Operating Instructions and Installation Instructions

387177
• Nadat u de kookplaat op het elektriciteitsnet heeft
aangesloten, lichten alle symbolen op het display even
op. De kookplaat is nu klaar om te worden gebruikt.
• De kookplaat heeft elektronische sensors, die
geactiveerd worden als u de bijbehorende sensortoetsen
minstens één seconde aantipt.
• Elke aanraking van de sensortoetsen wordt bevestigd
door een pieptoon.
• Plaats geen voorwerpen op het sensoroppervlak. Houd
het sensoroppervlak altijd schoon.
Druk tenminste 1 seconde op de aan/uit sensor.
De kookplaat wordt geactiveerd op alle indicatoren van de
energiestanden (B), de indicator »0« brandt en de
decimale punten knipperen (B1).
De volgende instelling moet binnen 10 seconden
worden voorgenomen, anders schakelt de
kookplaat weer uit.
Als u de kookplaat ingeschakeld heeft met de aan/
uit sensor (A), kunt u binnen 10 seconden de gewenste
kookzone kiezen.
Na het indrukken van de sensor van de gewenst kookzone
(C) gaat de betre ende indicator voor de energiestand
sterker branden »0«.
Met het drukken op de sensoren »+« (E) of »-« (E) kunt
u het energieniveau instellen van 1-9-P. (Als u eerst op de
sensor »-« drukt wordt het energieniveau meteen op 9
ingesteld).
Door op de »+« (C) or »-« (E) sensortoets
te blijven drukken wordt de vermogenstand
automatisch verhoogd of verlaagd.
De vermogenstand kan ook stapsgewijs worden
veranderd door tussentijds de bijbehorende
sensortoetsen aan te tippen.
Inschakelen van de
kookplaat
Inschakelen van de
kookzones
11
BEDIENING VAN DE KOOKPLAAT