Operation Manual
32 GMC-I Messtechnik GmbH
Metingen V/Hz –
– – Temp – – m – A/Hz
5.3 Temperatuurmeting Temp RTD
De temperatuurmeting gebeurt met een weerstandsthermometer
van het type Pt100 of Pt1000 (toebehoren, wordt niet meegele-
verd), die aangesloten wordt op de spanningsingang.
Temperatuureenheid kiezen
1nFo
... tEMP °C / °F
(°C = Standaardwaarde/fabrieksinstelling)
5.3.1 Meting met weerstandsthermometers
Ð Zet de draaischakelaar op „“ resp. „Temp
RTD
“.
Ga naar de andere meetfunctie met FUNC | ENTER.
Het type Pt100 of Pt1000 wordt automatisch herkend en verschijnt in
beeld.
Er zijn twee mogelijkheden om de weerstand van de toevoerlei-
ding te compenseren:
Automatische compensatie
Ð Druk op de knop ZERO | ESC.
De tekst „Short leads“ verschijnt in beeld.
Als u de weerstand van de toevoerleiding zelf wilt invoeren, kunt u
de volgende prompt overslaan.
Ð Sluit de aansluitleidingen van het meetapparaat kort.
Op het display verschijnt „000.0 “. Als u op de knop FUNC |
ENTER drukt, vindt er bij toekomstige metingen een automati-
sche compensatie van de weerstand van de aansluitleidingen
plaats. Nu kunt u de kortsluiting verwijderen, het apparaat is
gereed om te meten.
De weerstand van de toevoerleiding invoeren
Ð In het menu Automatische compensatie moet u nog eens op
de knop ZERO | ESC drukken.
Ð Toets mt de cursorknoppen de bekende weerstand van aan-
sluitleidingen in:
Met de knoppen
kiest u de decade, d.w.z. de positie van
het cijfer dat u wilt veranderen en met de knoppen
stelt u
het betreffende cijfer in. De defaultwaarde is 0,43 . De invoer-
grenzen liggen tussen 0 en 50 .
Ð
Als u op
FUNC
| ENTER
drukt, wordt de ingestelde waarde overgeno-
men en keert u terug naar de meting. De weerstand van de toevoer-
leiding blijft ook in het geheugen als u het apparaat uitschakelt.
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER