Operation Manual
54 GMC-I Messtechnik GmbH
Interfacegebruik
7 Interfacegebruik
De multimeter kan meetgegevens met een infraroodinterface
overdragen naar de pc. De meetwaarden worden met
infraroodlicht optisch door de behuizing overgedragen naar een
interface-adapter (accessoire), die op de multimeter wordt
ingestoken. Met de USB-interface van een adapter kan de
verbinding met de pc via een interfacekabel tot stand gebracht
worden.
Bovendien kunnen commando's en parameters vanuit de pc naar
de multimeter worden overgedragen. Hiertoe behoren:
• de meetparameters instellen en uitlezen,
• meetfuncties en meetbereik kiezen,
• de meting starten,
• de opgeslagen meetwaarden uitlezen.
7.1 De interface activeren
Doordat de pc de interface aanspreekt, wordt deze automatisch
geactiveerd voor ontvangst (de multimeter ontvangt gegevens
van de pc). Voorwaarde is dat de parameter „irStb “ op „ir on
“staat, zie Hoofdst. 7.2 of dat het apparaat reeds is ingeschakeld
(het eerste commando wekt de multimeter, maar er wordt nog
geen commando uitgevoerd).
De gebruiksmodus „Continu zenden“ wordt handmatig
ingeschakeld. Dit doet u als volgt. In deze gebruiksmodus draagt
het apparaat via de aangesloten interface-adapter continu de
meetgegevens over naar de pc. Dit kunt u met een
terminalprogram in beeld brengen.
Het starten van de functie continu zenden met menufuncties
1nFo
... SEnd StArt send
Het interfacegebruik wordt op het display aangegeven met het
knipperende symbool .
Het stoppen van de functie continu zenden met menufuncties
1nFo
... SEnd send
stop send
Het symbool verdwijnt.
Automatisch in- en uitschakelen bij het verzenden
Als de overdrachtssnelheid 10 s of meer bedraagt, wordt het
display tussen twee aftastingen automatisch uitgeschakeld om de
batterij te ontzien. De enige uitzondering is de continue werking.
Als er iets gebeurt, wordt het display automatisch weer
ingeschakeld.
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER