Operating Instructions and Installation Instructions

387177
• De inductiekookplaat werkt alleen feilloos als u de juiste
pannen gebruikt.
• Tijdens het koken moet de pan midden op de kookzone
staan.
• Geschikt zijn pannen die inductie mogelijk maken,
bijvoorbeeld pannen van roestvrijstaal, geëmailleerd
staal of gietijzer. Pannen met een bodem van gelegerd
staal, koper of aluminium en glazen pannen zijn niet
geschikt.
• Als u een snelkookpan gebruikt, blijf er dan bij totdat
de juiste druk is bereikt. Zet de kookzone eerst aan
op het maximale vermogen. Verlaag het vermogen
tijdig volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de
snelkookpan.
• Gebruik geen pannen met ongelijke bodem! Holle
of bolle bodems kunnen de bescherming tegen
oververhitting belemmeren met gevolg, dat de
kookplaat oververhit raakt. Dit kan scheuren
veroorzaken in het glasoppervlak en het smelten van
de bodem van de pan. De garantie dekt geen schade,
ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of
door oververhitting van lege of opgedroogde pannen
(zonder inhoud).
• Let bij aankoop van de pan op de sticker »inductie
mogelijk«.
Gebruik alleen pannen, die geschikt zijn voor
elektrisch en inductiekoken met:
• een bodemdikte van tenminste 2,25 mm
• een vlakke bodem.
Kookzone
Minimale diameter van de
panbodem
Ø 160 mm Ø 110 mm
Ø 180 mm Ø 110 mm
Ø 200 mm Ø 145 mm
Magneettest
Met een kleine magneet kunt u nagaan of de bodem van
de pan magnetiseerbaar is. Gebruik alleen pannen waarbij
de magneet aan de bodem blijft hangen.
De juiste pannen voor
de inductiekookplaat
8