Operation Manual
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 45
13 Meten van laagohmige weerstanden R
lo
(aardings- en vereffeningsleidingen) tot 100 Ω
13.1 Meten van laagohmige weerstanden (R
LO
)
Bij het meten van de laagohmige weerstand van aardleidingen,
beschermingsleidingen of vereffeningsleidingen, moet conform de
voorschriften met (automatische) polariteitsomschakeling van de
meetspanning, of met een stroomrichting (+ pool aan PE of – pool
aan PE) gemeten worden.
Let op!
!
Laagohmige weerstanden kunnen uitsluitend gemeten
worden aan een spanningloos object.
Aansluitschema
MENU
Let op!
!
Sluit altijd eerst de meetpennen aan voor u op de
START knop (3 resp. 17) drukt.
Als er spanning op het object staat wordt de meting geblok-
keerd. Indien u voor het aansluiten van de meetpennen op de
start toets drukt, spreekt de zekering aan.
Het instrument meet standaard met automatische ompoling. De
hoogste van de 2 gemeten waarden verschijnt in het display.
START
Indien het verschil tussen de 2 gemeten waarden te groot is, ver-
schijnen beide waarden in het display. Dit verschil kan bijvoor-
beeld veroorzaakt worden door thermo- of elementspanningen:
R
LO