Operation Manual

GMC-I Messtechnik GmbH 33
Metingen V/Hz –
– Temp (°C/°F) – – M
@UISO
– A/Hz
5.3 Temperatuurmeting Temp RTD en Temp TC
De temperatuurmeting gebeurt met de weerstandsthermometer
van het type Pt100 of Pt1000 en het thermoelement type K
(toebehoren, wordt niet meegeleverd), dat aangesloten wordt op
de spanningsingang.
Temperatuureenheid kiezen
1nFo
... tEMP °C / °F 
(°C = Standaardwaarde/fabrieksinstelling)
5.3.1 Meting met weerstandsthermometers
Zet de draaischakelaar op „Temp
RTD
“.
Met FUNC | ENTER gaat u naar de andere meetfunctie.
Het type Pt100 of Pt1000 wordt automatisch herkend en
verschijnt in beeld.
Er zijn twee mogelijkheden om de weerstand van de
toevoerleiding te compenseren:
Automatische compensatie
Druk op de knop ZERO | ESC.
De tekst „Short leads“ verschijnt in beeld.
Als u de weerstand van de toevoerleiding zelf wilt invoeren, kunt u
de volgende prompt overslaan.
Sluit de aansluitleidingen van het meetapparaat kort.
000.0 “ verschijnt in beeld. Als u op de knop FUNC | ENTER
drukt, vindt er bij toekosmtige metingen een automatische
compensatie van de weerstand plaats. Nu kunt u de
kortsluiting verwijderen, het apparaat is gereed om te meten.
De weerstand van de toevoerleiding invoeren
In het menu Automatische compensatie moet u nog eens op
de knop ZERO | ESC drukken.
Toets mt de cursorknoppen de bekende weerstand van
aansluitleidingen in:
Met de knoppen
kiest u de decade, d. w.z. de positie van
het cijfer dat u wilt veranderen en met de knoppen stelt u
het betreffende cijfer in. De defaultwaarde is 0,43 . De
invoergrenzen liggen tussen 0 en 50 .
Als u op FUNC | ENTER drukt, wordt de ingestelde waarde
overgenomen en keert u terug naar de meting. De weerstand
van de toevoerleiding blijft ook in het geheugen als u het
apparaat uitschakelt.
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER