Certifications 2

Veiligheidsinformatieblad volgens verordening (EG) nr. 1907/2006, bijlage II
Herziening op / versie: 02.10.2018 / 0001
Vervangt versie van / versie: 02.10.2018 / 0001
Geldig vanaf: 02.10.2018
Afdrukdatum PDF: 04.10.2018
Reinigingsdoeken in dispenser, 100 stuks
EINECS, ELINCS, NLP
203-539-1
CAS
107-98-2
% Bereik
5-10
Indeling volgens de Regelgeving (EG) 1272/2008 (CLP)
Flam. Liq. 3, H226
STOT SE 3, H336
Voor de indeling en het kenmerken van het product kan het zijn dat met verontreinigingen, testgegevens of verdere informatie
rekening werd gehouden.
Tekst van de H-zinnen en indelingafkorting (GHS/CLP) zie rubriek 16.
De in deze sectie genoemde stoffen worden met hun werkelijke, van toepassing zijnde indeling genoemd!
Dat betekent dat voor stoffen die in bijlage VI tabel 3.1 van verordening (EG) nr. 1272/2008 (CLP-verordening) vermeld zijn, alle
eventueel daar genoemde opmerkingen voor de hier genoemde indeling in acht worden genomen.
RUBRIEK 4: Eerstehulpmaatregelen
4.1 Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen
Eerstehulpverleners op zelfbescherming letten!
Nooit een onmachtige persoon iets door de mond toedienen!
Inademing
Persoon frisse lucht geven en al naargelang de symptomen arts raadplegen.
Huidcontact
Verontreinigde, doordrenkte kledingstukken meteen verwijderen, met veel water en zeep grondig wassen, bij huidirritatie (rood
worden etc.), een arts raadplegen.
Oogcontact
Kontaktlenzen uitnemen.
Enkele min. met overvloedig water spoelen (oogdouche), indien nodig arts raadplegen.
Inslikken
Normaliter geen opnameweg.
4.2 Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten
Indien van toepassing zijn vertraagd optredende symptomen en effecten te vinden in sectie 11 of bij de opnamekanalen onder
sectie 4.1.
In bepaalde gevallen is het mogelijk dat de vergiftigingsverschijnselen zich pas na lange tijd / na enkele uren voordoen.
4.3 Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling
Symptomatische behandeling.
RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen
5.1 Blusmiddelen
Geschikte blusmiddelen
Afstemmen op omgevingsbrand.
Waterstraal/schuim/CO2/bluspoeder
Ongeschikte blusmiddelen
Harde waterstraal
5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt
Bij brand kunnen onstaan:
Kooloxides
Giftige gassen
5.3 Advies voor brandweerlieden
In geval van brand en/of explosie inademen van rook vermijden.
Apparaat voor ademhalingsbescherming onafhankelijk van de omgevingslucht.
Al naargelang de grootte van de brand
Evt. volledige bescherming.
Gecontamineerd bluswater verwerken conform de voorschriften van overheidswege.
RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel
6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermingsmiddelen en noodprocedures
Voor voldoende ventilatie zorgen.
Contact met de ogen en met de huid vermijden.
6.2 Milieuvoorzorgsmaatregelen
Afval niet in de gootsteen werpen.
Indringen in oppervlakte- en grondwater en in de grond vermijden.
Blz. 2 van 11