NL Gebruiksaanwijzing Koel-vriescombinatie
Wij danken u voor het vertrouwen dat u heeft getoond door de aankoop van ons apparaat. Wij wensen u veel plezier bij het gebruik. De koel-vriescombinatie (hierna het apparaat genoemd) bestaat uit twee delen, het bovenste deel is een koelkast en het onderste deel is een vriezer. De koelkast is bestemd voor huishoudelijk gebruik voor het bewaren van verse levensmiddelen bij een temperatuur van boven 0°C.
Belangrijke waarschuwingen 260020 • Het apparaat is vervaardigd in overeenstemming met alle geldende veiligheidsnormen. Evenwel is het raadzaam het apparaat niet zonder toezicht te laten gebruiken door mensen met lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperkingen of mensen met onvoldoende ervaring of kennis het apparaat. Deze aanbeveling geldt ook voor kinderen. • Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig alvorens het apparaat aan te sluiten.
• Het etiket met basisgegevens van het apparaat bevindt zich aan de binnenkant van het apparaat. Als het etiket niet in de gewenste taal is, kunt u het bijgeleverde etiket eroverheen plakken. • Waarschuwing! Ventilatieopeningen van het apparaat of inbouwelement dienen altijd schoon en vrij te worden gehouden. • Waarschuwing! Gebruik geen mechanische middelen en methoden om het apparaat te ontdooien, behalve dan die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Beschrijving van het apparaat A Koelkast 1 Bedieningspaneel 2 Binnenverlichting 3 Plateau (in hoogte verstelbaar) 4 Fruit- en groentelade 5 Deurvak koelkast (diep en ondiep) 6 Flessenrek B Standaardvriezer (standaardapparaten) 7 Invrieslade 8 Bewaarlade 9 Bewaarlade 10 Deurvak vriezer* 11 Waterafvoer* 12 Voetje* 13 Wieltje* B NO FROST vriezer 7 Bewaarlade 8 Invrieslade 9 Bewaarlade • De inrichting van het apparaat kan per model verschillen.
A Koelkast 1 Bedieningspaneel 2 Binnenverlichting 3 Plateau (in hoogte verstelbaar) 4 Fruit- en groentelade 5 Deurvak koelkast (diep en ondiep) 6 Flessenrek B Standaardvriezer (standaardapparaten) 7 Invrieslade 8 Bewaarlade 9 Bewaarlade 10 Deurvak vriezer* 11 Waterafvoer* 12 Voetje* 13 Wieltje* B NO FROST vriezer 7 Bewaarlade 8 Invrieslade 9 Bewaarlade • De inrichting van het apparaat kan per model verschillen. • De laden zijn voorzien van uittrekbeveiliging.
Plaatsing en aansluiting • Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte. Het apparaat functioneert het beste bij omgevingstemperaturen zoals weergegeven in de onderstaande tabel. De klasse staat vermeld op het etiket met de basisgegevens van het apparaat.
Aansluiten van het apparaat Opmerking: * Geldt voor OLD TIMER apparaten. • Sluit het apparaat met de aansluitkabel aan op het elektriciteitsnet. Het stopcontact in de wand moet geaard zijn (veiligheidsstopcontact). De voorgeschreven nominale spanning en frequentie staan vermeld op het etiket met de basisgegevens van het apparaat. • De aansluiting op het elektriciteitsnet en de aarding van het apparaat moeten worden uitgevoerd volgens de geldende normen en voorschriften.
Verandering van de draairichting van de deur Variant I Benodigd gereedschap: ringsleutel nr. 8, schroevendraaier T25, platte schroevendraaier 1. Verwijder de kapjes A en B1 met behulp van een platte schroevendraaier. 2. Draai de schroeven van de scharnieren (C, D, and E1) – een voor een, in de aangegeven volgorde van boven naar beneden – en de deur (F, G) los. Zorg ervoor dat de deur niet beschadigd raakt. 3. Verplaats de kapjes (H) naar de andere kant. 4.
Variant II 260020 10 Benodigd gereedschap: steeksleutel nr. 8, schroevendraaier, torx sleutel 25. Bij het losdraaien of het aandraaien van de scharnieren moet u de deur vast houden, zodat hij niet kan vallen en beschadigen. 1. Verwijder de dop van het bovenste deurscharnier (bewaar hem voor als u de draairichting van de deur eventueel nogmaals wilt veranderen).
7.1 Laat het apparaat naar achteren hellen (max. 35°) zodat de achterkant tegen de ommanteling leunt. Draai de drie schroeven waarmee het onderste scharnier is bevestigd los (bewaar het scharnier voor als u de deur misschien weer wilt omzetten) en bevestig het bijgeleverde onderste scharnier aan de tegenovergestelde kant. Sluit de gaten die na het omzetten zijn achtergebleven af met de doppen. 8. Herhaal de procedure van de punten 3 en 4 voor de onderste deur.
Bediening van een apparaat met elektronische regeling BEDIENINGSEENHEID I A Knop voor temperatuurinstelling, AAN/UIT en SF/SUPER (snelvriesfunctie) BEDIENINGSEENHEID II 260020 A B C D E F 12 Toets voor de instelling van de temperatuur en aan/uit-schakelaar van het apparaat Lampje: brandt wanneer het apparaat in werking is Toets om het geluidssignaal van de koelkast uit te schakelen Lampje: knippert bij een te hoge temperatuur in de koelkast Toets voor intensief vriezen Lampje: brandt wanneer de instel
Schakel het toestel in door de toets A in de richting van max. te draaien. Het lampje B gaat branden (hebben slechts enkele modellen). Het apparaat is uitgeschakeld wanneer de gleuf in de toets staat (het apparaat staat nog steeds onder op het teken spanning). Temperatuur in het apparaat kiezen • Stel de gewenste temperatuur van de koelkast in door de toets A in de zone tussen min. en max te plaatsen. • De aanbevolen instelling is de stand eco. • Een stand in de richting van max.
Intensief vriezen • Gebruik de instelling bij de eerste ingebruikneming van het apparaat, vóór het reinigen en wanneer u er grotere hoeveelheden voedsel in plaatst (zie hoofdstuk »Methode voor het diepvriezen«). Alarm voor een te hoge temperatuur in de koelkast (hebben enkele modellen) Bij een te hoge temperatuur treedt het geluidssignaal in werking (onderbroken alarm) en knippert het lichtje D. • Schakel het geluidssignaal uit met de toets C.
BEDIENINGSEENHEID III Apparaat met ventiel en temperatuurweergave A B C D E Toets voor de keuze koelkast/diepvriezer Lampje: brandt wanneer het apparaat in werking is Toets om het geluidssignaal van de diepvriezer uit te schakelen Lampje: knippert bij een te hoge temperatuur in de diepvriezer Toets voor de in- en uitschakeling van het apparaat en voor de instelling van de temperatuur F Lampje: brandt wanneer de instelling 'Intensief vriezen' werkt G Digitale temperatuurweergave: toont de werkelijke temper
Het apparaat in- en uitschakelen en de temperatuur instellen Het toestel in- en uitschakelen Met behulp van de toets A kiest u de diepvriezer en door lang (gedurende 3 seconden) op de toets E te drukken, schakelt u het apparaat in. Zowel de koelkast als de diepvriezer worden ingeschakeld. Wanneer het apparaat is ingeschakeld, brandt het lampje B. Wanneer u de toets opnieuw gedurende 3 seconden ingedrukt houdt, wordt het hele apparaat uitgeschakeld.
Bij te hoge temperatuur wordt (intermitterend) akoestisch alarm geactiveerd en het licht D knippert. • Schakel het geluidssignaal uit met behulp van de toets C. Het lampje D gaat automatisch uit wanneer de diepvriezer opnieuw koud genoeg is zodat de voedingsmiddelen niet meer kunnen bederven. • Het geluidssignaal treedt om de 24 uur in werking, wanneer de temperatuur in de diepvriezer niet laag genoeg is en het gevaar bestaat dat de voedingsmiddelen bederven.
Bediening van een apparaat met mechanische regeling BEDIENINGSEENHEID IV Apparaat met dubbele compressor A B C D 260020 18 Knop voor temperatuurinstelling AAN/UIT van het vriesgedeelte Knop voor temperatuurinstelling AAN/UIT van het koelgedeelte Knop voor verlichting AAN/UIT Het waarschuwingslampje: temperatuur te hoog
In-/uitschakelen van het apparaat Inschakelen van de vriezer: Draai de thermostaatknop A met de wijzers van de klok mee in de richting van Max. Uitschakelen: Draai knop A terug, zodat het pijltje op de knop wijst (het apparaat staat nog steeds onder naar het symbool stroom). Inschakelen van de koelkast: Draai de thermostaatknop B met de wijzers van de klok mee in de richting van Max.
BEDIENINGSEENHEID V Apparaat met één compressor, zonder ventilator A Knop voor temperatuurinstelling en AAN/UIT B Verlichting AAN/UIT-knop 260020 20
Apparaat met één compressor, met ventilator A Knop voor temperatuurinstelling en AAN/UIT B Verlichting AAN/UIT-knop In-/uitschakelen van het apparaat Inschakelen: Draai de thermostaatknop A met de wijzers van de klok mee in de richting van Max. Uitschakelen: Draai de thermostaatknop A terug, zodat het pijltje op de knop naar het symbool wijst (het apparaat staat nog steeds onder stroom). • Stel de gewenste koelkasttemperatuur met behulp van knop A, zodat het pijltje tussen Min. en Max. komt te staan.
Ventilator (hebben sommige modellen) • De ventilator draagt bij aan een gelijkmatige verdeling van de temperatuur, een snellere afkoeling en vermindert neerslag op de platen. Hij werkt alleen als de compressor aan staat. • Het aanschakelen van de ventilator wordt aanbevolen als extra functie, en wel: - bij een verhoogde temperatuur in de ruimte (boven 30°C), - bij een verhoogde luchtvochtigheid (in de zomer), - bij het plaatsen van grote hoeveelheden levensmiddelen in het apparaat (snelkoelen).
Aanbevolen indeling voor levensmiddelen in het apparaat Indeling van de koelkast: - boven: conserven, brood, wijn, gebak... - midden: zuivelproducten, kant-en-klaarmaaltijden, toetjes, sappen, bier, bereid voedsel... - onder: vlees, vleesproducten, fijne eetwaren… - groentelade: vers fruit, groente, sla, wortelgewassen, aardappelen, uien, knoflook, tomaat, tropische vruchten, zuurkool, rapen...
Bewaren van levensmiddelen in de koelkast Belangrijke tips voor het bewaren van levensmiddelen Juist gebruik van het apparaat, goed verpakt voedsel, een juiste temperatuur en hygiënische voorzorgsmaatregelen zijn van grote invloed op de kwaliteit van de bewaarde levensmiddelen. Let op de houdbaarheidsdatum op de verpakking van het product. Levensmiddelen moeten afgesloten of goed verpakt in de koelkast worden bewaard, zodat ze geen vocht en luchtjes afgeven of opnemen.
• De lade onder in de koelkast onder de glazen plaat dient voor het bewaren van fruit en groente. De lade biedt een vochtige omgeving en helpt zo uitdroging van de levensmiddelen voorkomen. De levensmiddelen moeten op gepaste wijze zijn verpakt zodat ze geen geur of vocht afgeven of opnemen. • De binnenkant van de deur van de koelkast is uitgerust met rekjes en bakjes, waarin o.a. kaas, boter, eieren, yoghurt en overige kleine verpakkingen, tubes en blikjes kunnen worden bewaard.
Bewaren van levensmiddelen in de vershoudlade FreshZone In de vershoudlade FreshZone kan een breed assortiment verse levensmiddelen langer bewaard worden dan in een gewone koelkast. De levensmiddelen blijven langer vers en behouden hun smaak en voedingswaarde. De kwaliteit van groente en fruit gaat minder snel achteruit, waardoor ze verser smaken en er frisser uitzien. Voor een optimale werking moet de lade volledig gesloten zijn.
Plaats de verse levensmiddelen na 24 uur als volgt in de vriezer: - NO FROST apparaten: plaats de levensmiddelen in het midden van de vriezer. - Standaardapparaten: plaats de levensmiddelen in het bovenste deel van de vriezer. Verse levensmiddelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren verpakkingen! De koude lucht moet goed kunnen circuleren. Daarom mag u geen levensmiddelen boven de aangegeven lijn plaatsen – zie onderstaande afbeelding (alleen bij bepaalde modellen).
• Koop geen productverpakkingen waar rijp op zit, want dat wijst erop dat het product al meerdere malen een beetje ontdooid is. De kwaliteit van dergelijke levensmiddelen is minder goed. • Zorg ervoor dat de levensmiddelen onderweg naar huis niet ontdooien. Een stijging van de temperatuur verkort de bewaartijd en vermindert de kwaliteit ervan.
Ontdooien van het apparaat Automatisch ontdooien van de koelkast U hoeft de koelkast niet te ontdooien, omdat het ijs op de achterwand automatisch smelt. Het ijs dat zich daar gevormd heeft, dooit als de compressor niet in werking is. Het loopt in druppeltjes naar beneden en stroomt via de opening in de achterwand van de koelkast in het bakje boven de compressor, waar het verdampt.
Reiniging van het apparaat Schakel het apparaat uit alvorens het te reinigen – draai de en haal de stekker uit thermostaatknoppen A en B in de stand het stopcontact. • Gebruik een zachte doek om alle oppervlakken te reinigen. Reinigingsmiddelen met schurende bestanddelen, zuren of oplosmiddelen zijn niet geschikt, omdat ze het oppervlak beschadigen. Reinig de buitenkant van het apparaat met water of een milde zeepoplossing.
Storingen verhelpen Probleem Het apparaat werkt niet na aansluiting op het elektriciteitsnet: Het koelsysteem werkt al langere tijd ononderbroken: Oorzaak of oplossing • Controleer of er spanning op het stopcontact staat en of de stekker van het apparaat er goed in zit. 260020 • De omgevingstemperatuur is te hoog. • De deur wordt te vaak geopend of blijft te lang open staan. • De deur is niet goed gesloten (mogelijk zit er iets tussen de deur, hangt de deur scheef, controleer de deurafdichting etc.).
Probleem Vervangen van het lampje: Het lampje B knippert: Weergave van de foutencode op de display (hebben slechts enkele modellen): Oorzaak of oplossing • Verbreek de stroomtoevoer naar het apparaat, voordat u het lampje vervangt (haal de stekker uit het stopcontact). Verwijder het kapje met behulp van een schroevendraaier, vervang het lampje door een nieuw lampje (E14, gelijke sterkte als het lampje dat door de fabriek was gemonteerd) en plaats het kapje terug.