Operation Manual
34
492673
U kunt voor deze oven alleen de daarvoor bestemde sonde
gebruiken. Zorg ervoor tijdens het braden met de sonde niet de
elementen aan te raken. Na het braden is de sonde zeer heet, let
dus op, dat u zich niet verbrandt.
Tijdens het braden wordt de stijgende temperatuur aangegeven in het midden van het
gerecht (als u wilt kunt u tijdens de werking de temperatuur veranderen van 30-99°C).
Als de ingestelde temperatuur in het midden van het gerecht is bereikt, zal de oven
ophouden met werken. Er klinkt een geluidssignaal, dat u kunt uitschakelen door een druk
op een willekeurige toets of dat na een minuut vanzelf uitgaat. Op het display verschijnt
de dagtijd.
Doe na het braden de metalen dop weer terug in de oven.
Eten Gew.
(g)
Geleider
(van onderen)
Temperatuur in de
kern
VLEES
Ossenfilet 1000 3 55-75*
Kip, heel 1500 3 85-90
Kip, heel 2000 3 85-90
Kalkoen 4000 3 85-90
Braadstuk Varken 1700 3 70-85
Vleesbrood 1000 3 75-80
Kalfsvlees 1000 3 55-75
Lamsvlees 1000 3 70-80
Wild 1000 3 70-80
Vis 1000 3 75-85
*rood = 55-60 °C; medium = 65-70 °C ; doorgebakken = 70-75 °C