Operation Manual
20 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Grenswaarden voor continu aanwezige, toelaatbare aanraakspanningen
De grenswaarde voor deze toelaatbare aanraakspanning is bij
wisselspanning U
L
= 50 V ( internationale norm ).
Voor bijzondere gevallen zijn lagere waarden voorgeschreven
(bv. in stallen van boerderijen U
L
=25V).
Uitschakeltest na het meten van de aanraakspanning
Indrukken van de drukknop I
ΔN
(2 of 18) binnen de inschakel-
tijd van ca. 30 sec.
Schakelt de aardlekschakelaar uit bij de nominale foutstroom, dan
licht de LED NETZ/MAINS (6) rood op. De netspanning is dan
afgeschakeld. In het LCD Display (1) worden de uitschakeltijd t
A
en de aardverspreidingsweerstand R
E
weergegeven.
I
ΔN
Bij het opnieuw indrukken van I
ΔN
-knop (2 of 18) schakelt het
LCD Display (1) voor 3 sec. terug naar het vorige beeld.
Schakelt de aardlekschakelaar niet uit bij de nominale foutstroom,
dan licht de LED Fi/RCCB (8) rood op.
Let op!
!
Wanneer de aanraakspanning te hoog is of de aardlek-
schakelaar niet uitschakelt, dan moet de installatie
gecontroleerd worden (bv. aardverspreidingsweerstand
te hoog of aardlekschakelaar defect)
In draaistroomnetten moet, voor de juiste controle van de aard-
lekschakelaars, de meting van de aanraakspanning op elke fase
(L1, L2 en L3) worden uitgevoerd.