Gebruiksaanwijzing METRAHIT27 METRA HIT 27M: digitale multimeter en milli-ohmmeter METRA HIT 27I: digitale multimeter, milli-ohmmeter en mega-ohmmeter 3-349-207-05 8/12.
3 1 4 5 6 10 9 7 8 1 2 3 4 2 5 Pictogrammen op het digitale scherm 6 1 Hoofdweergave met komma- en polariteitsweergave 2 Nevenweergaven met komma- en polariteitsweergave 3 7 7 8 max.
Inhoud Pagina 1 Veiligheidskenmerken en -voorzorgen .......................4 2 Inbedrijfstelling ..........................................................5 3 Meetfuncties en meetbereiken selecteren .................6 3.1 3.2 3.3 Automatisch het meetbereik selecteren .................................... 6 Handmatige meetbereikomschakeling ...................................... 6 Snelle metingen ......................................................................
1 Veiligheidskenmerken en -voorzorgen U hebt een apparaat gekozen dat een zeer hoge mate aan veiligheid biedt. Dit apparaat voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale EU-richtlijnen. Dit bevestigen wij met het CEkenmerk. De conformiteitsverklaring kan bij GMC-I Messtechnik GmbH opgevraagd worden. De METRA HIT27 is gefabriceerd en gecontroleerd conform IEC 61010–1:2001 / DIN EN 61010–1:2001 / VDE 0411– 1:2002.
Betekenis van de symbolen op het apparaat ! Waarschuwing voor een gevaarlijk punt (Let op, lees de documentatie) 2 Inbedrijfstelling Accu's of batterijen Let voor de juiste plaatsing van de accu's of batterijen altijd op hfst. 14.1.
Instellen van tijd en datum Zie hfst. 12 op pagina 17. Het apparaat handmatig uitschakelen ➭ Houd de knop ON|OFF zo lang ingedrukt tot op het scherm OFF (uit) verschijnt. Het uitschakelen wordt met twee korte signaaltonen bevestigd. Automatische uitschakeling van de multimeter (”SLAAPMODUS”) Het apparaat schakelt automatisch uit wanneer ong. 10 minuten lang geen knop of draaiknop wordt gebruikt. Het uitschakelen wordt met een korte signaaltoon bevestigd.
3.3 Snelle metingen Wilt u sneller meten dan mogelijk is met de automatische selectie van het meetbereik, dan moet u een geschikt meetbereik vastzetten. Snelle meting wordt gegarandeerd door de volgende twee functies: • door handmatig het meetbereik te selecteren, d.w.z. door selectie van het meetbereik met de beste resolutie, zie hfst. 3.2. of • met de functie DATA, zie hfst. 5.1.
5 Meetwaarden opslaan De METRA HIT27 biedt twee principieel verschillende mogelijkheden om gegevens op te slaan: • Meetwaarden opslaan – knopfunctie DATA: bij elke bemonstering van een meetplaats wordt een meetwaarde volgens een vast gedefinieerde voorwaarde opgeslagen, zie hfst. 5.1. • Geheugenmodus – Menufunctie STORE: Na activering van de menufunctie STORE worden alle meetwaarden afhankelijk van de vooraf ingestelde bemonsteringsfrequentie opgeslagen.
6 Minimale en maximale waarden opslaan “MIN/MAX” met tijdsaanduiding 30.000 Voor het bewaken gedurende langere duur van meetgrootheden kunnen de minimale en maximale waarden in de nevenweergaven weergegeven worden. ➭ Druk tweemaal op DATA|CLEAR: de huidige MIN- en MAXwaarden verschijnen in de nevenweergaven. Tijdens de functie MIN/MAX is automatische selectie van het meetbereik uitgeschakeld. ➭ Voor de weergave van de MIN-waarde en de tijd van optreden drukt u opnieuw op DATA|CLEAR.
226.000 V~ Hz V FUNC 050.00 FUNC Hz 7.1 Spanningen meten [V] ➭ Selecteer het bij de meetgrootheid horende spanningstype V of V~/Hz met de draaiknop. ➭ Sluit de meetkabels aan zoals afgebeeld. De aansluitbus “” moet daarbij op een potentiaal liggen dat zo dicht mogelijk bij de aarde is. ➭ Schakelaarstand V~/Hz: Telkens als u op de knop FUNC drukt, wordt afwisselend tussen spannings- en frequentiemeting overgeschakeld, wat wordt bevestigd met een signaaltoon.
7.2 Frequenties meten [Hz] ➭ Selecteer met de draaiknop de meetfunctie V~/Hz. ➭ Sluit de meetgrootheid aan zoals bij het meten van spanningen. ➭ Door kort op de knop FUNC te drukken, gaat u naar de frequentiemeting. ➭In de hoofdweergave wordt de frequentie weergegeven. ➭U kunt vervolgens het meetbereik voor de frequentie kiezen door op de knop MAN|AUTO te drukken. Het laatst ingestelde spanningsmeetbereik blijft ingeschakeld.
8.2 Doorgangstest bij weerstandsmeting Wanneer de functie “Signaaltoon “ is ingeschakeld en uitsluitend in het meetbereik 0 - 310 geeft het apparaat in het bereik 0 - ong. 10 een continue toon weer. Het meetapparaat geeft overloop “0l” voor Rd > 310 aan. Doorgangstest in-/uitschakelen (signaaltoon) ➭ Zet de draaiknop op “/ / ”. ➭ Druk zo vaak op de knop FUNC tot en “short” worden weergegeven, vooropgesteld dat de aansluitbussen open zijn (weergave 0.L). ➭ Sluit de meetkabels aan op het testobject.
9 Milli-ohmmeting (4-polige meting) 9.1 Compenseren voor de weerstand van de toeleidingskabels De elektrische weerstand is een dipool die over het algemeen ook alleen tweepolig wordt gemeten. Dat gebeurt doordat een meetstroom van bepaalde grootte door het meetobject wordt geleidt en de ontstane spanningsval wordt gemeten; het quotiënt van beide geeft de gezochte weerstandswaarde. Bepalend voor het meetresultaat zijn de beide potentiaalpunten waartussen de spanning wordt gemeten.
9.3 Milli-ohmmeting met 200 mA of 20 mA gelijkstroom [m] ➭ Controleer of het meetobject spanningsvrij is, zie hfst. 7.1. Externe spanningen vervalsen het meetresultaat. ➭ Zet de draaiknop op “m”. ➭ Sluit het testobject aan zoals afgebeeld. Een eenvoudige, correcte aansluiting wordt mogelijk gemaakt door de als toebehoren leverbare Kelvinclip KC4 en Kelvinsonde KC27. De weerstand van de stroomaansluitingen moet < 1 zijn. ➭ Selecteer evt.
11 Isolatieweerstanden meten [M@...V] (alleen METRA HIT 27I) Meetbereik: m S– S+ VC zie hfds. 14 M@ 50... 500V - ---- -000 V 250V geselecteerde testspanning Continumeting Testspanning afgeven zolang knop ingedrukt RTD Instellen van de toeleidingsweerstand ➭ Na selectie van een weerstandsthermometer gaat u met de knop naar de metingsweergave.
Opmerking De meetkabels testen De eerste test moet met kortgesloten meetkabels op de testpunten worden uitgevoerd. Het apparaat moet vrijwel nul aangeven. Hierdoor kan een onderbreking van de meetkabels worden vastgesteld. m S– S+ M Meetbereik: : 10 k 3 G UMESS (50 - 500V) 11.2 Isolatieweerstanden meten ➭ Houd voor het meten van isolatieweerstanden de knop FUNC zo lang ingedrukt tot de weergave stabiel is. ! Let op! Tijdens het meten knippert de geselecteerde en afgegeven testspanning.
12 Gebruik, van het startmenu InFO tot de bedrijfs- en meetparameters Met het startmenu “1NF0 ” kunt u informatie oproepen, opslaan inschakelen en de geheugeninhoud opvragen, de aansluiting activeren en apparaatparameters instellen. ➭ U gaat naar het startmenu “1NF0 ” door bij ingeschakeld apparaat de knoppen FUNC en ON|OFF tegelijkertijd ingedrukt te houden tot op het scherm “1NF0 ” verschijnt.
12.2.2 Geheugenmodus – Menufunctie STORE ➭ Stel eerst de bemonstering voor de geheugenmodus in en start dan de geheugenmodus. De bemonstering kan ook tijdens de geheugenmodus worden gewijzigd. ➭ Selecteer vervolgens de gewenste meetfunctie en een zinvol meetbereik. ➭ Controleer voor langere meetwaardeopnamen het oplaadniveau van de accu's, zie hfst. 14.1 op pagina 25. Sluit evt. de voeding aan. De geheugenmodus via menufuncties starten 12.
12.6 Zenden over RS232-aansluiting De METRA HIT27 is uitgerust met een bidirectionele infraroodaansluiting voor het overdragen van meetwaarden naar de pc. De waarden worden optisch met infrarood licht door de behuizing overgedragen naar een aansluitingsadapter (toebehoren USB-HIT) dat op het instrument wordt gestoken. De USB-aansluiting van de adapter maakt verbinding met de pc mogelijk over een aansluitkabel. Het stuurprogramma dat u moet installeren, wijst het apparaat een virtuele COM-aansluiting toe.
Hoofd- en submenu's FUNC ON Informatie oproepen 2x 1nf0 3.9 V batt Oplaadniveau van de accu's t im e 8 01 mem0 12:58 :08 oCCUp Geheugeninhoud (zie Huidige tijd hfst. 12.3) date 1508.02 tCal 1508.02 Huidige datum tadJ 1508.
Submenu SEt voor de parameters rAtE, Addr, dAtE en tIME Vervolg van voorzijde Bemonstering instellen (zie ook hfst. 12.1) set set rate 00:10:00 rate Waarde wijzigen Bemonstering bevestigen mogelijke instelwaarden (hh:mm:ss, h = uren, m = minuten, s = seconden) 00:00:01, 00:00:02, 00:00:05, 00:00:10, 00:00:20, 00:01:00 00:02:00, 00:05:00, 00:10:00, 00:20:00, 01:00:00; 0.
13 Technische gegevens Meetfunctie Meetbereik Resolutie bij meetbereikeindwaarde V 3 30 300 600 V V V V 4¾ 30000 / 3¾ 3000 1) 100 V 1 mV 10 mV 100 mV 3 30 300 30 300 3 30 300 3 30 300 3 30 300 m m m m m k k k M M 0,001 0,001 0,01 0,01 0,01 0,1 1 10 100 1 10 100 1 0,1 m m m m m m m m m k 3 V 0,1 mV m@1A(4 L) m (4 L) (2 L) M@ ...
Invloedgrootheden en invloedeffecten Invloedgrootheid Invloedbereik 1) 0,1 + 5 V AC 0,5 + 5 m@ 1 A 4L 1+5 Frequentie VAC 1+5 en 3 M2L 0,5 + 5 +25+40 C 30 M 2L 1+5 Isolatie 30 M 3 G 2+5 Hz 0,1 + 5 Meetgrootheid/ meetbereik Insteltijd op het digitale scherm Sprongfunctie van de meetgrootheid C (RTD) 0,5 + 10 V DC, V AC 1,5 s van 0 naar 80% van de meetbereikeindwaarde Accuspanning Insteltijd Insteltijd (na handmatige moduskeuze) 2) Meetgroothei d/meetbereik Frequentie
Voeding Accu's 3 x 1,2 V NiMH-Accu'ss (AAformaat) (2100 mAh) Gebruiksduur met 2100 mAh NiMH-accuset Meetfunctie V, Hz, , , C Stroomsterkte [mA]/3,6 V Gebruiksduur [u] 70 30 m@1A 700 3 m@200mA 260 8 m@20mA 85 24 M@ ...
14 Onderhoud ! Let op! Maak het apparaat los van de meetkring voordat u het apparaat opent om accu's, batterijen of zekeringen te vervangen. 14.1 Accu's en batterijen Waarschuwing! Bij gebruik van batterijen mag de voeding niet worden aangesloten: explosiegevaar! Accu's verwijderen bij niet-gebruik De geïntegreerde kwartklok heeft ook bij uitgeschakeld apparaat voeding nodig en belast de accu. Bij langere tijd van niet gebruik (bijv. vakanties) kunt u daarom het beste de accu's verwijderen.
14.2 Zekeringen De zekering ligt in het meetpad Meetingang. Wanneer de zekering defect is, zijn metingen in de bereiken m// / onjuist. De fout in het V-bereik bedraagt slechts 10%. Verhelp na het aanspreken van een zekering eerst de oorzaak van de overbelasting voordat u het apparaat weer bedrijfsklaar maakt. De ingebouwde zekering controleren ➭ Zet de draaiknop op de meetfunctie . ➭ Sluit de bussen “” en kort. Weergave < 0,2 : zekering OK. Weergave ong.
16 Toebehoren Aansluitingsadapters BD232 (zonder geheugen) maken besturing op afstand van het instrument mogelijk en het overdragen van meetgegevens van maximaal zes multimeters naar de pc (in onlinemodus bij METRAwin10). Aansluitingsadapters USB-HIT zijn functioneel gelijk aan de aansluitingsadapter BD232, maar hier gaat de bidirectionele realisering tussen IR- en USB-aansluiting. Het stuurprogramma dat u moet installeren, wijst het apparaat een virtuele COM-aansluiting toe.
Nadruk van DKD-kalibratiebewijs Wanneer u een nadruk van het DKD-kalibratiebewijs voor uw apparaat bestelt, vermeld dan de kengetallen uit het bovenste en onderste veld van het kalibratieteken. Het serienummer van uw apparaat hebben wij hiervoor niet nodig. 18 Garantie De garantietermijn voor alle meet- en kalibratieapparaten uit de serie METRA HIT bedraagt 3 jaar na levering. Voor de kalibratie geldt een garantietermijn van 12 maanden.