Operation Manual

369335
Uitschakelen: Draai de knop terug naar de positie STOP (0).
Temperatuur kiezen
Een hoger cijfer op de toets (in de richting van 7) betekent een
lagere temperatuur (kouder) in alle onderdelen van het toestel.
De temperatuur in de koelkast kan ook onder 0 °C komen te
liggen. Gebruik de hogere standen enkel wanneer een lagere
temperatuur voor het koelen gewenst en aanbevolen is of
wanneer de omgevingstemperatuur minder dan 16 °C is. Bij
normale omgevingstemperaturen raden we een middelmatige
instelling aan.
Een verandering van de omgevingstemperatuur beïnvloedt
de temperatuur in het toestel. Pas de instelling van de
thermostaattoets hieraan aan.
In de positie STOP (0) werkt het toestel niet (het koelsysteem
is uitgeschakeld), maar staat het apparaat wel onder spanning
(het lampje werkt wanneer u de deur van de koelkast opent).
De ventilator zorgt voor een gelijkmatigere verspreiding van
de temperatuur, voor een snellere afkoeling en voor minder
dauwvorming op de oppervlakken. De ventilator functioneert
enkel wanneer de compressor werkt.
We raden aan om de ventilator in te schakelen als extra
functie:
- bij hogere temperaturen in de ruimte (boven 30 °C),
- bij een hoge luchtvochtigheid of wanneer zich op de
glasplaten druppeltjes vormen,
- bij het plaatsen van grotere hoeveelheden levensmiddelen
(snelle afkoeling).
De ventilator aan- en uitschakelen
Aanschakelen =
uitschakelen = 0
Waarschuwing: Wanneer de ventilator wordt ingeschakeld,
verhoogt het elektriciteitsverbruik en wordt de temperatuur in de
koelkast lager. Daarom raden we aan om de temperatuur in het
toestel opnieuw in te stellen:
- bij ingeschakelde ventilator: stand 1-4,
- zonder ventilator: stand 4-7.
De instelling van de temperatuur in de koelkast beïnvloedt
onrechtstreeks de temperatuur in de diepvriezer.
Ventilator
(hebben enkele modellen)
11