Operation Manual
6
INSTALLATIE VAN HET DEURPANEL
laatsing van het deurpaneel.
P
Plaats het deurpaneel tegen de muur met de bovenkant
van het paneel op een hoogte van 1,65 meter.
Trek de bekabeling door de kabelopening.
Boor twee gaten van 6 mm Ø en steek hier de pluggen in.
Bevestig het deurpaneel met de bijgeleverde schroeven.
ekabeling van het deurpaneel
B
Bevestig de draden aan de aansluitconnector volgens
het installatieschema.
eschrijving van de configuratie dipswitchen
B
De configuratie dipswitch is links onder in het deurpaneel geplaatst
en toegankelijk wanneer het deurpaneel wordt geopend.
Oproep druktoets (1 appartement):
Oproep naar appartement 1.
Oproep naar appartement 1.
Oproep druktoets (2 appartementen):
Oproep naar appartement 2.
Oproep naar appartement 1.
1 of 2 appartementen instelling: Zet dipswitch 4 op AAN om het deurpaneel in te stellen
voor 1 appartement, zet dipswitch 4 op UIT om 2 appartementen te configureren.
Eindweerstand: zet dipswitch 3 AAN in het deurpaneel waar de BUS bedrading
eindigt. Zet dipswitch 3 UIT op het deurpaneel waarop wordt doorgelust.
Deurpaneel adres: dipswitches 1 UIT & 2 AAN; het deurpaneel is geconfigureerd
met adres "2".
Deurpaneel adres: dipswitches 1 & 2 UIT; het deurpaneel
is geconfigureerd met adres "1".
*Fabrieks instelling
Niet gebruiken.
2
21
1
Niet gebruiken.