Installation Instructions

37
OPLOSSINGEN VOOR PROBLEMEN
De meest eenvoudige manier om controleren welk deel van de installatie problemen veroorzaakt, is het
loskoppelen van de A- en D-draden van het deurpaneel en direct op de connector van het deurpaneel een
monitor aan te sluiten. Hierbij zal nooit kortsluiting kunnen optreden behalve als de ‘+’ en de ‘-’ met elkaar
kortgesloten zijn in het circuit vanaf de voeding.
O Niets werkt:
w –Controleer de voedingsspanning tussen ' ' en '+' aansluiting: Deze dient tussen de 17,5 en 18,5Vdc te
zijn. Als dat niet het geval is, neem dan de aansluitingen van de voeding los en meet de spanning
op de voeding onbelast. Als deze nu wel de juiste waarde aangeeft, is er kortsluiting in het
systeem. Meet de afzonderlijke leidingen tussen ‘+’ en ‘-’ Ohm’s door om de sluiting op te sporen.
Is de waarde, gemeten op de aansluitklemmen van de voeding niet goed, dan dient de voeding
vervangen te worden.
w –Controleer of de D-draad geen sluiting heeft met de ' ' of de '+' aansluiting.
w Controleer of de D-draad niet per abuis aangesloten is op een ‘A’ aansluiting ergens in de installatie.
O Onvoldoende gespreksvolume:
w Zie hiervoor ook bladzijde 32. In geval van fluittonen, regelt men het volume terug totdat het fluiten
ophoud. Als het fluiten niet stopt dan . . . .
w Continu fluittonen tijdens communicatie:
w Controleer de A-draad vanaf deze monitor of dit toestel tot aan het deurpaneel. Mogelijk is er een
onderbreking hierin aanwezig of is deze kortgesloten tegen de ‘-’ aansluiting.
O Deuropener werkt niet:
w Vergewis jezelf ervan dat deze functie alleen tijdens communicatie beschikbaar is!
w Controleer of de deuropener correct aangesloten is. Ook aangaande de gelijkspanning of het
wisselspanningprinciepe.
w Neem de deuropener los van het deurpaneel en meet tijdens de deuropener-actie de spanning tussen de
bedrading: Deze dient 12VDC of AC te zijn, afhankelijk van het toegepaste princiepe. Als dat niet het
geval is, dan dient men de bedrading los te nemen van de contacten CV1 en CV2 en te meten of het
contact daartussen sluit tijdens de deuropener-actie. Het deurpaneel dient vervangen te worden indien
het contact niet sluit. Anders dient de bedrading naar het slot toe, nagezien te worden.
O Het systeem kan niet geprogrammeerd worden:
w Controleer of het paneel in de programmeermodus gezet is (Bladzijde 9) en dat de
programmeerinstructies op de juiste wijze uitgevoerd worden aangaande het betreffende toestel.
w Controleer de D-draad of deze niet kortgesloten of foutief aangesloten is.
w Controleer of de deurpanelen op de juiste manier als Hoofd- en nevenpaneel ingesteld staan.
O Sommige monitoren en toestellen ontvangen geen oproep:
w Vergewis jezelf ervan dat elk appartement een eigen ‘hoofdtoestel’ heeft.
w Controleer of de toestellen aan staan (LED aan) en de D-draad correct aangesloten is.
w Wees er zeker van dat de monitor of telefoon aan staat.
O De monitor geeft geen beeld door.
w Wees er zeker van dat het deurpaneel is ingesteld op camera aan (zie pagina 84).
w Controleer de juiste instellingen voor coax of twisted pair en of de aansluitingen juist zijn, zie pagina’s
115 tot 125.
O De monitor geeft een vervormd beeld door
w Controleer of de coax kabel of twisted pair draden juist zijn aangesloten zoals in de installatie
schema’s op pagina’s 115 tot 125, let vooral op de polariteit bij de twsited pair kabel.
38
INSTALLATIE SCHEMA’S