Operation Manual
16 GMC-I Messtechnik GmbH
Inbedrijfstelling – Setup
3 Inbedrijfstelling
3.1 Batterijen
Kijk voor het op de juiste manier aanbrengen van de batterijen ab-
soluut in hoofdst. 9.2!
U kunt de huidige batterijspanning opvragen in het menu Info, zie
hoofdst. 6.3.
Let op!
!
Koppel het apparaat van de meetkring af voordat u het deksel van
het batterijenvakje openmaakt om de batterijen te vervangen!
Gebruik met netadapter (wordt niet meegeleverd, zie hoofdst. 10.3)
Als de stroomtoevoer wordt geregeld door de netadapter
NAX-
TRA worden de ingezette batterijen elektronisch uitgescha-
keld, zodat ze in het apparaat kunnen blijven zitten.
Als u accu's gebruikt, moet u deze extern laden.
Als de externe voeding wordt uitgeschakeld, schakelt het appa-
raat onderbrekingsvrij over op batterijgebruik.
3.2 Inschakelen
Apparaat handmatig inschakelen
➭ Druk op de knop ON / OFF | LIGHT totdat de weergave verschijnt.
Het inschakelen wordt bevestigd door een kort geluidssignaal.
Zolang u de knop ingedrukt houdt, zijn alle segmenten van het
LCD-display zichtbaar.
Het LCD is afgbeeld op pagina 13.
Als u de knop loslaat, is het apparaat klaar om te meten.
Displayverlichting
Als het apparaat is ingeschakeld, kunt u met een korte druk op de
knop ON / OFF | LIGHT de achtergrondverlichting activeren. Door
opnieuw te drukken of automatisch na ca. 1 minuut wordt deze
weer uitgeschakeld.
Apparaat met pc inschakelen
Na het overdragen van een datablock door de pc schakelt de
multimeter zichzelf in op voorwaarde dat de parameter „irStb “ op
„ir on “ is gezet (zie hoofdst. 6.4).
Wij raden u echter aan, de stroomspaarfunctie „
ir off
“ te gebruiken.
Opmerking
Elektrische ontladingen en hogefrequentiestoringen kunnen
een verkeerde weergave veroorzaken en de meetprocedure
blokkeren.
Koppel het apparaat van de meetkring af. Schakel het apparaat
uit en opnieuw in; dan is het gereset. Als dit niet mocht luk-
ken, dan haalt u de batterij even van de aansluitcontacten af,
zie ook hoofdst. 9.2.
3.3 Bedrijfsparameters instellen
De tijd en de datum instellen
Zie parameter „t iME “ en dAtE “ in hoofdst. 6.4.
Soorten weergave van het analoge display
Hierbij kunt u twee weergavesoorten kiezen, zie parameter
„A.d iSP “ in hoofdst. 6.4.
Weergavesoorten van het digitale display
Hierbij kunt u twee weergavesoorten kiezen, zie parameter
„0.d iSP “ in hoofdst. 6.4.