Operation Manual

14 GMC-I Messtechnik GmbH
5.1 Meting met variabele testspanning
Voor metingen aan gevoelige onderdelen en aan installaties met span-
ningsbegrenzende onderdelen, kunt u bij U
VAR.
een DC-testspanning
instellen binnen het bereik van 50.0 1000 V.
Ð Kies in het menu U
ISO
met of de functie U
VAR
en druk op de
knop U
VAR
.
Ð Om de gewenste waarde in te voeren:
Breng het gewenste cijfer en eventueel de decimale punt met of
in beeld en kies deze vervolgens met de betreffende soft-
keyknop. Telkens als u iets invoert, springt de cursor één positie ver-
der naar rechts. Na het invoeren van maximaal 3 cijfers verlaat u het
invoermenu met een druk op de softkeyknop .
Als de ingetoetste spanning buiten het geldige bereikt ligt, dan springt
de cursor terug naar de invoerpositie van het eerste cijfer.
Als u de volledige waarde heeft ingevoerd en bevestigd heeft met
START verschijnt U
VAR
tussen R
ISO
en U
ISO
in beeld.
Ð Het verdere verloop van de meting is hetzelfde als bij de meting met
standaard ingestelde nominale spanningen.
5.2 Meting met stijgende testspanning
De functie „U “ is bedoeld voor het opsporen van zwakke plaatsen in de
isolatie en voor het bepalen van de aanspreekspanning van spanningsbe-
grenzende bouwelementen.
Ð Kies in het menu U
ISO
met of de functie U en druk op de
knop U .
Zolang u de knop START ingedrukt houdt, wordt de testspanning continu
verhoogd. De isolatiemeting gaat van start:
zodra de eindspanning (= variabele testspanning, zie hoofdstuk 5.1) is
bereikt of
zodra u de knop START loslaat
(bij weergave van de gewenste spanning), of
zodra er een beproevingsstroom stroomt
(b.v. na een overslag bij de doorslagspanning).
In beeld verschijnt de testspanning, een eventueel aanwezige aanspreek-
en doorslagspanning alsook de isolatieweerstand.
5.3 Instellen van de grenswaarde
U kunt de grenswaarde van de isolatieweerstand instellen met de knop
LIMIT. Als er meetwaarden voorkomen die onder deze grenswaarde liggen,
dan brandt de rode LED LIMIT.
START
START