Operation Manual
5
Gebruiksaanwijzing
Tips for Energy Savings
Een juist gebruik van het apparaat en het
inachtnemen van onze raadgevingen verzekeren
een zuinig energieverbruik.
De koelkast
• Open de deur niet vaker dan nodig is, vooral
niet bij warm en vochtig weer. Zorg er ook
voor, dat de deur zo kort mogelijk open blijft
staan.
• Controleer af en toe, of de ventilatie
voldoende is (ongehinderde luchtcirculatie
achter het apparaat).
• Draai de thermostaatknop van de hogere op
een lagere stand, zodra het gebruik van het
apparaat en de omstandigheden dit toelaten.
• Laat de levensmiddelen afkoelen tot op
kamertemperatuur, alvorens ze in het
apparaat te leggen.
• Rijp of ijsafzetting doen het stroomverbruik
toenemen. Verwijder rijp en ijs daarom
regelmatig, zodra de laag 3-5 mm dik is.
• De condensor aan de achterkant van de
kast moet altijd schoon en vrij van stof of
keukenwazemafzettingen worden gehouden.
Het kookgedeelte
De bodem van de pan is te
dun en gaat bol staan bij
het verwarmen. Het gevolg
hiervan is een toename
van het energieverbruik
en een ongelijkmatige
warmteverdeling.
nicht geschikt
De pan is te groot of
te klein. Een vuurvaste
glazen schaal, die over
de rand van de kookplaat
heenkijkt, kan barsten.
Een te kleine pan of een
deksel dat niet goed op de
pan is oneconomisch in het
energiverbruik.
nicht geschikt
Goede pan Onderstaand
vindt u enkele belangrijke
aanbevelingen voor
energiezuinig koken en
effectief koken met uw
nieuwe fornuis en uw pan.
optimaal
Het volgende principe geldt:
Hoe beter de kwaliteit van de pan, des te geringer
is het energieverbruik.
Raadgevingen voor de aankoop van
pannen
• Een goede pan herkent u aan de vlakke en
dikke bodem. Een kromme bodem van een
pan veroorzaakt een hoog energieverbruik
en een langere kooktijd.
• Let bij de aankoop van pannen op dat
meestal de bovenste doorsnede van de pan
vermeld is. Deze is gewoonlijk groter dan de
doorsnede van de bodem van de pan.
• Snelkookpannen maken door de gesloten
kookruimte en de overdruk een speciale
besparing aan tijd en energie mogelijk. Door
de korte kooktijden blijven ook de vitamines
behouden.
Raadgevingen voor het gebruik
• De warmteoverdracht is het beste wanneer
de bodem van de pan en de kookplaat gelijk
van doorsnede zijn en de pan op het midden
van de kookplaat is geplaatst.
• De kook- en braadpannen mogen wel groter
zijn dan de kookplaat, maar niet kleiner
omdat er dan energie verloren gaat en het
vuil op de kookplaat kan verbranden.
• De kook- en braadpannen indien mogelijk
altijd met een passend deksel afdekken.
• Voor elke hoeveelheid voedsel moet een
pan van de juiste maat worden gebruikt. Een
grotere, maar gedeeltelijk volle pan verbruikt
veel energie.
• Stel bij het koken de kookplaat tijdig in op
een lagere stand en schakel aan het einde
van het koken de kookplaat enkele minuten
eerder uit, om de nawarmte te benutten.