESx!m start de meting De SECUTEST0701/0702S kent de adrestoevoegingen ”niet geadresseerd” en ”adres toegewezen” (met IDN) Commando’s zonder adressering: (algemene commando’s) De SECUTEST0701/0702S reageert altijd (b.v. om met IDN? het actuele adres te lezen).
8.4 Commando’s De syntaxcontrole in het testinstrument controleert van ieder commando alleen de eerste drie tekens. Als deze correct zijn, wordt het commando geaccepteerd. De parameters en de commando’s zijn zodanig georganiseerd, dat dubbelzinnigheid uitgesloten is. Het schrijven in hoofdletters of in kleine letters speelt geen rol. De checksum is altijd alleen via de daadwerkelijk verstuurde tekens uitvoerbaar. De parameter x is het adres van het apparaat waarmee communicatie gewenst is.
MESx? Opvragen van de actuele testaansluiting en de lopende meting. Antwoord: AA.y = AA.7 = AA.6 = AA.5 = AA.4 = AA.3 = AA.2 = AA.1 = AA.0 = BB ... MESx!m TASx!t AA;BB;nn;... aansluitingsflags (worden als Hexwaarde overgedragen) intern intern doos L-klem N-klem vingercontact herkend SL-klem SL-doos meetcode (zie pagina 42) van de lopende metingen (max. 4) In werking stellen van de drukknopfuncties via de software. Dit commando simuleert een korte druk op de knop van het testinstrument.
PROx? Het opvragen van een 701-resultaatstring (alleen mogelijk als de veiligheidstest uitgevoerd is) PROTOKOLLx=Geräte-ID;BBCCDDEEFFGGHHII;MW1;GW1;...;MWn;GWn$CS EE waardering van de uitgevoerde metingen (ieder aangegeven bit bij de volgende enkelvoudige metingen betekent dat de test niet succesvol is uitgevoerd) .0 Rsl .1 Riso .2 Iea .3 Isonde .4 UAC/DC .5 ∆I .6 onbenut Als er minstens 1 bit in de bovengenoemde lijst werd aangegeven, dan wordt automatisch bit 7 aangegeven: .
Mwx, Gwx MW: slechtste meetwaarde Voorbeeld PRO? levert als antwoord: (vanwege gebruiksfout gecorrigeerd) Protokolx = GW: grenswaarde Protokolx = Het aantal en de betekenis van de meetwaarden is afhankelijk van het aantal aangegeven bits bij de enkelvoudige meting BB en bij de tweede byte de klassificatie DD. BB.0=1 2 waarden; beschermingsleidingsweerstand: MW, GW BB.0=1 + DD.2=1 4 waarden; beschermingsleidingsweerstand: MW, GW, verschil van MW, differentiële GW BB.
8.5 Overzicht van de meetnummers De meetcodes kenmerken de meetgrootheid en indien nodig het meetbereik. Het commando MES! en de overeenkomende meetcode starten de gewenste meting. Het commando WER? en de meetcodes leiden tot weergave van de meetresultaten in deze meetgrootheid. Legende Min Max WC Nr.
Nr. 62 63 64 65 66 67 72 73 74 75 76 77 78 80 81 82 83 84 88 89 90 91 92 93 94 96 97 98 Meetgrootheid UL-N-Min UL-N-Max Verschilstroom ∆I ∆I-Min ∆I-Max ∆I-WC Voltmeter UAC Voltmeter UDC U-TRMS UAC-Min UAC-Max UDC-Min UDC-Max Weerstand R Temperatuur (rekenwaarde) Weerstand R R/Temp-Min R/Temp-Max Usonde-DC Usonde-AC Usonde-TRMS Usonde-AC-Min Usonde-AC-Max Usonde-DC-Min Usonde-DC-Max Isolatiespanning Uiso Uiso-Min Uiso-Max Starten van de meting d.m.v.
12 Grenswaarde 1,00 3,50 7,00 10,00 15,00 20,00 Iea mA Max. uitlezing waarde 0,85 3,23 6,55 9,40 14,15 18,90 ISonde mA GrensMax. uitlezing waarde waarde 0,100 0,085 0,250 0,227 0,500 0,465 1,000 0,940 2,000 1,890 3,500 3,315 Gedrukt in Duitsland • Wijzigingen voorbehouden ABB Componenten BV Lylantse Baan 9 2908 LG Capelle a/d IJssel Tel. 010 258 22 00 Fax 010 458 65 59 Grenswaarde 0,25 0,50 1,00 2,00 3,50 5,00 7,00 10,00 15,00 20,00 25,00 ∆I mA Max.