Operation Manual

28 GMC-I Messtechnik GmbH
Metingen V/Hz –
– Temp (°C/°F) – – M
@UISO
– A/Hz
5.1.2 Wisselspanning en frequentie meten V AC en Hz
elk met inschakelbaar laagdoorlaatfilter
Zet de parameter CL iP in het setupmenu Stroomtang op 0FF.
Doet u dit niet, dan worden alle meetwaarden aangegeven in A
en gecorrigeerd met de gekozen omzettingsverhouding voor
een aangesloten stroomtangsensor weergegeven.
1nFo ... SET rAtE ... CL IP
1 / 10/100/1000 / 0ff
Zet de draaischakelaar in functie van de meten spanning c.q.
frequentie op V~ resp. Hz/%.
Sluit de meetleidingen aan zoals getoond op de afbeelding.
De aansluitbus „“ moet hierbij aardpotentiaal liggen (zo dicht
mogelijk bij aarde).
Spanningsmeting
Aanwijzing
Binnen het bereik 1000 V wordt u gewaarschuwd door een
intervalsignaal als de meetwaarde de eindwaarde van het
meetbereik overschrijdt.
Overtuig u er van dat er geen stroommeetbereik („A“) is
ingeschakeld als u uw multimeter aansluit om spanning te meten!
Als de uitschakelgrenswaarden van de zekeringen bij verkeerde
bediening worden overschreden, dan is dit gevarlijk voor u en
voor uw apparaat!
U kunt heen en weer schakelen tussen spanning meten met of
zonder laagdoorlaatfilter.
Druk op de multifunctionele knop FUNC | ENTER totdat de
eenheid V resp. V/Fil op het display verschijnt.
Frequentiemeting
Leg de meetgrootheid aan zoals bij het meten van spanning.
Kies met de hand het meetbereik voor de spanningsamplitude.
Bij het overschakelen op frequentiemeting blijft het eerder
ingestelde spanningsmeetbereik behouden.
U kunt heen en weer schakelen tussen frequentie meten met
of zonder laagdoorlaatfilter.
Druk op de multifunctionele knop FUNC | ENTER totdat de
eenheid Hz resp. Hz/Fil op het display verschijnt.
De laagste meetbare frequenties en de maximaal geoorloofde
spanningen vindt u in hoofdstuk 8 „Technische gegevens“.
Meten met laagdoorlaatfilter
Let op!
!
Houd er rekening mee dat gevaarlijke spanningspieken bij
deze meting onderdrukt worden, zie ook
spanningscomparator.
Wij raden u aan de spanning allereerst zonder
laagdoorlaatfilter te meten zodat u mogelijke gevaarlijke
spanningen kunt herkennen.
Desgewenst kunt u een 1 kHz/-3dB-laagdoorlaatfilter inschakelen
om bij metingen bijv. aan kabels capacitief ingekoppelde
hoogfrequente impulsen > 1 kHz uit te filteren, d.w.z. ongewenste
spanningen van meer dan 1 kHz te onderdrukken.
Als het desbetreffende laagdoorlaatfilter is ingeschakeld, ziet u Fil
op het display staan. De multimeter schakelt automatisch over
naar de handmatige meetbereikkeuze.
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER