Operation Manual
GMC-I Messtechnik GmbH 25
Bedieningsfuncties
Tijdens het registreren
Tijdens het geheugengebruik,
STORE verschijnt onder het analoge
display in beeld, kunt u de
hoeveelheid gebruikt geheugen controleren
:
StoP
000.3 %
Zodra het geheugen vol is, verschijnt het bericht „100.0 %“.
Om de meetwaarden tijdens het opslaan te kunnen bekijken, moet u
overschakelen naar de meetfunctie. Dit doet u door op MEASURE |
SETUP te drukken. Als u opnieuw op MEASURE | SETUP drukt, keert
u terug naar het geheugenmenu.
Als u een andere meetfunctie kiest door de draaischakelaar te
gebruiken of op de knop FUNC | ENTER te drukken, wordt er een
nieuw geheugenblok aangemaakt. Het opslaan loopt dan
automatisch door.
Registreren beëindigen
➭ Als u op de knop gedrukt heeft, MEASURE | SETUP verschijnt
„StoP “ op het display.
StoP start
➭ Bevestig de weergave van „StoP “ met FUNC | ENTER.
De tekst
STORE verdwijnt. Dit geeft aan dat het registreren ten
einde is.
➭ Met MEASURE | SETUP keert u terug naar de meetfunctie.
➭ U kunt het geheugengebruik ook beëindigen door de
multimeter uit te schakelen.
Hoeveelheid gebruikt geheugen opvragen
In het menu „1nFo “ kunt u de hoeveelheid gebruikt geheugen ook
tijdens het opslaan oproepen, zie ook hoofdstuk 6.3
Bereik van het gebruikte geheugen: 000.1 % ... 099.9 %.
1nFo
bAtt
:
...
0CCUP %
:
017.4
%
Met het menu „StorE “ kunt u het gebruikte geheugen oproepen
voordat u begint met opslaan.
1nFo
... StorE 017.4 % StArt
Geheugen wissen
Met deze functie wist u alle opgeslagen meetwaarden!
Deze functie kan tijdens het geheugengebruik niet worden
uitgevoerd.
1nFo
... StorE 017.4 % StArt
CLEAr empty
FUNC
ENTER
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER