Operation Manual
10. TROUBLESHOOT
Geen verbinding met printer:
Controleer of alle kabels zijn aangesloten.
Controleer aan welke COM poort uw Printer is aangesloten door naar apparaat beheer
te gaan.
Deze moet overeen komen met de COM poort in uw besturingssoftware.
Staat de printer aan?
Printer niet meer herkenbaar na uitschakelen. Zorg ervoor dat u, uw
besturingssoftware eerst disconnect voordat u de printer uitschakelt.
De printerkop stopt met extruderen:
Om te testen of uw printerkop correct extrudeert kunt u deze opwarmen en de
functie “extruderen” gebruiken in de besturings software om filament door te voeren.
Wanneer deze niet correct extrudeert, dan kunnen de oorzaken hiervoor zijn:
De extruder is koud en moet eerst op temperatuur komen voordat extruderen
mogelijk is.
Wanneer u fan niet ingeschakeld is kan het zijn dat het filament zich
ophoopt in het
doorvoermechanisme.
Niet genoeg druk op het filament. Het filament heeft geen vrije doorloop, zit
geklemd tussen spoelhouder en extruder . Zorg ervoor dat de het filament
genoeg vrij is door ervoor te zorgen dat het mooi aansluit op de spoel.
De eerste laag blijft niet plakken:
Dit is een veel voorkomend probleem. Zo kunnen de kleurstoffen die aan het
materiaal worden toegevoegd het smeltpunt van de thermoplast
veranderen.
Zorg ervoor dat het bed van de 3D printer zo is afgesteld dat de printkop bijna het
bed raakt. Voor meer informatie bekijk hoofdstuk “7. controle vlakheid bed”.
Zorg ervoor dat het oppervlak van het bed schoon is. Plak wanneer nodig
een nieuw print velletje op het bed of gebruik het perfboard bed.
De extruder begint te laat met extruderen
Wanneer de extruder een aantal minuten aan staat zal het kunststof uit de extruder
lopen. Waardoor er geen kunststof meer in de extruder aanwezig is. Wanneer de
het printen gestart wordt zal de extruder eerst gevuld worden met kunststof,
waarna de extruder gaat extruderen.
Voor dat u gaat printen kunt u met behulp van de knop “extrude” wat
materiaal extruderen, zodat bij de start van uw print er kunststof in uw
extruder aanwezig is.
Bij het genereren van een g-code kunt u ook een skirt rondom uw
object aanleggen, zodat wanneer de printer met het object begint de
extruder ook gaat extruderen.










